De gemeente Coevorden heeft de afgelopen jaren een goede financiële positie opgebouwd. Een gezonde financiële huishouding betekent dat risico’s kunnen worden afgedekt met voldoende weerstandvermogen. Een belangrijk uitgangspunt in ons financieel beleid is dat we meerjarige kosten dekken met meerjarige dekkingsmiddelen. Incidentele kosten kunnen met incidentele middelen worden afgedekt. Daarnaast worden gemeentelijke belastingen in de basis alleen met een prijsindex verhoogd.
Naast dit principe vinden wij een stabiele en beheersbare vermogenspositie van belang. Dat komt tot uitdrukking in de verhouding tussen het eigen vermogen en vreemd vermogen. We hebben in onze Nota Financieel Beleid afgesproken dat deze verhouding, de solvabiliteit, tussen de 30% en 40% zijn. Deze solide basis willen we graag in stand houden. Om onze vermogenspositie op peil te houden, storten wij jaarlijks € 2 miljoen in de algemene reserve. De komende jaren willen we dit principe vasthouden tenzij de solvabiliteit buiten de afgesproken bandbreedte komt.
Voor het realiseren van opgaven en ambities zijn investeringen nodig. Hierbij moet gedacht worden aan de nieuwbouw van De Nieuwe Veste, het programma voor de Binnenstad, ontwikkelingen in het kader van Duurzaamheid en het versterken van de ambtelijke organisatie. Ook zijn er diverse landelijke ontwikkelingen waarvan de effecten nog niet duidelijk zijn. Enkele belangrijke ontwikkelingen die we willen noemen zijn de Hervormingsagenda Jeugd, het 'stikstof-dossier' en de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2023. We krijgen daarnaast vanaf 2026 te maken met een forse inkomstendaling. Het jaar 2026 lijkt daarmee een ‘ravijnjaar’ te worden als gevolg van een aanpassing van de financieringssystematiek van het gemeentefonds. De gesprekken tussen gemeenten en het Rijk zijn hierover gaande. Niettemin kijken we door onze solide financiële positie met vertrouwen naar de toekomst.
Tegelijk hebben we momenteel te maken met inflatiecijfers die we in Nederland lange tijd niet gekend hebben. Voor de kosten die boven de reguliere loon- en prijsindexen uit gaan hebben we een stelpost opgenomen. Periodiek monitoren we of de stelpost toereikend is voor de kostentoename. Een eventueel overschot vloeit terug naar de algemene reserve. Een eventueel tekort wordt gedekt uit de algemene reserve of aanvullende maatregelen.
Financiële begroting
Samenvatting financieel meerjarenperspectief 2023-2026
Wij hebben de begroting opgebouwd vanuit de Kaderbrief 2023. In de Kaderbrief is een vooruitblik op hoofdlijnen op de financiën in 2023-2026 opgenomen. Deze hoofdlijnen hebben wij nader uitgewerkt in de begroting die voor u ligt. Waar er in de uitwerking verschillen optreden of nieuwe ontwikkelingen hebben voorgedaan, laten wij onderstaand de effecten ten opzichte van de Kaderbrief zien. Het saldo van de voorliggende begroting is in alle jaren positief met uitzondering van jaar 2026. Hier komt tot uitdrukking het reeds eerder genoemde 'ravijnjaar'.
ACTUALISATIE MEERJARENPERSPECTIEF | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | ||||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |||||
Saldo Kaderbrief 2023 | 4.108 | 5.671 | 6.482 | 464 | ||||
Mutaties Programmabegroting 2023 | ||||||||
Ontwikkeling inkomsten | ||||||||
Septembercirculaire | 1.437 | 1.047 | -405 | 1.027 | ||||
Belastingen, huren en pachten | 61 | 134 | 114 | 114 | ||||
Ontwikkeling uitgaven | ||||||||
Loon- en prijsontwikkelingen | -885 | -885 | -885 | -885 | ||||
Motie groenonderhoud | -250 | -250 | -250 | -250 | ||||
Effecten halfjaarrapportage 2022 | -187 | -187 | -187 | -187 | ||||
Meerjaren investerings programma | -26 | -4 | -4 | -59 | ||||
Nieuwbouw De Nieuwe Veste | -1.206 | |||||||
Kleine verschillen, correcties en afrondingsverschillen | 13 | -116 | -58 | -41 | ||||
Saldo mutaties | 163 | -261 | -1.675 | -1.487 | ||||
Nieuw saldo meerjarenraming | 4.271 | 5.410 | 4.807 | -1.023 | ||||
Uitgangspunten van deze begroting
- Voor de ontwikkeling van prijzen en subsidies hebben wij de budgetten geïndexeerd met 2,3%. Dit is het vastgestelde indexcijfer in de Kaderbrief 2023.
