Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Beleid

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Beleid

Onze visie ten aanzien van het weerstandsvermogen is:

‘Streven naar een goede beheersing van de risico’s en een goede balans tussen de bestuurlijke ambitie en de daarmee gepaard gaande risico’s. Uitgangspunt hierbij is een positief weerstandsvermogen’.

Onze doelstelling is:

  • het realiseren en behouden van een gezonde financiële positie;
  • het voorkomen van ingrijpende beleidswijzigingen die noodzakelijk worden bij het zich voordoen van niet afgedekte risico’s. Dit wordt gerealiseerd door middel van beheersing van de risico’s en een positief weerstandsvermogen.

 

Risicoprofiel

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Risicoprofiel

Onderstaand treft u in een tabel het risicoprofiel aan. Onder de tabel wordt het risicoprofiel per onderwerp beschreven. Hieronder worden de in het risicoprofiel weergegeven risico’s nader omschreven. Wij maken hierbij onderscheid in incidentele en structurele risico’s.

Risico in € Verantwoordelijke bestuurslaag
€ 1.000.000 en hoger 3 7
€ 500.000 - € 1.000.000 10
€ 200.000 - € 500.000
€ 50.000 - € 200.000 9 8
€ 1 - € 50.000
€ 0, geen financiële consequenties 4
kans kans kans kans kans
<1% <10% <25% <50% >50%
Team B&W
CMT Raad

Incidentele risico's

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Incidentele risico's

Op een vijftal onderwerpen lopen wij een incidenteel risico. Het risico wordt berekend over het totaalbedrag van het betreffende onderwerp waarover wij risico lopen, afgezet tegen de kans dat het risico zich daadwerkelijk voor doet. De risico’s worden hieronder toegelicht.

INCIDENTELE RISICO'S
Bedragen x € 1.000
Totaal Kans 2026 2027 2028 2029
1. Fraude PM
2. Informatiebeveiliging en Privacy PM
3. Europark 2.800 15% 420 420 420 420
4. Grondexploitatie 0 0% 0 0 0 0
5. Soortenmanagementplan (SMP) PM
Totaal 2.800 420 420 420 420

Fraude

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Fraude

Binnen een gemeente bestaat in alle lagen, zowel bestuurlijk als ambtelijk, een risico op fraude. Een gemeenteambtenaar die zich laat omkopen of een ambtenaar die jarenlang valse facturen indient en autoriseert. Ook inwoners, instellingen en bedrijven kunnen voor het verkrijgen van een hogere uitkering of subsidie opzettelijk verkeerde informatie verstrekken. 

De impact van fraude op gedupeerden, de gemeente en de publieke opinie is groot. Naast financieel nadeel, ondermijnt fraude het vertrouwen in de overheid. Daarom is fraude met overheidsgeld een nachtmerrie voor elke gemeente. Door tijdig beheersmaatregelen te treffen om de kans op fraude te reduceren, worden de kwetsbaarheid en de negatieve gevolgen van fraude voor de gemeente beperkt. 

Onze gemeente is zich bewust van het risico op fraude en heeft al diverse maatregelen getroffen om het risico te beperken. De gemeente heeft in de diverse (financiële) processen maatregelen doorgevoerd om fraude tegen te gaan (functiescheiding) en besteedt aan dit onderwerp aandacht onder andere met het afleggen van de eed of belofte voor nieuwe medewerkers, het integriteitsbeleid, interne controlemaatregelen (vier-ogen-principe) en bij de verbijzonderde interne controle (VIC). Tevens is een gemeente brede frauderisicoanalyse uitgevoerd en zijn bijbehorende beheersmaatregelen beschreven. 

