Lokale heffingen

Beleid

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Beleid

Wij hebben voor het tarievenbeleid een aantal uitgangspunten geformuleerd. De volgende uitgangspunten liggen ten grondslag aan de berekeningen van onze tarieven en heffingen:

  • de lokale lastendruk dient in overeenstemming te zijn met de bestuurlijke ambities en het voorzieningenniveau in de gemeente;
  • lokale heffingen zijn in principe kostendekkend;
  • lokale heffingen worden vastgesteld conform de uitgangspunten die zijn vastgesteld in het bestuursakkoord en de kaderbrief. De prijsindex die in de kaderbrief 2026 is opgenomen bedraagt 2,1%.


Kwijtscheldingsbeleid
Voor de beoordeling van kwijtscheldingsverzoeken hanteren wij de wettelijke normen overeenkomstig de bepalingen in de Invorderingswet 1990 en de Leidraad invordering bestuursrechtelijke geldschulden Coevorden. De kwijtscheldingsnorm die wij hanteren bedraagt 100%. Dit betekent dat aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau voor kwijtschelding in aanmerking kunnen komen indien zij aan de normen voldoen. Kwijtschelding kan worden verleend voor de afvalstoffenheffing (met uitzondering van de extra container) en de rioolheffing (gebruikersdeel).

Belastingopbrengsten en tarieven

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Belastingopbrengsten en tarieven

De begrote opbrengsten uit de belastingen en de lokale lasten (afvalstoffenheffing en rioolheffing) zijn als volgt:

BELASTINGOPBRENGSTEN
Bedragen × € 1.000
2025 2026 Verschil Verdeling
Onroerende-zaakbelastingen 10.181 11.612 1.431 50%
Afvalstoffenheffing 5.024 4.956 -68 21%
Rioolheffing 3.872 4.160 288 18%
Toeristenbelasting 2.030 2.030 0 9%
Forensenbelasting 109 111 2 0%
BIZ-bijdrage 237 237 0 1%
Totaal geraamde opbrengst 21.453 23.106 1.653

De tarieven voor de lokale lasten hebben wij in onderstaande tabel weergegeven. Daarbij laten wij de huidige tarieven in 2025 en de voorgestelde tarieven voor 2026 zien. 

OVERZICHT BELASTINGTARIEVEN
2025 2026
Onroerende-zaakbelastingen woningen en niet-woningen
Eigenaren woningen 0,1421% 0,1450%
Eigenaren niet-woningen 0,2342% 0,2626%
Gebruikers niet-woningen 0,1952% 0,2188%
Rioolheffing + 5,35%
Op basis van een voorbeeld: eigenaar en gebruiker van een woning,
met een WOZ-waarde van € 286.000 in 2025 en € 299.500 in 2026,
met een waterverbruik van 150 m3
Gebruikers:
Rioolheffing afvalwater categorie 0 t/m 500 m3 waterverbruik € 103,85 € 109,41
Eigenaren:
Rioolheffing hemel- & grondwaterafvoer, vastrecht € 59,99 € 63,20
Rioolheffing hemel- & grondwaterafvoer, 0,0189% 0,0199%
0,0189% resp. 0,0199% van de WOZ-waarde € 54,11 € 59,65
Afvalstoffenheffing
Vast tarief huishoudens € 215,00 € 219,50
Aanbieding restafval minicontainer per keer (240 liter) € 9,60 € 9,80
Aanbieding hoogbouw restafval per keer (60 liter) € 2,40 € 2,45
Toeristenbelasting € 1,45 € 1,45
Forensenbelasting +2,1%
Forensenbelasting < WOZ-waarde € 120.000 € 364,75 € 372,41
Forensenbelasting > WOZ-waarde € 120.000 € 437,39 € 446,58

Toelichtingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Toelichtingen

Onroerende-zaakbelastingen (Ozb) 
De begrote opbrengst voor het jaar 2026 is als volgt opgebouwd: 
1. Opbrengst 2025; De opbrengst in 2025 is € 10.490.000
2. Indexatie conform kaderbrief; Op basis van de kaderbrief is de opbrengst met een indexatie van 2,1% verhoogd.

Financieel perspectief
Om op lange termijn structureel financieel evenwicht te behouden/ bereiken, is er bij de Kaberbrief 2026 voor gekozen om de tarieven van de OZB voor niet-woningen aanvullend met 10% te verhogen.