- De loonsom is gebaseerd op het indexcijfer van het Centraal Planbureau zoals wij bij de Kaderbrief 2023 hebben vertaald. Dit is de 'loonvoet sector overheid'. In de CEP-raming van maart 2022 is een verwachting opgenomen van 3,6% in 2023. De huidige CAO loopt af per 1 januari 2023. Als gevolg van de huidige inflatiecijfers worden inmiddels in diverse sectoren CAO's afgesloten met loonontwikkelingen van 8% tot 12%. Wij hebben daarom een inschatting gemaakt van de financiële effecten op basis van 8%. In de meerjarenbegroting is vanaf 2023 een stelpost van € 1,6 miljoen opgenomen. Ten tijde van de samenstelling van deze begroting lopen de onderhandelingen over een nieuwe CAO nog.
- Onze inkomsten uit belastingen, leges, heffingen, huren en pachten hebben wij geïndexeerd met 2,3%. zoals vastgesteld in de Kaderbrief 2023. Waar wij in de uitwerking in deze begroting afwijken van dit percentage, hebben wij dit vermeld en toegelicht in de paragraaf lokale heffingen.
- Onze begroting is gebaseerd op constante prijzen. Dat betekent dat wij onze inkomsten en uitgaven voor de komende vier jaren hebben begroot op basis van het prijspeil van 2023. Jaarlijks berekenen en begroten wij het effect van inflatiecorrectie op onze inkomsten en uitgaven.
- De rente die wij toerekenen aan investeringen is 1,5%. Dit is onze vaste interne rekenrente.
- Wij verwachten in 2023 geen aanvullende langlopende leningen aan te moeten trekken. Meer informatie over onze leningenportefeuille staat in de paragraaf financiering.
- De effecten van de septembercirculaire van het gemeentefonds zijn in de Programmabegroting 2023 verwerkt.
- Wij hebben het structurele effect van de Halfjaarrapportage 2022 verwerkt in de Programmabegroting 2023. Dit betreft met name CAO-ontwikkelingen.
- Voor de jaren 2023 tot en met 2026 is afgesproken dat de gemeenten voor de extra middelen voor Jeugdhulp, een stelpost mochten opnemen in de begroting van nog te ontvangen middelen. Deze stelpost heeft gemeente Coevorden ook opgenomen. Vanuit behoedzaamheid gold hiervoor een maximum van 75%. De compensatie 2023 is in de meicirculaire 2022 echter volledig gegeven, dus 100%. Voor de jaren 2024 t/m 2026 geldt dit nog niet. Wij hanteren voor deze jaren nog steeds de stelpost van 75%.
- Jaarlijks is bij het Rijk sprake van onderuitputting op het BTW-compensatiefonds. Jaarlijks ontvangen wij in de meicirculaire daarom een bedrag uit het gemeentefonds. De hoogte van dat incidentele voordeel is onzeker. Daarom zijn wij voorzichtig en hebben wij in de begroting géén te ontvangen bedrag geraamd.
- De jaarschijf 2025 vormde de basis voor de nieuwe jaarschijf 2026. Wij hebben cyclische ritmes en kapitaallasten geactualiseerd.
Stelpost voor onvoorziene uitgaven
Wij hebben een stelpost voor uitgaven die onvoorzien, onuitstelbaar en onvermijdbaar zijn. Deze stelpost bevat jaarlijks € 100.000. Bij uitgaven gedurende het jaar, die aan de hier genoemde criteria van de drie 'O's voldoen, kunnen wij een beroep doen op dit budget. Als dit aan de orde is, dan informeren wij uw gemeenteraad hierover in de Halfjaarrapportage 2023, een separaat raadsvoorstel of in de verslaggeving in het Jaarverslag 2023.
Stelpost vervangingsinvesteringen
Wij hebben een stelpost voor vervangingsinvesteringen. Het volume van deze stelpost is € 100.000 voor de jaren 2024, 2025 en 2026. Dit bedrag is beschikbaar voor reguliere vervangingsinvesteringen in onze openbare ruimte, tractiemiddelen, huisvesting, facilitaire zaken en ICT. Onder het kopje 'Ontwikkelingen uitgaven' in dit hoofdstuk staat de opbouw van deze stelpost in tabelvorm weergegeven.
Ontwikkeling inkomsten
Wij hebben de inkomsten voor 2023 geactualiseerd. Dit betreft onder andere de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds op basis van de septembercirculaire. Ook hebben wij de inkomsten uit belastingen en leges geactualiseerd. Onderstaand treft u de ontwikkeling van de inkomsten aan, zoals deze zijn gewijzigd ten opzichte van het beeld dat wij bij de Kaderbrief 2023 hadden.
De septembercirculaire
Terug naar navigatie - De septembercirculaireJaarlijks verschijnen er doorgaans drie gemeentefondscirculaires: in mei, september en december. De circulaire van mei vertaalt de Voorjaarsnota van de rijksoverheid, september vertaalt de Miljoenennota en de circulaire van december rondt het uitkeringsjaar zoveel mogelijk af. De septembercirculaire is dus de tweede circulaire van dit jaar.