Informatiebeveiliging en Privacy

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Informatiebeveiliging en Privacy

Voor het aandachtsgebied Informatiebeveiliging en Privacy zijn de volgende risico’s geïdentificeerd die om continue aandacht vragen: persoonsgegevens, bijzondere persoonsgegevens, gevoelige of vertrouwelijke bedrijfsinformatie komen in handen van onbevoegden. 
Als gevolg van de toenemende technologische ontwikkelingen en digitalisering neemt het risico, ondanks het continue monitoren, beoordelen en toepassen van maatregelen, toe dat onze organisatie slachtoffer wordt van cybercriminaliteit. Het is dan ook niet de vraag of maar wanneer we te maken krijgen met een cyberaanval. De hoeveelheid van en creativiteit bij cyberaanvallen neemt wereldwijd toe en vraagt om voortdurende aandacht en waakzaamheid binnen onze organisatie en de bewustwording bij medewerkers en het bestuur. 
Ook het risico op maatregelen van de toezichthouder als gevolg van het onvoldoende naleven van de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) en BIO (Baseline Informatieveiligheid Overheid) verplichtingen wordt gedetecteerd als een mogelijk risico. 

Genoemde risico’s hebben een verhoogde impact op zowel betrokkene(n) als onze organisatie. Mogelijke gevolgschade die hieruit kan ontstaan is fraude en/of discriminatie van betrokkene(n), financiële schade, politieke risico’s en/of reputatieschade voor onze organisatie. Het (blijven) toepassen en beoordelen van effectieve maatregelen om de risico’s te mitigeren heeft daarom belangrijke aandacht.

Europark

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Europark

GVZ Europark Coevorden-Emlichheim GmbH heeft een financieringsfaciliteit van maximaal € 7 miljoen bij de Grafschafter Volksbank in Nordhorn afgesloten. Het uitgangspunt is dat Europark GmbH zich zonder een extra financiële bijdrage van onze gemeente ontwikkelt. Mocht zij op enig moment onverhoopt toch een beroep op de gemeente moeten doen voor financiële steun dan is het door ons ingeschatte maximale risico € 420.000 (15% kans x 50% van (80% van € 7 miljoen)).

Per 1 januari 2024 verliep de financieringsfaciliteit bij de BNG. Verlenging behoorde niet tot de mogelijkheden vanwege de focus op Nederlandse ondernemers. Het Europark is een Duitse Besloten Vennootschap, een zogenaamde GmbH. Met de Grafschafter Volksbank in Nordhorn heeft het Europark een nieuwe financier gevonden. Het gaat wederom om een bedrag van € 7 miljoen met een looptijd van tien jaar. Volgens de EU-staatssteunregels is het niet mogelijk om voor 100% van de totale lening garant te staan als gemeenten Emlichheim en Coevorden. De garantstelling bedraagt maximaal 80% van het door de gemeenten verstrekte leningvolume. Hier blijft de onderlinge verhouding 50% - 50% op van toepassing.

Grondexploitaties

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Grondexploitaties

In het kader van voorliggende begroting hebben wij de risico’s van de grondexploitaties geanalyseerd. Op basis van de stand per 31/12/2024 zal de verwachte boekwaarde per eind 2026 positief zijn. Dit resulteert in een maximaal risico voor 2026 van nihil. Jaarlijks bij het Jaarverslag actualiseren wij de grondexploitaties en op basis daarvan en eventuele nieuwe grondexploitaties kan de boekwaarde en het daarmee samenhangende risico groter worden.

Soortenmanagementplan (SMP)

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Soortenmanagementplan (SMP)

