Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft inzicht in het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen met betrekking tot de lokale heffingen van de gemeente.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Wij hebben voor het tarievenbeleid een aantal uitgangspunten geformuleerd. De volgende uitgangspunten liggen ten grondslag aan de berekeningen van onze tarieven en heffingen:

  • de lokale lastendruk dient in overeenstemming te zijn met de bestuurlijke ambities en het voorzieningenniveau in de gemeente;
  • lokale heffingen zijn kostendekkend;
  • lokale heffingen worden vastgesteld conform de uitgangspunten die zijn vastgesteld in het bestuursakkoord en de kaderbrief. De prijsindex die in de kaderbrief 2023 is opgenomen bedraagt 2,3%.


Kwijtscheldingsbeleid
Voor de beoordeling van kwijtscheldingsverzoeken hanteren wij de wettelijke normen overeenkomstig de bepalingen in de Invorderingswet 1990 en de Leidraad invordering bestuursrechtelijke geldschulden Coevorden. De kwijtscheldingsnorm die wij hanteren bedraagt 100%. Dit betekent dat aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau voor kwijtschelding in aanmerking kunnen komen indien zij aan de normen voldoen. Kwijtschelding kan worden verleend voor de afvalstoffenheffing (met uitzondering van de extra container) en de rioolheffing (gebruikersdeel).

Belastingopbrengsten en tarieven

Terug naar navigatie - Belastingopbrengsten en tarieven

De begrote opbrengsten uit de belastingen en de lokale lasten (afvalstoffenheffing en rioolheffing) zijn als volgt:

BELASTINGOPBRENGSTEN
Bedragen × € 1.000
2022 2023 Verschil Verdeling
Onroerende-zaakbelastingen 9.135 9.416 281 47%
Afvalstoffenheffing 4.280 4.557 277 23%
Rioolheffing 3.584 3.667 83 18%
Toeristenbelasting 1.890 1.890 0 10%
Forensenbelasting 100 102 2 1%
BIZ-bijdrage 237 240 3 1%
Totaal geraamde opbrengst 19.226 19.872 646

De tarieven voor de lokale lasten hebben wij in onderstaande tabel weergegeven. Daarbij laten wij de huidige tarieven in 2022 en de voorgestelde tarieven voor 2023 zien. 

OVERZICHT BELASTINGTARIEVEN
2022 2023
Onroerende-zaakbelastingen woningen -16%, niet-woningen 0%
Eigenaren woningen 0,1662% 0,1396%
Eigenaren niet-woningen 0,2184% 0,2184%
Gebruikers niet-woningen 0,1820% 0,1820%
Rioolheffing -1,5%
Op basis van een voorbeeld: eigenaar en gebruiker van een woning,
met een WOZ-waarde van € 224.000 in 2021 en € 260.000 in 2022,
met een waterverbruik van 150 m3
Gebruikers:
Rioolheffing afvalwater categorie 0 t/m 500 m3 waterverbruik € 102,95 € 101,41
Eigenaren:
Rioolheffing hemel- & grondwaterafvoer, vastrecht € 59,47 € 58,58
Rioolheffing hemel- & grondwaterafvoer, 0,0188% 0,0185%
0,0188% resp. 0,0185% van de WOZ-waarde € 42,11 € 48,10
Afvalstoffenheffing +3,25%
Eenpersoonshuishouden € 246,10 € 254,10
Meerpersoonshuishouden € 296,45 € 306,08
Extra container GFT € 70,85 € 73,15
Extra container PMD € 70,85 € 73,15
Extra container Rest € 141,70 € 146,31
Toeristenbelasting 0% € 1,35 € 1,35
Forensenbelasting +2,3%
Forensenbelasting < WOZ-waarde € 120.000 € 335,78 € 343,50
Forensenbelasting > WOZ-waarde € 120.000 € 402,65 € 411,91

Toelichtingen

Terug naar navigatie - Toelichtingen

Onroerende-zaakbelastingen (Ozb) 
Het uitgangspunt voor de Ozb is dat de begrote opbrengst leidend is. De begrote opbrengst in de jaarschijf 2023 is als volgt opgebouwd: 
1. Opbrengst 2022 
De opbrengst in de begroting 2022 is € 9.135.000. 
2. Prijsindexatie conform kaderbrief Op basis van de kaderbrief hebben wij de opbrengst met een prijsindexatie van 2,3% verhoogd. Dit is een bedrag van € 210.000. 
De totale begrote opbrengst, zijnde € 9.345.000 is het uitgangspunt voor de tariefberekeningen. 