EFFECTEN SEPTEMBERCIRCULAIRE | ||||
---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | ||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Uitkeringsfactor | ||||
Accresontwikkeling | 781 | 952 | 1.038 | 1.151 |
Nominaal effect i.v.m. constante prijzen | - | -798 | -1.369 | -1.718 |
Eenmalige rijksbijdrage financieringssystematiek | - | - | - | 1.821 |
Overige ontwikkelingen uitkeringsfactor | 47 | 11 | -11 | 63 |
Ontwikkeling uitkeringsbasis | ||||
Ontwikkeling uitkeringsbasis | 474 | 291 | 171 | 57 |
Hoeveelheidsverschillen | 150 | 157 | 160 | 148 |
Taakmutatie | ||||
Bijdrage centrale financiering GDI | -15 | -16 | -16 | -15 |
Subtotaal | 1.437 | 597 | -27 | 1.507 |
Middelen Jeugdzorg | ||||
Jeugdzorg mutatie stelpost (coalitieakkoord) | - | 450 | -378 | -480 |
Jeugdzorg; Besparingen Rijk Hervormingsagenda | - | -200 | -1.000 | -1.000 |
Jeugdzorg; Kostenverlaging Hervormingsagenda | - | 200 | 1.000 | 1.000 |
Subtotaal | - | 450 | -378 | -480 |
Subtotaal centraal | 1.437 | 1.047 | -405 | 1.027 |
Taakmutaties | ||||
Asiel (inburgering) | 85 | 66 | - | - |
Participatie IPS Regeling | -20 | - | - | - |
Uitvoeringskosten SVB PGB Trekkingsrechten | -61 | -63 | -66 | -61 |
IU/DU/SU | ||||
Wet kwaliteitsborging bouw (wkb) | 39 | 39 | 39 | 39 |
Subtotaal decentraal | 43 | 42 | -27 | -22 |
Totaal effecten septembercirculaire | 1.480 | 1.089 | -432 | 1.005 |
Toelichting op de septembercirculaire
Accressen
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. De rijksuitgaven hebben direct invloed op de omvang van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit wordt de accresontwikkeling genoemd.
Sinds de meicirculaire 2022 is het accres gesplitst in een volume- en een nominaal deel, waarbij het nominale deel ter compensatie is van loon- en prijsstijging en het volumedeel ter compensatie van bevolkingstoename en reëel accres. Kort na de meicirculaire 2022 is overeengekomen dat het volume accres voor de jaren 2022 tot en met 2025 wordt bevroren. Vanaf 2026 wordt geen volume accres meer verstrekt, dan alleen nog maar nominaal accres voor loon- en prijsontwikkeling. Voor alle jaren vanaf 2023 is sprake van een lichte opwaartse bijstelling van het nominale accres.
Eenmalige rijksbijdrage 2026
Het Rijk werkt met gemeenten aan een nieuwe financieringsmethodiek vanaf 2026. In aanloop daarnaartoe stelt het kabinet eenmalig € 1 miljard extra in 2026 beschikbaar. Voor de gemeente Coevorden is dit ruim € 1,8 miljoen.
De ontwikkeling van de uitkeringsbasis is positief
In deze circulaire zijn de nieuwe ramingen verwerkt van de ontwikkeling van de uitkeringsbasis. De mutaties worden voornamelijk veroorzaakt door stijgende Woz-waarden ten opzichte van de meicirculaire 2022.
De hoeveelheidsverschillen zijn positief
Diverse landelijke aantallen zijn bijgesteld. Denk aan bijstandsontvangers, omgevingsadressendichtheid en bedrijven. Dat heeft een stijging van de uitkering tot gevolg. Dit heeft een positief effect voor onze gemeente en is in deze circulaire verwerkt.
Extra rijkbijdrage jeugdzorg
Er is overeenstemming gekomen dat gemeenten zowel de extra rijksbijdragen als de geplande bezuinigingen voor 100% in de begroting 2023 en meerjarenraming mogen opnemen. Voorheen was dit 75%. Voor de jaren na 2026 blijft onduidelijk of gemeenten 100% mogen ramen. Dit is nog niet opgenomen in de richtlijnen van de provinciale toezichthouder.
Het totaal beschikbare bedrag is € 1,828 miljard. Het bedrag van dossiers bezuinigingen en aftrekposten waar overeenstemming over is, staat voor 2023 op € 374 miljoen en loopt op tot iets meer dan € 1,0 miljard voor 2026. Er is ook nog een lijst met dossiers zonder overeenstemming, hierover is nog geen duidelijkheid.
Voor 2023 heeft de gemeente Coevorden bij de Kaderbrief 2023 (meicirculaire 2022) reeds € 669.000 op de post Jeugdzorg bijgeraamd. Dit is in overeenstemming met de huidige informatie. Voor 2024 is er een stelpost van € 2 miljoen opgenomen. Voor 2025 en verder een stelpost van € 1,85 miljoen. Op basis van de meest actuele informatie dienen wij deze stelposten aan te passen. Voor 2024 is dit een positief effect, voor 2025 en 2026 is dit een negatief effect.