Als gemeente hebben wij te maken met de Omgevingswet. Deze wet verbiedt onder andere het vernietigen, doden of verwonden van beschermde dieren- en plantsoorten en het wegnemen van hun verblijfplaats. In de gebouwde omgeving gaat het bij beschermde soorten vooral om vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen. In het grootste deel van de woningen leven vaak één of meerdere van deze soorten. Gierzwaluwen verblijven bijvoorbeeld vaak onder dakpannen en vleermuizen bevinden zich vaak in een spouwmuur. Hiermee moet u dus bij een verbouwing of verduurzaming rekening houden. Dit doen wij door eerst ecologisch onderzoek te doen naar de aanwezigheid van deze soorten. En vervolgens door maatregelen te nemen om het doden of verwonden van de aanwezige beschermde soorten te voorkomen. Zijn er beschermde soorten aanwezig? Dan moet u een omgevingsvergunning aanvragen. Het ecologisch onderzoek, de maatregelen en de omgevingsvergunning kunnen per project uitgevoerd en aangevraagd worden. Maar een gemeente kan ook in één keer voor de gehele gemeente een ecologisch onderzoek doen en maatregelen nemen op gebiedsniveau. De gemeente beschrijft dit ecologisch onderzoek en de maatregelen op gebiedsniveau in een Soortenmanagementplan. Het opstellen van een Soortenmanagementplan duurt zo’n een à twee jaar en het plan dient de gemeente in bij de provincie. Op basis van het Soortenmanagementplan kan de provincie vervolgens aan de gemeente voor tien jaar een gebiedsgerichte omgevingsvergunning verlenen. De kosten voor het opstellen van een Soortenmanagementplan bedragen gemiddeld circa € 700.000 - € 900.000. Definitieve uitwerking van de kosten vindt nog plaats.

Structurele risico's

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Structurele risico's

Er zijn twee onderwerpen waarover wij een structureel risico lopen. Dit betreffen het sociaal domein en de Emco-groep. Het risico wordt berekend over het totaalbedrag van het betreffende onderwerp waarover wij risico lopen, afgezet tegen de kans dat het risico zich daadwerkelijk voor zal doen. De risico’s worden hieronder toegelicht.

STRUCTURELE RISICO'S
Bedragen x € 1.000
Totaal Kans 2026 2027 2028 2029
7. Sociaal Domein 1.650 1.650 1.650 1.650
Jeugdwet 2.700 50% 1.350 1.350 1.350 1.350
Wmo 600 50% 300 300 300 300
Participatie PM
8. EMCO-groep 200 50% 100 100 100 100
9. Omgevingswet 200 20% 40 40 40 40
10. Verbonden partijen 700 20% 140 140 140 140
Totaal 4.400 1.930 1.930 1.930 1.930

Sociaal domein

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Sociaal domein

Met de ervaring van de afgelopen jaren hebben wij ons meerjarenbeleid opgesteld. Wij hebben de budgetten in het Sociaal Domein aangepast aan de nieuwste prognoses. Wij verwachten dat daarmee deze budgetten voor de komende jaren naar op niveau zijn. Tegelijk zien we landelijk de kosten in het Sociaal Domein nog altijd oplopen. Hoe de kosten binnen het Sociaal Domein zich ontwikkelen ligt niet in alle gevallen binnen onze invloedssfeer. 

Jeugdhulp
In juli 2023 is landelijk de Hervormingsagenda Jeugd vastgesteld, omdat de beschikbaarheid van jeugdhulp niet toereikend is en de kosten al jaren stijgen.  Er worden landelijk, regionaal en lokaal maatregelen genomen om de beschikbaarheid van jeugdhulp te verbeteren en de kosten te laten dalen. Lokaal zetten we in op meer preventief werken in een zorgzame samenleving. We willen dat daardoor de instroom in de jeugdhulp afneemt. Ook sturen we op het vergroten van de uitstroom en voeren we controles uit op de inzet en declaraties door zorgaanbieders. Daarbij is nog steeds sprake van financiële onzekerheid. We moeten de komende jaren rekening houden met een stijging van de kosten, ondanks de ingezette en nog in te zetten maatregelen. We hebben als gemeente beperkt invloed doordat we bijvoorbeeld verplicht zijn om reële tarieven te hanteren en dit tijdens de contractperiodes met aanbieders moeten aanpassen. Externe verwijzers kunnen ondersteuning inzetten, zonder tussenkomst van de gemeentelijke toegang. En door het woonplaatsbeginsel moet de gemeente kosten betalen van ondersteuning waar andere gemeentes in het land de toegang voor regelen. Door het vastgelopen stelsel is er steeds meer sprake van dure één-op-één-plaatsingen. Er is een reëel risico dat er door de externe ontwikkelingen zoveel kosten komen dat er in 2026 een tekort blijft.