Volume 
Wij verwachten een stijging van de waarde van woningen met ca. 18%. De verwachting is dat de waarde van niet-woningen gemiddeld genomen stijgt met ca. 1,5%. Jaarlijks maken wij bij de tariefberekeningen op een aantal vlakken prognoses, zoals het aantal woningen en niet-woningen (waaronder bedrijfspanden, agrarische objecten en grote incourante objecten), de Woz-waarde van deze panden, de te verwachten stijging van de marktwaarde, de effecten van bezwaar- en beroepsprocedures, leegstand en nieuwbouw. Jaarlijks wordt in het najaar op basis van een marktanalyse een brede herwaardering uitgevoerd.

Beleidsuitgangspunten 2023 
Omdat de opbrengst van de Ozb leidend is in onze berekeningen, leidt een waardestijging normaliter tot een daling van het tarief. Bij een waardedaling stijgt normaliter het tarief. Om de totale opbrengst te genereren, zijn het tarief en de Woz-waarde twee communicerende vaten. Wij noemen dit vaak 'P maal Q': de prijs maal de hoeveelheid leidt tot een opbrengst.

Tariefdifferentiatie
De tariefdifferentiatie van de Onroerende zaakbelasting (Ozb) is onderwerp van gesprek en monitoring. In 2019 heeft uw raad besloten om toe te groeien naar een hogere tariefdifferentiatie tussen het Ozb-tarief voor eigenaren van niet-woningen en het Ozb-tarief van woningen. Er was sprake van een tariefdifferentiatie van 102%. Dat wil zeggen dat het tarief voor eigenaren van niet-woningen nagenoeg gelijk was aan het tarief voor woningen. Onze tarieven voor niet-woningen zijn lager dan landelijk en regionaal gemiddeld, het tarief voor woningen is hoger dan gemiddeld. Met de voorgestelde tarieven zetten wij weer een goede stap in de richting van de tariefdifferentiatie. De ontwikkeling van de Woz-waarde speelt hierin een belangrijke rol. De tariefdifferentiatie was in 2022 131%. Dit is in 2023 156%. 

Rioolheffing 
De grondslagen voor de rioolheffingen zijn: 
•    waterverbruik voor het afvalwater door middel van vier staffels; 
•    vastrecht voor het hemelwater en grondwater voor de openbare ruimte; 
•    WOZ-waarde voor het hemelwater en grondwater voor de particuliere percelen. 


Het uitgangspunt voor de rioolheffing is dat deze 100% kostendekkend is. Daarbij baseren wij ons op het verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (vGRP). Wij hebben kapitaallasten van investeringen, exploitatielasten en interne kostentoerekening geactualiseerd. Daarnaast hebben wij de volumes voor het aantal huishoudens en de Woz-waarde aangepast. Om schommelingen in de kapitaallasten van investeringen op te vangen, hebben wij een voorziening riolering. Pieken en dalen vangen wij met behulp van deze voorziening op. Daardoor hoeven wij de tarieven niet jaarlijks (aanzienlijk) te laten stijgen of dalen op basis van het investeringsvolume. De WOZ-waarde van woningen stijgt naar verwachting in 2023. Een deel van de opbrengst uit de rioolheffing is gebaseerd op de WOZ-waarde van gebouwen. Daardoor stijgt de opbrengst. Voor belastingjaar 2023 hebben wij de opbrengst verhoogd met de reguliere prijsindexatie van 2,3%. Samen met het effect van de verwachte WOZ-waardestijging leidt dit ertoe dat er een storting in de voorziening wordt gedaan ter grootte van € 77.000.

KOSTENDEKKENDHEID RIOLERING
Bedragen x € 1.000
2022 2023
Kosten taakveld riolering, incl. rente en directe personeelskosten -3.210 -3.227
Inkomsten taakveld, excl. heffingen - -
Onttrekking voorziening riolering -27 -77
Directe kosten -3.237 -3.304
Toe te rekenen kosten
Overhead, incl. rente -347 -362
BTW - -
Totale kosten -3.584 -3.666
Opbrengst heffingen 3.584 3.667
Dekkingspercentage 100% 100%

Afvalstoffenheffing 
Wij verhogen de tarieven voor de afvalstoffenheffing met 3,25%. De kosten van de afvalinzameling door Area zijn verhoogd met de inflatie. Daarnaast is er sprake een stijging van inkomsten uit het oud papier. Er wordt meer PMD (plastic, metaal, drankenkartons) ingezameld dan voorheen. De hoeveelheid ingezameld restafval daalt licht. De kosten van de inzameling stijgen met name door hogere brandstofkosten en hogere onderhoudsprijzen van het materieel. Verder is er sprake van een volumestijging in het aantal huishoudens. Om in 2023 de tarieven kostendekkend te laten zijn, moeten wij het tarief daarom met 3,25% laten stijgen. Daarmee dekken wij de begrote kosten voor 2023 van € 4,5 miljoen af. Dit is cijfermatig als volgt samengevat.