 Waardestijging 
Wij verwachten een stijging van de waarde van woningen met 7,2%. De verwachting is dat de waarde van niet-woningen gemiddeld genomen zullen stijgen met 2,9%. Jaarlijks wordt in het najaar op basis van een marktanalyse een brede herwaardering uitgevoerd.

Noot: De verwachte waardestijging heeft een directe relatie met de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Naarmate de gemiddelde WOZ-waarde stijgt, daalt deze rijksbijdrage. Dit komt omdat ervan wordt uitgegaan dat gemeenten bij hogere WOZ-waarden meer eigen inkomsten kunnen genereren via de OZB. Als de OZB-tarieven niet worden aangepast, blijft die extra opbrengst uit, terwijl de rijksuitkering wel afneemt.

Opbrengstontwikkeling 
De hierboven beschreven ontwikkelingen leiden tot een totale stijging van de OZB-opbrengsten van € 1.217.400.
- De opbrengst voor woningen stijgt met gemiddeld 8,5%
- De opbrengst voor niet-woningen stijgt met gemiddeld 15,4%

Rioolheffing 
De grondslagen voor de rioolheffingen zijn: 
•    waterverbruik voor het afvalwater door middel van vier staffels; 
•    vastrecht voor het hemelwater en grondwater voor de openbare ruimte; 
•    WOZ-waarde voor het hemelwater en grondwater voor de particuliere percelen. 

Het uitgangspunt voor de rioolheffing is dat deze 100% kostendekkend is. Daarbij baseren wij ons op het verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (vGRP). Wij hebben kapitaallasten van investeringen, exploitatielasten en interne kostentoerekening geactualiseerd. Daarnaast hebben wij de volumes voor het aantal huishoudens en de Woz-waarde aangepast. Om schommelingen in de kapitaallasten van investeringen op te vangen, hebben wij een voorziening riolering. Pieken en dalen vangen wij met behulp van deze voorziening op. Daardoor hoeven wij de tarieven niet jaarlijks (aanzienlijk) te laten stijgen of dalen op basis van het investeringsvolume. De WOZ-waarde van woningen stijgt naar verwachting in 2026. Een deel van de opbrengst uit de rioolheffing is gebaseerd op de WOZ-waarde van gebouwen. Daardoor stijgt de opbrengst. Voor belastingjaar 2026 hebben wij de opbrengst verhoogd met de reguliere prijsindexatie van 2,1%. Samen met het effect van de verwachte WOZ-waardestijging leidt dit ertoe dat er een minimale mutatie in de voorziening plaatsvindt.

KOSTENDEKKENDHEID RIOLERING
Bedragen x € 1.000
2025 2026
Kosten taakveld riolering, incl. rente en directe personeelskosten -3.501 -3.654
Inkomsten taakveld, excl. heffingen -
Onttrekking voorziening riolering - 2
Directe kosten -3.501 -3.652
Toe te rekenen kosten
Overhead, incl. rente -371 -508
BTW - -
Totale kosten -3.872 -4.160
Opbrengst heffingen 3.872 4.160
Dekkingspercentage 100% 100%

Afvalstoffenheffing
De invoering van een tarief op restafval blijkt effectief: de kosten voor de verbranding van restafval zijn gedaald. Toch zien we deze daling niet terug in de tarieven voor de afvalstoffenheffing, omdat andere kosten juist sterk stijgen. Zo zijn de kosten voor afvalinzameling en afvalverwerking door Area verhoogd. De stijgende kosten komen primair door hogere personeelskosten. Secundair zijn hogere materieelkosten.

Om onze kosten in 2026 te kunnen dekken, moeten wij de tarieven voor de afvalstoffenheffing verhogen. Wij kiezen er voor dit enkel met de standaard indexatie van 2,1% te doen. Dit resulteert in een kostendekkendheid van 89,14%.

KOSTENDEKKENDHEID AFVAL
Bedragen x € 1.000
2025 2026
Kosten taakveld afval, incl. rente en directe personeelskosten -4.844 -5.312
Inkomsten taakveld, excl. heffingen 887 926
Directe kosten -3.957 -4.386
Toe te rekenen kosten
Overhead, incl. rente -147 -117
BTW -962 -1.057
Indirecte kosten -1.109 -1.174
Totale kosten -5.066 -5.560
Opbrengst heffingen 5.024 4.956
Dekkingspercentage 99% 89%

Toeristenbelasting

Het tarief voor de toeristenbelasting bedraagt in 2026 € 1,45 per persoon per overnachting. Dit is gebaseerd op de verwachting dat er in dat jaar bijna 1,5 miljoen overnachtingen zullen plaatsvinden. Conform de in 2016 vastgestelde besluitvorming geldt een automatische, driejaarlijkse verhoging van het tarief met € 0,05. Daarom is in de raming rekening gehouden met een stijging van het tarief in 2028 naar € 1,50 per persoon per nacht.