Wmo
De hoge inflatiecijfers van de afgelopen tijd hebben ook invloed op de kosten in de zorg. Daarnaast is er sprake van dubbele vergrijzing. De druk op het systeem neemt toe.  Onze inzet is gericht op passende hulp voor inwoners én een duurzame samenwerking met aanbieders en het voorliggend veld. De aanpak van de wachtlijsten in Wmo, waarvoor in 2025 extra capaciteit is ingezet, blijven wij monitoren en waar nodig bijsturen. We zetten in op meer preventie en algemeen toegankelijke voorzieningen om de druk op de Wmo te kunnen blijven verwerken en de inwoners passende zorg te kunnen bieden.  Deze ontwikkelingen zullen in eerste instantie meer geld kosten. Daarnaast is moeilijk voorspelbaar in welke mate dit de druk op ons Wmo stelsel zal verlichten, gelet op de vergrijzing, toename van aard en omvang van de problematiek en de hogere kosten bij aanbieders. Er is daarom sprake van een reëel risico op een tekort in 2026.

Participatie, Inkomen en Crisisbeheersing

Ook de komende periode staan we voor diverse uitdagingen op het sociaal-maatschappelijke vlak. De afname afgelopen jaren van de rijksmiddelen voor het BUIG-budget maakt mede dat we ook voor 2026 risico lopen op een groter tekort op het budget voor de bijstandsuitkeringen (BUIG) dan wij jaarlijks dekken in onze begroting. Hoewel de Participatiewet in Balans per 1 januari 2026 fasegewijs wordt ingevoerd en voor de maatregelen die voortvloeien uit deze wet ook extra middelen meekomen, zal moeten blijken of deze middelen ook toereikend zijn. Hetzelfde geldt ook voor de nieuwe wet Van school naar duurzaam werk die tevens per 1 januari 2026 van kracht wordt. Beide wetten zullen ook extra inzet vergen van onze professionals, wat een effect kan hebben op de uitvoeringskosten. Verder wordt momenteel gewerkt aan een voorstel om de wachtlijst Beschut Werk eenmalig weg te werken. Hoewel dit kan leiden tot een besparing op het BUIG-budget, brengt dit anderzijds ook structurele kosten met zich mee. Die kosten zijn echter beperkt. Tenslotte ontbreekt het nog steeds aan een lange termijn visie van het Rijk op inburgering en migratie, terwijl lokale opgaven, zoals de huisvesting van Oekraïense vluchtelingen en alleenstaande minderjarige statushouders, blijven.

EMCO-groep

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - EMCO-groep

De EMCO-Groep is een gemeenschappelijke regeling (GR) die uitvoering geeft aan de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Naast onze gemeente nemen de gemeenten Emmen en Borger-Odoorn deel aan deze GR. Alle bevoegdheden en taken met betrekking tot de uitvoering van de Wsw zijn door onze gemeente overgedragen aan de GR. Voor de uitvoering van de Wsw ontvangen wij een lumpsumbedrag in het Participatiebudget. Sinds de invoering van de Participatiewet is er geen nieuwe instroom in de Wsw meer mogelijk. Hierdoor neemt de Wsw-populatie door natuurlijk verloop gestaag af. Door de geleidelijke krimp van het aantal Wsw’ers verdwijnt ook een structurele inkomstenbron. Tegelijkertijd blijven de vaste kosten, zoals voor huisvesting, begeleiding en infrastructuur, hoog. Dit verlies aan schaalvoordelen en inkomsten zet extra druk op de exploitatie. Deels stroomt er een nieuwe doelgroep binnen bij de EMCO. De begeleiding van de begeleiding van deze doelgroep is vaak intensiever en daardoor duurder.  Dit is mede oorzaak van een structureel exploitatietekort bij de EMCO-groep.  Hiermee is rekening gehouden in ons meerjarenperspectief. De EMCO-Groep benoemt in haar risicoparagraaf in de begroting 2025 de volgende risico’s: netto-opbrengsten (wegvallen van klanten/opdrachten), inkomsten uit landelijke subsidies, hoge loonkosten en onderhoud van kapitaalgoederen. Wij schatten het financiële risico voor Coevorden in op  € 200.000 met een kans van 50%.