KOSTENDEKKENDHEID AFVAL
Bedragen x € 1.000
2022 2023
Kosten taakveld afval, incl. rente en directe personeelskosten -3.950 -4.247
Inkomsten taakveld, excl. heffingen 554 678
Directe kosten -3.396 -3.569
Toe te rekenen kosten
Overhead, incl. rente -103 -107
BTW -781 -832
Indirecte kosten -884 -939
Totale kosten -4.280 -4.508
Opbrengst heffingen 4.280 4.508
Dekkingspercentage 100% 100%

Toeristenbelasting 
Het tarief voor de toeristenbelasting is in 2023 € 1,35 per persoon per overnachting. Voor 2023 houden wij rekening met 1.400.000 overnachtingen. Zoals in de tegel 'Financiële begroting' onder de ontwikkeling van de inkomsten te lezen, hebben wij de volgende tariefontwikkeling in onze begroting verwerkt: 
•    2022-2024: € 1,35 per persoon per nacht 
•    Per 2025 zullen wij het tarief wederom met € 0,05 laten stijgen naar € 1,40 per persoon per nacht. 

Deze driejaarlijkse stijging met € 0,05 per persoon per nacht is conform de besluitvorming in 2016. De driejaarlijkse stijging betekent dat we met ronde tarieven kunnen werken, die niet jaarlijks aangepast worden en tegelijkertijd de inflatie over drie jaar vertegenwoordigen.

Bouwvergunningen 
De uitgangspunten voor het legesstelsel van omgevingsvergunning bouw (‘bouwvergunningen’) zijn: 
•    degressiviteit; 
•    transparantie; 
•    een maximumtarief in de hoogste staffel; 
•    100% kostendekkendheid. 

Onze legesverordening kent een degressief stelsel en het systeem van kruissubsidiering binnen de hoofdstukken van de legesverordening. Bij een hoge bouwsom betaalt de aanvrager een relatief hoog legesbedrag. Het degressieve stelsel brengt met zich mee dat bij hogere bedragen een relatief lager percentage in rekening wordt gebracht. Ook is om onbillijkheden te voorkomen in overeenstemming met de geldende jurisprudentie een maximum legesbedrag in de verordening opgenomen. Voor bepaalde categorieën bouwvergunningen betekent dit dat de leges hoger zijn dan de kosten van toetsing die in dat concrete geval worden gemaakt. Voor bouwaanvragen met een lager bedrag aan bouwkosten kan het omgekeerde aan de orde zijn. De kosten worden in die gevallen niet gedekt door de leges. 100% kostendekkendheid zal daar leiden tot onevenredige leges. Op basis van de resultaten over voorgaande jaren en de tussentijdse resultaten over 2022 gaan wij uit van de volgende uitgangspunten voor de tariefberekening 2023: 
•    de kosten stijgen met de prijsindex van 2,3%; 
•    de begrote opbrengst stijgt met de prijsindex van 2,3%; 
•    wij verwachten een lichte daling van volume bouwaanvragen, te weten 235, verdeeld over 6 categorieën; 
•    wij verwachten een iets lagere gemiddelde bouwsom per staffel dan in de Programmabegroting 2022 (meer vergunningen met een kleinere bouwsom). 

Op basis van het bovenstaande wordt de begrote opbrengst € 1.083.000. De kostendekkendheid in 2022 is hiermee 100%. De kostendekkendheid van de bouwleges schetsen wij u in onderstaand overzicht:

KOSTENDEKKENDHEID OMGEVINGSVERGUNNING
Bedragen x € 1.000
Kosten omgevingsvergunningen, incl. rente en directe personeelskosten -627
Inkomsten taakveld, excl. heffingen -122
Netto kosten taakveld -749
Toe te rekenen kosten
Overhead, incl. rente -334
BTW -
Totale kosten -1.083
Opbrengst heffingen 1.083
Dekkingspercentage 100%

Berekening tarieven
Conform de nieuwe vereisten van het BBV rondom de kostendekkende tarieven geven wij in deze paragraaf inzicht in de wijze waarop wij bewerkstelligen dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. De beleidsuitgangspunten die ten grondslag liggen aan onze tariefberekeningen, verwoordden wij al bij aanvang van deze paragraaf. De wijze waarop wij deze uitgangspunten bij de tariefstelling hebben gehanteerd, is als volgt: "In de integrale kostprijsberekeningen bepalen wij aan de hand van de vastgestelde formatie voor de betreffende producten het aantal toe te rekenen uren. Jaarlijks beoordelen wij of een herziening van de toe te rekenen uren noodzakelijk is. Het uurtarief dat wordt gehanteerd, bevat naast de directe loonkosten ook een opslag voor de kosten van overhead."