Hervormingsagenda Jeugdzorg
Het Rijk verwacht voor gemeenten een extra besparing in het jeugddomein van in 2024 € 100 miljoen, oplopend naar € 500 miljoen in 2025 en 2026 en structureel € 511 miljoen vanaf 2027. Dit als aanvulling op de beoogde Hervormingsagenda. De besparing is een rijksverantwoordelijkheid. Het gaat om maatregelen waarbij gemeenten minder middelen nodig hebben of alternatieve inkomsten kunnen genereren. Provinciale toezichthouders stellen als eis dat gemeenten expliciet een daling van de uitgaven moeten ramen in de begroting voor Jeugdzorg ter waarde van ons aandeel. Tevens moeten wij vanaf 2024 rekening houden met de voorgenomen besparing. Op deze manier loopt de extra korting budgettair neutraal.
Taakmutaties
- Voor maatschappelijke begeleiding van inburgeringsplichtige asielmigranten en hun gezinsleden ontvangen wij een bijdrage.
- Voor de uitvoeringskosten SVB PGB Trekkingsrechten wordt met ingang van 2023 structureel € 27,2 miljoen uit de algemene uitkering uitgenomen ten behoeve van de uitvoeringskosten van de SVB van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Na vier jaar (2026) wordt deze afspraak geëvalueerd.
IU/DU/SU
De gemeenten ontvangen in 2022 een incidentele bijdrage voor de noodzakelijke voorbereiding die de gemeenten nog moeten treffen tot de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) vanaf 1 januari 2023. Daarnaast ontvangen de gemeenten na inwerkingtreding een jaarlijkse bijdrage (tot en met 2026) voor het uitvoeren van de Wkb-taken.
Belastingen en leges
Terug naar navigatie - Belastingen en legesIn de kaderbrief hebben wij de opbrengsten uit de belastingen en leges verhoogd met 2,3% prijsindex. Dit leidt tot een verhoging van de inkomsten met € 215.000. Dit is de verhoging van de Ozb en forensenbelasting en leidt tot vrije begrotingsruimte. Deze inkomsten zijn een algemeen dekkingsmiddel. Wij hebben ook de huren en pachten met 2,3% prijsindex verhoogd conform de kaderbrief. Hier is een bedrag van € 30.000 mee gemoeid. In de paragraaf lokale heffingen gaan wij nader in op de ontwikkeling van de tarieven en laten wij een aantal rekenvoorbeelden zien. Ten opzichte van de Kaderbrief doen zich de volgende ontwikkelingen voor.
ONTWIKKELING INKOMSTEN | |||||
---|---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | |||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
Onroerende zaakbelastingen | 71 | 71 | 71 | 71 | |
Leges omgevingsvergunningen | 38 | 38 | 38 | 38 | |
Leges reisdocumenten | -48 | 25 | 5 | 5 | |
Totaal | 61 | 134 | 114 | 114 | |
Ontwikkelingen uitgaven
Wij informeren u over de ontwikkeling van de volgende uitgaven:
- Loon- en prijsontwikkelingen;
- Autonome ontwikkelingen;
- Verbonden partijen;
- Meerjaren Investerings Programma;
- Overige ontwikkelingen.
Lonen en prijzen
Terug naar navigatie - Lonen en prijzenGezien de onzekerheid over de uitkomst van de CAO-onderhandelingen, door de hoge inflatiecijfers, gaan wij uit van een CAO verhoging ter grootte van € 1.600.000 vanaf het jaar 2023 en verder. Bij de Kaderbrief 2023 hebben wij structureel € 715.000 op een stelpost geplaatst. Deze stelpost dient op basis van de meeste actuele informatie verhoogd te worden met € 885.000 ter dekking van de verwachte CAO verhoging.
Naast de onzekerheid van de CAO verhoging zijn ook de premies van ABP nog niet definitief. De premieprognose geeft aan dat het ouderdoms- en nabestaandenpensioen stijgt van 25,9% naar 29,1%, maar de premie voor de VPL-regeling (3%) zal vervallen. De door ABP afgegeven prognoses hebben wij nog niet verwerkt aangezien deze in de loop van het jaar nog kunnen veranderen door nieuwe pensioenwetgeving, hoogte van inflatie en aanpassingen van grondslagen.
Motie groenonderhoud
Terug naar navigatie - Motie groenonderhoudIn 2022 is invulling gegeven aan de motie "uitvoeren groenonderhoud op acceptabel niveau in dorpen en wijken" (2021-38). Het onderhoud groen (plantsoenen) in centra-gebieden wordt nu uitgevoerd op hoger niveau. Voor de renovatie van plantsoenen zetten wij jaarlijks € 50.000 van het beschikbare budget in om deze plantsoenen naar een hoger niveau te brengen. Ook zal worden getracht om binnen het beschikbare budget de veegcapaciteit omhoog te brengen, dit onderzoek loopt op dit moment. De structurele effecten hebben wij verwerkt in de programmabegroting 2023.
Effecten halfjaarrapportage 2022
Terug naar navigatie - Effecten halfjaarrapportage 2022Het structurele effect uit de halfjaarrapportage betreft voor het grootste deel een bijstelling als gevolg van CAO-ontwikkelingen. Bij de Kaderbrief 2021 hadden wij een stelpost opgenomen van € 604.000 voor loonontwikkelingen. Hierbij zijn we uitgegaan van een verhoging van het salaris met 3,1%. Bij de samenstelling van de Programmabegroting 2022 hebben wij dit vervolgens als uitgangspunt genomen. In het principeakkoord wat de bonden hebben bereikt is onder andere opgenomen een 1,5% loonverhoging per 01-12-2021 en 2,4% per 1 april 2022. De balanspost ter dekking van deze kosten was hierdoor niet toereikend. Structureel vallen deze kosten € 157.000 hoger uit.
