Accresontwikkeling
Plafond BTW-compensatiefonds
Naar inschatting van het ministerie van Financiën declareren gemeenten in 2018 meer BTW dan was voorzien in de meicirculaire 2018. Dat leidt tot een uitname van € 169 miljoen. Dit betekent voor ons € 320.000. Bij de meicirculaire 2019 volgt de definitieve afrekening op basis van de werkelijke declaraties van gemeenten over 2018.
Landelijk blijft er in 2018 nog € 106 miljoen ruimte onder het plafond over. In 2017 was dat nog € 150 miljoen. Zoals wij verwachtten en uitspraken bij de meicirculaire, is er dus een dalende tendens. Het volledig ramen van de ruimte onder het plafond wordt daarmee steeds minder realistisch. De ruimte onder het plafond, die wij bij de meicirculaire hebben afgeraamd, is in de komende jaren:
- 2019: € 951.000
- 2020: € 1.199.000
- 2021: € 1.345.000
- 2022: € 1.592.000
Jaarlijks ontvangen wij als gemeente de definitieve afrekening bij de meicirculaire. Als er minder is gedeclareerd dan er beschikbaar is, ontvangen wij dit dus via de algemene uitkering.
Nominaal effect
De algemene uitkering wordt uitgedrukt in lopende prijzen (meerjarige inflatiecorrectie). Wij begroten echter op basis van constante prijzen. De correctie naar constante, nominale prijzen wordt het nominaal effect genoemd. De inschatting van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP) wordt nagenoeg gelijk ingeschat als bij de meicirculaire. Het effect van de bijstelling van lopende naar constante prijzen is daardoor beperkt. Het betreft een negatieve bijstelling van € 35.000 in 2020 en € 71.000 in 2021 en 2022.
Overige ontwikkelingen uitkeringsfactor
In deze circulaire zijn de ramingen van een aantal maatstaven van de voormalige IUSD aangepast.
Met name de ontwikkeling van de inkomensmaatstaven hebben effect op de uitkeringsfactor. Deze zijn gekoppeld aan de prognoses voor het aantal huishoudens in Nederland. In de meicirculaire 2018 werden deze gegevens constant verondersteld. Ook heeft de actualisatie van de uitkeringsbasis een negatief effect op de uitkeringsfactor, als gevolg van de hoger geraamde aantallen bijstandsontvangers.
Ontwikkeling uitkeringsbasis
Ontwikkeling uitkeringsbasis en hoeveelheidsverschillen
Bij de ontwikkeling van de uitkeringsbasis gaat het over mutaties in de landelijke aantallen inwoners, woonruimten, leerlingen, uitkeringsgerechtigden en Woz-waarden. Het totale bedrag van de algemene uitkering neemt niet toe als de hoeveelheid stijgt, omdat de totale omvang van de algemene uitkering is gebaseerd op de rijksuitgaven. Dit wordt vertaald naar een aanpassing van de uitkeringsfactor. In deze circulaire wordt voor het uitkeringsjaar 2017 een daling van 3 punten uitkeringsfactor bekend gemaakt. (NB. De circulaire vermeldt als gevolg van een afronding 4 punten.) De aantallen voor de maatstaven loonkostensubsidie en oppervlakte bebouwing zijn naar boven bijgesteld. De financiële effecten hiervan zullen gemeenten moeten verwerken in hun administratie 2018. In het uitkeringsjaar 2019 en volgende worden de maatstaven met het gemiddeld gestandaardiseerd gezinsinkomen voor het recent ingeweven sociaal domein naar boven bijgesteld. Dat leidt tot jaarlijks oplopende negatieve verschillen ten opzichte van de meicirculaire 2018, in 2023 cumulerend tot 21 punten. Op zich hoeft dit geen budgettair nadeel op te leveren omdat de ingelezen berekende aantallen bij de betreffende maatstaven sociaal domein ook stijgen.
In deze circulaire zijn diverse taakmutaties opgenomen met positieve en negatieve financiële effecten. Omdat bij taakmutaties in de circulaire een direct effect is op de uitvoering van onze taken, verwerken wij de financiële effecten van taakmutaties op de bijbehorende budgetten in onze begroting. Daarmee is het effect van de taakmutaties budgettair neutraal.
Aanschaf leesloeps stembureaus
Toezicht en handhaving kinderopvang en gastouderopvang
Rijksvaccinatieprogramma
Jeugdhulp aan kinderen in een AZC
Voorschoolse voorziening peuters
In 2016 zijn afspraken gemaakt tussen het Ministerie van SZW en de VNG met als doel om alle peuters de mogelijkheid te geven om naar een voorschoolse voorziening te gaan. Daarvoor ontvangen gemeenten een decentralisatie-uitkering. Het bedrag van deze uitkering kent een oplopend karakter. Landelijk gaat het om een bedrag oplopend naar € 60 miljoen in 2021. Dit zou voor Coevorden € 160.000 betekenen. Ter vergelijking; dit jaar houden wij in onze begroting rekening met € 80.000 op basis van de voorgaande circulaires. Het bedrag is gebaseerd op de aanname dat er landelijk ongeveer 40.000 peuters zijn die niet bereikt worden door gemeenten en die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en/of voorschoolse educatie. Er is afgesproken dat het Ministerie van SZW en de VNG een monitor opzetten om onder meer de ontwikkeling te volgen van het aantal peuters dat naar een voorschoolse voorziening gaat.
Uit de eerste meting van de monitor uit 2017 blijkt dat de groep peuters die niet bereikt worden door gemeenten en geen recht hebben op kinderopvangtoeslag veel kleiner is dan de 40.000 peuters waar in de bestuurlijke afspraken van werd uitgegaan. De uitkomst van deze meting was aanleiding voor SZW en de VNG om met elkaar in gesprek te gaan over het herzien van de bestuurlijke afspraken.
SZW en de VNG zijn overeengekomen de peutermiddelen vanaf 2019 niet verder op te laten lopen dan € 30 miljoen. Dit betekent dat vanaf 2019 de bedragen en de verdeling van 2018 zullen worden aangehouden. Het oplopende karakter van de uitkering verdwijnt. Dit betekent voor Coevorden een negatieve bijstelling van € 27.000 in 2019, oplopend naar € 80.000 in 2022. Het budget dat wij in 2018 ontvangen, € 80.000, blijft dus structureel op dit niveau. Zoals onder het kopje ‘Toezicht en handhaving kinderopvang en gastouderopvang’ bij de bovenstaande taakmutaties aangegeven, komt een deel van de uitname ten goede aan toezicht op en handhaving van kinderopvang en gastouderopvang. Over de besteding van de overige middelen in 2020 en 2021 en verder vindt nog overleg plaats. Wij verwachten in de meicirculaire 2019 meer informatie hierover.
InterBestuurlijk Programma (IBP)
3D-taken sociaal domein
Loondispensatie