Kruissubsidiëring leges
Voor diverse diensten en producten heffen wij leges. Deze leges zijn bedoeld om de kosten die wij maken voor het verlenen van deze diensten en het verstrekken van deze producten te dekken. Wettelijke bepalingen (Gemeentewet) verbieden het ons dat de inkomsten van deze leges de gemaakte kosten overtreffen. Daarmee wordt voorkomen dat wij met deze leges ook andere activiteiten financieren. Opbrengsten mogen hooguit kostendekkend zijn. Dit wordt berekend bij de samenstelling van de begroting en dus voordat de belasting- en legesverordeningen zijn vastgesteld. Bij leges waarbij de tarieven voor verschillende diensten en producten in één verordening worden geregeld, is het uitgangspunt dat de kostendekkendheid wordt beoordeeld op totaalniveau van de verordening. De totale kosten van de activiteiten worden gedekt door de totale baten van de leges. Hierdoor is zogenoemde kruissubsidiëring mogelijk: een verwacht voordeel c.q. overschot bij de ene dienst mag worden gebruikt voor de dekking van een verwacht  tekort bij een andere dienst. Er zijn twee uitzonderingen op dit uitgangspunt van verordeningsbrede kruissubsidiëring: 

  • de Europese Dienstenrichtlijn beperkt de mogelijkheden voor kruissubsidiëring bij leges die samenhangen met bedrijfsactiviteiten tot een cluster van samenhangende vergunningen
  • de wetgeving over de omgevingsvergunning gaat ervan uit dat alleen binnen de omgevingsvergunning kruissubsidiëring kan worden toegepast en niet met dienstverlening erbuiten


Onze legesverordening (Verordening leges Coevorden) bestaat uit drie onderdelen, namelijk:

  • titel I: Algemene Dienstverlening (o.a. Rijbewijzen, Reisdocumenten, Burgerlijke stand)
  • titel II: Fysieke leefomgeving (o.a. Omgevingsvergunningen, Structuur- en ontwikkelplannen)
  • titel III: Europese Dienstenrichtlijn (o.a. Marktgelden)


Wij hebben daarom van de legesverordening per titel de kostendekkendheid in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat binnen de legesverordening sprake is van kruissubsidiëring. Op totaalniveau is de kostendekkendheid van de legesverordening 78%.

Kostendekkendheid leges, per titel
Bedragen x € 1.000
Titel I Titel II Titel III Totaal
Kosten taakvelden incl. rente en directe personeelskosten 677 697 115 1.488
Toe te rekenen overhead 220 349 38 608
Totale kosten 897 1.046 153 2.096
Opbrengsten 452 1.142 45 1.638
Saldo 445 -96 109 458
Kostendekkendheid 50% 109% 29% 78%

In onderstaand overzicht geven wij een viertal rekenvoorbeelden van de gemiddelde lastendruk voor particulieren. In het rekenvoorbeeld hanteren wij een woning met een WOZ-waarde van € 224.000 in 2022, die naar verwachting stijgt naar een waarde van € 260.000 in 2023 (ca. 16%). Wij gaan in dit voorbeeld uit van een waterverbruik tot 150 m3.

Rekenvoorbeeld 1 Rekenvoorbeeld 2
Meerpersoonshuishouden Eenpersoonshuishouden
Eigenaar en gebruiker
2022 2023 2022 2023
OZB € 372 € 363 OZB € 372 € 363
Rioolheffing € 204 € 208 Rioolheffing € 204 € 208
Afvalstoffenheffing € 296 € 306 Afvalstoffenheffing € 246 € 254
Totaal € 873 € 877 Totaal € 823 € 825
Effect lokale lasten 0,4 % Effect lokale lasten 0,2 %
Rekenvoorbeeld 3 Rekenvoorbeeld 4
Meerpersoonshuishouden Eenpersoonshuishouden
Huurder en gebruiker Huurder en gebruiker
2022 2023 2022 2023
Rioolheffing € 103 € 101 Rioolheffing € 103 € 101
Afvalstoffenheffing € 296 € 306 Afvalstoffenheffing € 246 € 254
Totaal € 399 € 407 Totaal € 349 € 356
Effect lokale lasten 2,0 % Effect lokale lasten 1,9 %