Voor het groenonderhoud van gebied Ossehaar zijn extra financiële middelen benodigd van € 30.000. In verband met garanties wordt het groenonderhoud in eerste instantie uitgevoerd door derden. Hierna zal het groenonderhoud als reguliere werkzaamheden behandeld worden. Deze extra middelen zijn bij de halfjaarrapportage 2022 structureel beschikbaar gesteld.
Meerjaren Investerings Programma (MIP)
Terug naar navigatie - Meerjaren Investerings Programma (MIP)Wij hebben de investeringen voor de komende vier jaar geactualiseerd. Het gaat bijvoorbeeld om de toevoeging van nieuwe investeringen, het vrijvallen van oude (afgeschreven) investeringen en het opschuiven van reeds geplande investeringen. Dit leidt tot wijzigingen in de kapitaallasten van rente en afschrijving. Onderstaand treft u een samenvatting van de mutaties aan. Onder de tabel lichten wij de mutaties, de vrijval en de omvang van de stelpost vervangingsinvesteringen toe.
VERVANGINGSINVESTERINGEN | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | |||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||||
a. Volume stelpost vervangingsinvesteringen | 42 | 242 | 243 | 243 | |||
b. Actualisatie investeringen 2023-2026 | |||||||
Tractie | 8 | -2 | -2 | 40 | |||
Openbare ruimte | 12 | 47 | 46 | 64 | |||
Huisvesting | 12 | 9 | 9 | 29 | |||
Sport | -2 | -2 | -2 | -1 | |||
Overige | 3 | 3 | 3 | 5 | |||
Onderwijshuisvesting Sleen | -139 | ||||||
Onderwijshuisvesting De Nieuwe Veste | -200 | ||||||
Subtotaal mutaties | 33 | 54 | 54 | -202 | |||
Saldo stelpost inclusief mutaties (a+b) | 74 | 296 | 296 | 41 | |||
c. Aanpassing volume stelpost | |||||||
Beschikbaar voor reguliere vervangingsinvesteringen | 100 | 100 | 100 | 100 | |||
Beschikbaar voor De Nieuwe Veste | 200 | 200 | |||||
Nieuwe volume stelpost | 100 | 300 | 300 | 100 | |||
Onttrekking te kort aan begrotingsresultaat (a+b-c) | -26 | -4 | -4 | -59 | |||
Verbonden partijen
Terug naar navigatie - Verbonden partijenWij hebben de financiële vertaling van de kaderbrieven en ontwerpbegrotingen van onze verbonden partijen verwerkt zoals wij deze in de Kaderbrief 2023 aan u hebben gepresenteerd. Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen die tot verschillen ten opzichte van deze kaderbrief leiden.
Autonome ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Autonome ontwikkelingenDe autonome ontwikkelingen van de Kaderbrief 2023 hebben wij verwerkt. Dit betreft enkele ontwikkelingen op kosten in het Sociaal Domein (Wmo en Jeugd) en het Minimabeleid. Daarnaast is er in verband met het stoppen van twee bestuursleden, sprake van een wachtgeldregeling en begeleidingskosten. Ten opzichte van de kaderbrief is er geen sprake van nieuwe autonome ontwikkelingen.
Structureel evenwicht en vrije begrotingsruimte
Vrije begrotingsruimte
Terug naar navigatie - Vrije begrotingsruimteRuimte binnen de bestaande begroting, zogenoemde begrotingsoverschotten, begroten wij op een specifieke stelpost. Door de vrije begrotingsruimte separaat in beeld te brengen en te monitoren, heeft uw raad en ons college eenvoudig inzicht in de vrij beschikbare ruimte in de begroting. Gedurende het begrotingsjaar kunnen voorstellen voor nieuw beleid en/of tussentijdse resultaten van de Halfjaarrapportage ten gunste of ten laste van deze stelpost gebracht worden. Aan het eind van het begrotingsjaar valt het eventuele voordelige saldo vrij in de jaarrekening.
Wij voegen het saldo van deze begroting toe aan de stelpost vrije begrotingsruimte. Het totale bedrag op deze stelpost is als volgt.