Omgevingswet

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Omgevingswet

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Met de komst van de Omgevingswet is de vergunningplicht voor het bouwen van een bouwwerk gesplitst in een bouwtechnische activiteit en een omgevingsplanactiviteit. Voor een groot aantal bouwwerken is de vergunningplicht voor de bouwtechnische activiteit komen te vervallen. In de gemeente Coevorden betekent dit dat ongeveer 30% van de inkomsten uit bouwleges is komen te vervallen.  Op termijn (mogelijk al in 2026, maar waarschijnlijk later) zal dit percentage stijgen doordat de betreffende wetgeving gefaseerd wordt ingevoerd.

Ook voor 2026 kan dit mogelijk invloed hebben op het aantal aanvragen Omgevingsvergunningen en heeft dit daarmee invloed op de legesinkomsten. Wij schatten dit financiële risico in op  € 200.000 met een kans van 20%.

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Verbonden partijen

De VRD is onvoldoende in staat om de mogelijke risico’s zelf op te vangen en zal bij het zich voordoen van deze risico’s een beroep doen op de bij gemeenten aanwezige weerstandscapaciteit. Voor de gemeente Coevorden betreft dit een bedrag van € 383.000 conform de begroting 2026 van de VRD. Voor de GGD gaat dit om een bedrag van € 209.000 conform de begroting 2026 van de GGD.  Voor de Omgevingsdienst Drenthe geldt dat het risico bestaat dat extra kosten zullen worden gemaakt in verband met meer uren die worden gemaakt voor complexe VTH dossiers binnen de gemeente Coevorden. Wij schatten het totale financiële risico hiervoor in op € 700.000 met een kans van 20%.

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, op te vangen. Hierbij zetten wij eerst het gedeelte van onze weerstandscapaciteit in dat geen of minimale effecten heeft op ons beleid en onze begroting.
In onze weerstandscapaciteit hebben wij geen bestemmingsreserves en  stille reserves opgenomen. Het tijdsbestek waarin stille reserves vrijgespeeld kunnen worden ter dekking van risico’s ligt hieraan ten grondslag. Voor bestemmingsreserves is het argument dat bij de inzet van deze reserves de uitvoering van het beleid mogelijk onder druk komt te staan.

WEERSTANDSCAPACITEIT
Bedragen x € 1.000 Prognose Begroot Begroot Begroot Begroot
Bestanddeel weerstandscapaciteit 2025 2026 2027 2028 2029
Algemene reserve 38.191 38.803 38.999 39.133 39.709
Resultaat 619 1.706 -204 -2.890 -3.972
Onbenutte belastingcapaciteit 1.129 238 238 238 238
Post onvoorzien 100 100 100 100 100
Totaal weerstandscapaciteit 40.039 40.847 39.133 36.581 36.075
Bestemmingsreserve 16.416 14.177 13.264 11.120 10.306
Totaal weerstandscapaciteit incl bestemmingsreserves 56.455 55.024 52.397 47.701 46.381

Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Ratio weerstandsvermogen

Een gemeente is vrij om te bepalen welk deel van de weerstandscapaciteit wordt aangewend voor het weerstandsvermogen. Conform de nota Risicomanagement en Weerstands­vermogen zetten wij alleen onze algemene reserve in ter dekking van de mogelijke risico’s. Het weerstandsvermogen wordt als volgt bepaald:

Beschikbare weerstandscapaciteit : benodigde weerstandscapaciteit (risicoprofiel). Hieruit vloeit een ratio voort, die in te delen is in één van de categorieën A tot en met F.

Wij streven vanaf 2018 naar een ratio in (minimaal) categorie B, dat wil zeggen een ratio tussen de 1,4 en 2,0, geduid als ‘ruim voldoende’.