Omgevingsvergunningen
De uitgangspunten voor het legesstelsel van omgevingsvergunningen zijn:
•    degressiviteit; 
•    transparantie; 
•    een maximumtarief in de hoogste staffel; 
•    100% kostendekkendheid. 

Onze legesverordening kent een degressief stelsel en het systeem van kruissubsidiering binnen de hoofdstukken van de legesverordening. Bij een hoge bouwsom betaalt de aanvrager een relatief hoog legesbedrag. Het degressieve stelsel brengt met zich mee dat bij hogere bedragen een relatief lager percentage in rekening wordt gebracht. Ook is om onbillijkheden te voorkomen in overeenstemming met de geldende jurisprudentie een maximum legesbedrag in de verordening opgenomen. Voor bepaalde categorieën omgevingsplanactiviteiten en omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen betekent dit dat de leges hoger zijn dan de kosten van toetsing die in dat concrete geval worden gemaakt. Voor aanvragen met een lager bedrag aan bouwkosten kan het omgekeerde aan de orde zijn. De kosten worden in die gevallen niet gedekt door de leges omdat dit tot onevenredige leges zou leiden. 

De inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna Wkb) op 1 januari 2024 bracht grote gevolgen met zich mee voor veel aspecten van het fysieke domein. Wat betreft de gevolgen voor de bedrijfsvoering en financiën van de gemeente betekende dit aan de ene kant een aantal operationele wijzigingen van rechtswege, waar wij zelf geen invloed op hadden. Aan de andere kant waren er een aantal gevolgen waarop we beleids- en inrichtingskeuzes hebben gemaakt.

Door de invoering van de Wkb is de omgevingsvergunningplicht voor nieuwe bouwwerken in gevolgklasse 1 (relatief eenvoudige bouwwerken zoals woningen, lage bedrijfsgebouwen en kleine infrastructurele werken) komen te vervallen en vervangen door een bouwmelding. Voor het behandelen van een melding mogen geen leges in rekening worden gebracht. Binnen de gemeente Coevorden betreft het overgrote deel van de bouwwerken gevolgklasse 1 waardoor de legesinkomsten sterk terug zijn gelopen sinds de invoering van de Wkb. Het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid komt hierdoor onder druk te staan. Verder zien we de afgelopen jaren een lichte daling in het aantal aanvragen die naar verwachting ook komend jaar doorzet. 

Op basis van het bovenstaande is de begrote opbrengst in 2026 € 1.135.000.

KOSTENDEKKENDHEID OMGEVINGSVERGUNNING
Bedragen x € 1.000
Voorfase -475
Activiteit bouwen -257
Welstand -36
Planologische wijzigingen -128
Overige activiteiten (o.a. kappen, uitweg/uitrit & aanlegactiviteiten) -57
Milieubelastende activiteiten -28
Overige kosten -154
Totale kosten -1.135
Opbrengst heffingen 1.135
Dekkingspercentage 100%

Berekening tarieven
Conform de vereisten van het BBV rondom de kostendekkende tarieven geven wij in deze paragraaf inzicht in de wijze waarop wij bewerkstelligen dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. De beleidsuitgangspunten die ten grondslag liggen aan onze tariefberekeningen, verwoordden wij al bij aanvang van deze paragraaf. De wijze waarop wij deze uitgangspunten bij de tariefstelling hebben gehanteerd, is als volgt: "In de integrale kostprijsberekeningen bepalen wij aan de hand van de vastgestelde formatie voor de betreffende producten het aantal toe te rekenen uren. Jaarlijks beoordelen wij of een herziening van de toe te rekenen uren noodzakelijk is. Het uurtarief dat wordt gehanteerd, bevat naast de directe loonkosten ook een opslag voor de kosten van overhead."

