Met de ervaring van de afgelopen jaren hebben wij ons meerjarenbeleid opgesteld. Wij hebben de budgetten in het Sociaal Domein aangepast aan de nieuwste prognoses. Wij verwachten dat daarmee deze budgetten voor de komende jaren naar op niveau zijn. Tegelijk zien we landelijk de kosten in het Sociaal Domein nog altijd oplopen. Hoe de kosten binnen het Sociaal Domein zich ontwikkelen ligt niet in alle gevallen binnen onze invloedssfeer.
Jeugdhulp
In juli 2023 is landelijk de Hervormingsagenda Jeugd vastgesteld, omdat de beschikbaarheid van jeugdhulp niet toereikend is en de kosten al jaren stijgen. Er worden landelijk, regionaal en lokaal maatregelen genomen om de beschikbaarheid van jeugdhulp te verbeteren en de kosten te laten dalen. Lokaal zetten we in op meer preventief werken in een zorgzame samenleving. We willen dat daardoor de instroom in de jeugdhulp afneemt. Ook sturen we op het vergroten van de uitstroom en voeren we controles uit op de inzet en declaraties door zorgaanbieders. Daarbij is nog steeds sprake van financiële onzekerheid. We moeten de komende jaren rekening houden met een stijging van de kosten, ondanks de ingezette en nog in te zetten maatregelen. We hebben als gemeente beperkt invloed doordat we bijvoorbeeld verplicht zijn om reële tarieven te hanteren en dit tijdens de contractperiodes met aanbieders moeten aanpassen. Externe verwijzers kunnen ondersteuning inzetten, zonder tussenkomst van de gemeentelijke toegang. En door het woonplaatsbeginsel moet de gemeente kosten betalen van ondersteuning waar andere gemeentes in het land de toegang voor regelen. Door het vastgelopen stelsel is er steeds meer sprake van dure één-op-één-plaatsingen. Er is een reëel risico dat er door de externe ontwikkelingen zoveel kosten komen dat er in 2026 een tekort blijft.
Wmo
De hoge inflatiecijfers van de afgelopen tijd hebben ook invloed op de kosten in de zorg. Daarnaast is er sprake van dubbele vergrijzing. De druk op het systeem neemt toe. Onze inzet is gericht op passende hulp voor inwoners én een duurzame samenwerking met aanbieders en het voorliggend veld. De aanpak van de wachtlijsten in Wmo, waarvoor in 2025 extra capaciteit is ingezet, blijven wij monitoren en waar nodig bijsturen. We zetten in op meer preventie en algemeen toegankelijke voorzieningen om de druk op de Wmo te kunnen blijven verwerken en de inwoners passende zorg te kunnen bieden. Deze ontwikkelingen zullen in eerste instantie meer geld kosten. Daarnaast is moeilijk voorspelbaar in welke mate dit de druk op ons Wmo stelsel zal verlichten, gelet op de vergrijzing, toename van aard en omvang van de problematiek en de hogere kosten bij aanbieders. Er is daarom sprake van een reëel risico op een tekort in 2026.
Participatie, Inkomen en Crisisbeheersing
Ook de komende periode staan we voor diverse uitdagingen op het sociaal-maatschappelijke vlak. De afname afgelopen jaren van de rijksmiddelen voor het BUIG-budget maakt mede dat we ook voor 2026 risico lopen op een groter tekort op het budget voor de bijstandsuitkeringen (BUIG) dan wij jaarlijks dekken in onze begroting. Hoewel de Participatiewet in Balans per 1 januari 2026 fasegewijs wordt ingevoerd en voor de maatregelen die voortvloeien uit deze wet ook extra middelen meekomen, zal moeten blijken of deze middelen ook toereikend zijn. Hetzelfde geldt ook voor de nieuwe wet Van school naar duurzaam werk die tevens per 1 januari 2026 van kracht wordt. Beide wetten zullen ook extra inzet vergen van onze professionals, wat een effect kan hebben op de uitvoeringskosten. Verder wordt momenteel gewerkt aan een voorstel om de wachtlijst Beschut Werk eenmalig weg te werken. Hoewel dit kan leiden tot een besparing op het BUIG-budget, brengt dit anderzijds ook structurele kosten met zich mee. Die kosten zijn echter beperkt. Tenslotte ontbreekt het nog steeds aan een lange termijn visie van het Rijk op inburgering en migratie, terwijl lokale opgaven, zoals de huisvesting van Oekraïense vluchtelingen en alleenstaande minderjarige statushouders, blijven.