SALDO BEGROTING EN VRIJE RUIMTE | ||||
---|---|---|---|---|
(Bedragen x € 1.000) | ||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Nieuwe saldo meerjarenbegroting | 4.271 | 5.410 | 4.807 | -1.023 |
Stelpost vrije begrotingsruimte | 630 | 1.709 | 1.709 | |
Begrotingsruimte | 4.271 | 6.040 | 6.516 | 686 |
Structureel en reëel begrotingsevenwicht
Terug naar navigatie - Structureel en reëel begrotingsevenwichtEen gezonde financiële positie betekent onder andere dat onze inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht zijn en wij onze budgetten reëel (volledig, realistisch en haalbaar) begroten. Dit is structureel en reëel begrotingsevenwicht. Om vast te kunnen stellen dat onze begroting in evenwicht is, brengen wij in beeld welk deel van onze inkomsten en uitgaven een incidenteel karakter hebben. Immers; structurele uitgaven dienen met structurele inkomsten te zijn afgedekt. De tabel met incidentele baten en lasten draagt bij aan dit inzicht. Deze tabel hebben wij opgenomen onder de tegel 'Bijlagen' en in samengevatte vorm in deze tegel 'Financiële begroting' opgenomen.
Begrotingsevenwicht van belang voor provincie
Het structurele en reële begrotingsevenwicht biedt uw raad en ons college inzicht. Ook voor de provincie is dit inzicht van groot belang. Op grond van de gemeentewet houdt de provincie namelijk toezicht op onze financiën. Dit doet zij in de vorm van repressief toezicht. Dit betekent dat wij onze begroting direct kunnen uitvoeren. Op basis van onze gezonde financiële positie en onderstaand inzicht in ons structurele begrotingssaldo, gaan wij ook dit jaar uit van repressief toezicht.
Uit onderstaand overzicht blijkt dat in alle vier de jaren het structurele begrotingssaldo positief is.
STRUCTUREEL BEGROTINGSSALDO | ||||
---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | ||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Saldo meerjarenraming | 4.271 | 5.410 | 4.807 | -1.023 |
Stelpost vrije begrotingsruimte | 630 | 1.709 | 1.709 | |
Saldo begrotingsruimte | 4.271 | 6.040 | 6.516 | 686 |
Incidentele baten en lasten | ||||
Incidentele baten | -210 | -60 | -60 | |
Incidentele onttrekkingen aan de reserves | -1.376 | -200 | -161 | -61 |
Incidentele lasten | 2.118 | 566 | 160 | |
Incidentele stortingen in de reserves | 77 | 251 | 128 | 58 |
Saldo incidentele baten en lasten | 609 | 557 | 67 | -3 |
Structureel begrotingssaldo | 4.880 | 6.597 | 6.583 | 683 |
Ontwikkeling reserves
Algemene reserve
Terug naar navigatie - Algemene reserveWij monitoren de ontwikkeling van onze algemene reserve om financieel gezond te blijven. Een algemene reserve met voldoende omvang geeft ruimte om incidentele uitgaven te dekken en incidentele tegenvallers op te vangen. Dat betekent dat wij niet direct in structurele uitgaven hoeven te snijden om incidentele effecten op te lossen. Wij vinden dat de omvang van de algemene reserve voldoende is als de solvabiliteit tussen de 30% en 40% beweegt. Wij kijken ook nadrukkelijk naar de ratio om risico's op te kunnen vangen. Dit is de ratio weerstandsvermogen, deze treft u aan in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
De algemene reserve ontwikkelt zich naar verwachting in de komende jaren als volgt.
VERLOOP ALGEMENE RESERVE | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | |||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||||
Stand begin boekjaar | 33.157 | 34.699 | 36.699 | 38.699 | |||
Toevoegingen | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | |||
Onttrekkingen | 458 | - | - | - | |||
Stand eind boekjaar | 34.699 | 36.699 | 38.699 | 40.699 | |||
Solvabiliteit | 37% | 35% | 34% | 36% | |||
Incidentele en structurele mutaties in de reserves en voorzieningen
Terug naar navigatie - Incidentele en structurele mutaties in de reserves en voorzieningenVan de reservemutaties in 2023 geven wij in onderstaand overzicht weer of ze een incidenteel of structureel karakter hebben.
Een volledig overzicht van het verloop van de algemene- en bestemmingsreserves en voorzieningen treft u aan in Bijlage 3. Reserves en voorzieningen .
ONTTREKKINGEN EN STORTINGEN RESERVES EN VOORZIENINGEN | ||||
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | ||||
Naam reserve/voorziening | Toevoeging* | Toelichting | Onttrekking | Toelichting |
Structurele mutaties | ||||
Algemene reserve | 2.000 | Structurele versterking vermogenspositie | ||
Plopsaland | 20 | Jaarlijkse onttrekking | ||
Onderhoud sportcomplex De Swaneburg | 110 | Groot onderhoud | 62 | Groot onderhoud en kapitaallasten project Gasloos |
Voorziening oud-wethouders | - | 51 | Pensioenuitkeringen | |
Totaal structurele mutaties | 2.110 | 133 | ||
Incidentele mutaties | ||||
Algemene reserve | 408 | Instandhouding Bentheimerpoort | ||
Algemene reserve | 50 | Project "van Gogh in Drenthe" | ||
Vastgoed | 124 | Opvangen schommelingen in onderhoud vastgoed | ||
Mobiliteit | 380 | Projecten Mobiliteit | ||
Innovaties zorg | - | 214 | Dekking subsidieregeling € 114.250 t/m 2023 en intergenerationele armoede t/m 2024 € 100.000 | |
Accommodaties in de samenleving | - | 100 | Subsidies accommodaties | |
Voorziening riolering | 77 | Storting saldo inkomsten-uitgaven | - | |
Totaal incidentele mutaties | 77 | 1.276 | ||
Totaal mutaties | 2.187 | 1.409 | ||
* Toevoegingen exclusief rente | ||||
Overhead
Welke overhead hebben wij begroot?