RATIO WEERSTANDSVERMOGEN
Waarderingscijfer Ratio weerstandsvermogen Betekenis
A 2,0 < X Uitstekend
B 1,4 < X < 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 < X < 1,4 Voldoende
D 0,8 < X < 1,0 Matig
E 0,6 < X < 0,8 Onvoldoende
F X < 0,6 Ruim onvoldoende



WEERSTANDSVERMOGEN
Bedragen x € 1.000
2026 2027 2028 2029
Weerstandscapaciteit 40.847 39.133 36.581 36.075
Te verwachten risico’s 2.350 2.350 2.350 2.350
Weerstandsvermogen 38.497 36.783 34.231 33.725
Bestemmingsreserves 14.177 13.264 11.120 10.306
Weerstandsvermorgen incl bestemmingsreserves 52.674 50.047 45.351 44.031
De ratio weerstandsvermogen kan als volgt worden berekend:
Beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandscapaciteit (risicoprofiel)
RATIO WEERSTANDSVERMOGEN
2026 2027 2028 2029
Ratio weerstandsvermogen 17,38 16,65 15,57 15,35
Ratio weerstandsvermogen incl bestemmingsreserves 23,41 22,30 20,30 19,74

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Financiële kengetallen

Op grond van het BBV nemen wij in deze paragraaf een aantal kengetallen op die de  beoordeling van onze financiële positie ondersteunen. Daarmee wordt beoogd uw raad in staat te stellen gemakkelijker inzicht te krijgen in de financiële positie van onze  gemeente. De kengetallen maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken en op te vangen. Zij geven zodoende inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. Het gaat daarbij om de volgende kengetallen:

  • de netto schuldquote;
  • de netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen;
  • de solvabiliteitsratio;
  • de grondexploitatie;
  • de structurele exploitatieruimte, en
  • de belastingcapaciteit.


Deze kengetallen moeten altijd in samenhang worden bezien omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van de gemeente.

KENGETALLEN FINANCIËLE POSITIE
Realisatie Prognose Begroot Begroot Begroot Begroot
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Netto schuldquote (%) 40% 61% 81% 98% 100% 100%
Idem gecorrigeerd voor verstrekte leningen (%) 34% 55% 76% 92% 94% 95%
Solvabiliteitsratio (%) 42% 36% 28% 24% 23% 23%
Grondexploitatie (%) 4% 2% 0% -1% -2% -3%
Structurele exploitatieruimte (%) -9% 3% 0% -2% -3% -3%
Belastingcapaciteit (%) 96% 95% 95% 99% 99% 99%

De provincie hanteert voor de kengetallen de volgende signaleringswaarden, waarbij categorie A als 'minst risicovol' en categorie C als 'meest risicovol' wordt geduid.

SIGNALERINGSWAARDEN PROVINCIE
Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote a. zonder correctie doorgeleende gelden <90% 90-130% >130%
b. met correctie doorgeleende gelden <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte Begr >0% Begr = 0% Begr <0%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

Toelichting op de betekenis van de kengetallen
De netto schuldquote (ook gecorrigeerd voor verstrekte leningen) zegt iets over de relatie tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen. De schuldquote stijgt in deze begrotingsperiode als gevolg van nieuwe langlopende lening voor grote lopende investeringen.

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De ratio daalt omdat we de algemene reserve inzetten om verwachte tekorten op te vangen.

De indicatoren grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit zeggen iets over de mogelijkheden aan de inkomstenkant om incidentele uitgaven op te kunnen vangen.

Ontwikkeling van onze kengetallen
De afgelopen jaren is er sprake geweest van een gezond financieel evenwicht. In de aankomende jaren begroten wij dat een kengetallen gaan verslechteren. Door goede monitoring willen wij ervoor zorgen dat deze ten minste niet verder verslechteren. De bestuurlijke lijn van de afgelopen jaren zien wij terug in de ontwikkeling van alle indicatoren en de uitkomsten onderschrijven het gevoerde beleid.