Kruissubsidiëring leges
Voor diverse diensten en producten heffen wij leges. Deze leges zijn bedoeld om de kosten die wij maken voor het verlenen van deze diensten en het verstrekken van deze producten te dekken. Wettelijke bepalingen (Gemeentewet) verbieden het ons dat de inkomsten van deze leges de gemaakte kosten overtreffen. Daarmee wordt voorkomen dat wij met deze leges ook andere activiteiten financieren. Opbrengsten mogen hooguit kostendekkend zijn. Dit wordt berekend bij de samenstelling van de begroting en dus voordat de belasting- en legesverordeningen zijn vastgesteld. Bij leges waarbij de tarieven voor verschillende diensten en producten in één verordening worden geregeld, is het uitgangspunt dat de kostendekkendheid wordt beoordeeld op totaalniveau van de verordening. De totale kosten van de activiteiten worden gedekt door de totale baten van de leges. Hierdoor is zogenoemde kruissubsidiëring mogelijk: een verwacht voordeel c.q. overschot bij de ene dienst mag worden gebruikt voor de dekking van een verwacht  tekort bij een andere dienst. Er zijn twee uitzonderingen op dit uitgangspunt van verordeningsbrede kruissubsidiëring: 

  • de Europese Dienstenrichtlijn beperkt de mogelijkheden voor kruissubsidiëring bij leges die samenhangen met bedrijfsactiviteiten tot een cluster van samenhangende vergunningen
  • de wetgeving over de omgevingsvergunning gaat ervan uit dat alleen binnen de omgevingsvergunning kruissubsidiëring kan worden toegepast en niet met dienstverlening erbuiten

Onze legesverordening (Verordening leges Coevorden) bestaat uit drie onderdelen, namelijk:

  • titel I: Algemene Dienstverlening (o.a. Rijbewijzen, Reisdocumenten, Burgerlijke stand)
  • titel II: Fysieke leefomgeving (o.a. Omgevingsvergunningen, Structuur- en ontwikkelplannen)
  • titel III: Europese Dienstenrichtlijn (o.a. Marktgelden)

Wij hebben daarom van de legesverordening per titel de kostendekkendheid in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat binnen de legesverordening sprake is van kruissubsidiëring. Op totaalniveau is de kostendekkendheid van de legesverordening 75%.

Kostendekkendheid leges, per titel
Bedragen x € 1.000
Titel I Titel II Titel III Totaal
Kosten taakvelden incl. rente en directe personeelskosten 994 1.020 153 2.167
Toe te rekenen overhead 250 451 59 761
Totale kosten 1.244 1.471 212 2.928
Opbrengsten 908 1.236 47 2.191
Saldo 336 235 165 737
Kostendekkendheid 73% 84% 22% 75%

In onderstaand overzicht geven wij een viertal rekenvoorbeelden van de gemiddelde lastendruk voor particulieren. In het rekenvoorbeeld hanteren wij een woning met een WOZ-waarde van € 286.000 in 2025, die naar verwachting stijgt naar een waarde van € 299.500 in 2026 (ca. 7,2%). Wij gaan in dit voorbeeld uit van een waterverbruik tot 150 m3. We hanteren de beleidsuitgangspunten van de tariefberekening van afval: gemiddeld twaalf ledigingen restafvalcontainer (á € 9,80) voor een meerpersoonshuishouden en acht ledigingen (á € 9,80) per jaar voor een eenpersoonshuishouden. Een lager aanbiedgedrag dan deze gemiddelden zorgt direct voor een lagere afvalstoffenheffing en daarmee tot lagere lokale lasten.

Rekenvoorbeeld 1 Rekenvoorbeeld 2
Meerpersoonshuishouden Eenpersoonshuishouden
Eigenaar en gebruiker Eigenaar en gebruiker
2025 2026 2025 2026
OZB € 406 € 445 OZB € 406 € 445
Rioolheffing € 218 € 234 Rioolheffing € 218 € 234
Afvalstoffenheffing € 330 € 337 Afvalstoffenheffing € 292 € 298 *
Totaal € 954 € 1.016 Totaal € 916 € 977
Effect lokale lasten 6,5 % Effect lokale lasten 6,7 %
Rekenvoorbeeld 3 Rekenvoorbeeld 4
Meerpersoonshuishouden Eenpersoonshuishouden
Huurder en gebruiker Huurder en gebruiker
2025 2026 2025 2026
Rioolheffing € 104 € 109 Rioolheffing € 104 € 109
Afvalstoffenheffing € 330 € 337 Afvalstoffenheffing € 292 € 298 *
Totaal € 434 € 446 Totaal € 396 € 407
Effect lokale lasten 2,8 % Effect lokale lasten 2,8 %