Terug naar navigatie - Welke overhead hebben wij begroot?Directe kosten, die een rechtstreekse relatie hebben met producten en diensten voor onze inwoners, rekenen wij toe aan de programma's waar zij betrekking op hebben. Kosten die niet een directe relatie hebben met onze dienstverlening, vallen onder overhead. Overhead is formeel gedefinieerd als 'het geheel van functies gericht op de sturing en ondersteuning van medewerkers in het primaire proces'. Dit betreft de kosten van ondersteunende functies in de bedrijfsvoering zoals leidinggevenden, secretariaat, post en archief, facilitaire kosten, huisvesting, ICT, medewerkers personeelszaken, inkoop, juridische zaken en financiën, en tot slot personele kosten zoals werving & selectie en opleidingen. Onderstaand geven wij de begrote overhead in de meerjarenraming weer.
De huisvestingskosten maken onderdeel uit van onze budgetten voor Vastgoed. De overige kosten in onderstaande tabel maken onderdeel uit van de budgetten voor Bedrijfsvoering, begroot in programma 5 Fundering voor de toekomst. In het overzicht van de taakveldenindeling zijn deze kosten geraamd onder taakveld 0.4 Overhead. Dit overzicht treft u aan in bijlage 4.
OVERZICHT OVERHEAD | ||||
---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | ||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Ondersteuning organisatie | 8.773 | 8.529 | 8.295 | 8.298 |
Automatisering | 2.234 | 2.084 | 2.084 | 2.084 |
Facilitaire zaken | 824 | 823 | 821 | 819 |
Huisvesting | 375 | 375 | 375 | 375 |
Overige personele kosten | 2.193 | 2.193 | 2.194 | 2.194 |
Totaal overhead | 14.400 | 14.004 | 13.769 | 13.770 |
Toelichting
Ondersteuning organisatie
In het bedrag van de 'Ondersteuning organisatie' zijn de middelen opgenomen voor het traject Toekomstbestendige organisatie (Ontwikkeling 2022-9).
Overige personele kosten
In het bedrag 'overige personele kosten' is vanaf 2023 een stelpost van € 1,6 miljoen opgenomen. Dit bedrag is, in afwachting van de uitkomsten van cao-onderhandelingen, centraal begroot op dit budget.
Toelichting incidentele baten en lasten
In onderstaande tabel wordt getoond hoe de incidentele baten en lasten verdeeld zijn over de programma's:
OVERZICHT INCIDENTELE BATEN EN LASTEN | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | ||||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |||||
Programma | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten |
Bouwen voor de samenleving | 994 | 458 | 263 | - | 128 | - | 58 | - |
Duurzaamheid | 124 | 97 | 61 | 61 | ||||
Samen | 821 | 624 | 557 | 360 | 160 | 160 | 100 | 100 |
Eigenheid dorpen en wijken | - | - | - | - | - | - | - | - |
Fundering voor de toekomst | - | - | - | - | - | - | - | - |
Financiering en dekkingsmiddelen | - | - | - | - | - | - | - | - |
Totaal | 1.815 | 1.206 | 917 | 360 | 288 | 221 | 158 | 161 |
Recapitulatie van de programma's
Samenvatting van al onze inkomsten en uitgaven: de recapitulatie
Terug naar navigatie - Samenvatting van al onze inkomsten en uitgaven: de recapitulatieRECAPITULATIE deel 1 | RECAPITULATIE deel 2 | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | Bedragen x € 1.000 | ||||||||
Rekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | |||
2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |||
Lasten (exclusief toevoegingen reserves) | Lasten (exclusief toevoegingen reserves) | ||||||||
PR 1. Economie, onderwijs en cultuur | 5.081 | 7.313 | 4.914 | PR 1. Bouwen voor de samenleving* | 12.683 | 12.142 | 10.679 | 10.340 | |
PR 2. Werk, jeugd en zorg | 44.244 | 45.715 | 45.411 | PR 2. Duurzaamheid | 12.519 | 11.760 | 11.842 | 13.157 | |
PR 3. Ruimte en leefomgeving* | 10.047 | 12.650 | 10.683 | PR 3. Samen | 51.554 | 50.894 | 49.336 | 49.238 | |
PR 4. Openbare ruimte | 11.297 | 13.592 | 12.004 | PR 4. Eigenheid dorpen en wijken | 740 | 739 | 647 | 636 | |
PR 5. Bestuur en organisatie* | 24.110 | 29.431 | 24.716 | PR 5. Fundering voor de toekomst* | 20.234 | 19.757 | 19.767 | 19.742 | |
Totaal lasten | 94.779 | 108.702 | 97.729 | Totaal lasten | 97.729 | 95.293 | 92.272 | 93.113 | |
Baten (exclusief onttrekkingen reserves) | Baten (exclusief onttrekkingen reserves) | ||||||||
PR 1. Economie, onderwijs en cultuur | 1.479 | 1.756 | 1.440 | PR 1. Bouwen voor de samenleving | 4.965 | 5.789 | 4.325 | 3.955 | |
PR 2. Werk, jeugd en zorg | 14.464 | 11.587 | 11.444 | PR 2. Duurzaamheid* | 10.785 | 10.785 | 10.785 | 10.785 | |
PR 3. Ruimte en leefomgeving* | 7.525 | 7.122 | 5.979 | PR 3. Samen | 12.893 | 12.743 | 12.643 | 12.583 | |
PR 4. Openbare ruimte | 9.384 | 9.051 | 9.499 | PR 4. Eigenheid dorpen en wijken | 4 | 4 | 4 | 4 | |
PR 5. Bestuur en organisatie* | 1.208 | 3.832 | 559 | PR 5. Fundering voor de toekomst* | 511 | 496 | 541 | 541 | |
Totaal baten | 34.060 | 33.348 | 28.921 | Totaal baten | 29.158 | 29.818 | 28.299 | 27.869 | |
PR 6. Financiering en dekkingsmiddelen, lasten | 279 | 3.069 | 860 | PR 6. Financiering en dekkingsmiddelen, lasten | 860 | 3.869 | 5.652 | 5.250 | |
PR 6. Financiering en dekkingsmiddelen, baten | 77.787 | 85.496 | 89.130 | PR 6. Financiering en dekkingsmiddelen, baten | 88.893 | 90.982 | 90.340 | 85.330 | |
Overhead lasten | 12.045 | 12.189 | 14.432 | Overhead lasten | 14.432 | 14.037 | 13.802 | 13.803 | |
Overhead baten | 754 | 34 | 32 | Overhead baten | 32 | 32 | 32 | 32 | |
Saldo exclusief reservemutaties | 5.498 | -5.082 | 5.062 | Saldo exclusief reservemutaties | 5.062 | 7.632 | 6.945 | 1.065 | |
Toevoegingen reserves | 3.496 | 2.411 | 2.377 | Toevoegingen reserves | 2.377 | 2.555 | 2.433 | 2.362 | |
Onttrekkingen reserves | 2.532 | 7.493 | 1.585 | Onttrekkingen reserves | 1.585 | 333 | 294 | 274 | |
Saldo reservemutaties | -964 | 5.082 | -792 | Saldo reservemutaties | -792 | -2.223 | -2.139 | -2.088 | |
Saldo inclusief reservemutaties | 4.534 | 0 | 4.271 | Saldo inclusief reservemutaties | 4.271 | 5.409 | 4.806 | -1.023 | |
* exclusief overhead | * exclusief overhead | ||||||||
Geprognosticeerde balans
BALANS PER 31 DECEMBER | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | |||||||
ACTIVA | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Vaste activa | |||||||
Immateriële vaste activa | 0 | 0 | - | 0 | 0 | 0 | |
Materiële vaste activa | 99.244 | 104.774 | 113.268 | 131.611 | 143.463 | 141.233 | |
Financiële vaste activa | 10.383 | 10.801 | 10.587 | 10.392 | 10.197 | 10.002 | |
Totaal vaste activa | 109.627 | 115.575 | 123.855 | 142.003 | 153.660 | 151.235 | |
Vlottende activa | |||||||
Voorraden | 9.234 | 7.475 | 6.232 | 3.480 | 2.221 | 573 | |
Uitzettingen korter dan één jaar | 7.941 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | |
Overlopende activa | 4.522 | 1.500 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | |
Liquide middelen | 1.080 | 0 | - | 0 | 0 | 0 | |
Totaal vlottende activa | 22.778 | 14.975 | 14.232 | 11.480 | 10.221 | 8.573 | |
Totaal-generaal | 132.405 | 130.550 | 138.087 | 153.483 | 163.881 | 159.808 | |
PASSIVA | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Vaste financieringsmiddelen | |||||||
Eigen vermogen | 49.121 | 49.323 | 51.208 | 53.292 | 55.261 | 57.292 | |
Voorzieningen | 1.804 | 1.789 | 1.661 | 1.456 | 1.534 | 1.541 | |
Langlopende schulden | 62.344 | 60.526 | 67.271 | 82.516 | 90.956 | 80.896 | |
Totaal vaste financieringsmiddelen | 113.269 | 111.638 | 120.140 | 137.264 | 147.751 | 139.729 | |
Vlottende passiva | |||||||
Kortlopende schulden | 8.520 | 8.500 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.500 | |
Overlopende passiva | 10.617 | 10.412 | 9.947 | 8.219 | 8.130 | 11.579 | |
Totaal vlottende passiva | 19.137 | 18.912 | 17.947 | 16.219 | 16.130 | 20.079 | |
Totaal-generaal | 132.405 | 130.550 | 138.087 | 153.483 | 163.881 | 159.808 | |
Borg- en garantstellingen | 94.893 | 95.000 | 95.000 | 95.000 | 95.000 | 95.000 | |