Uitgaven

36,69%
€ 44.686
x €1.000
36,69% Complete

Inkomsten

12,57%
€ 15.612
x €1.000
12,57% Complete

Saldo

1239,16%
€ -29.075
x €1.000

Programma 2 | Werk, jeugd en zorg

Uitgaven

36,69%
€ 44.686
x €1.000
36,69% Complete

Inkomsten

12,57%
€ 15.612
x €1.000
12,57% Complete

Saldo

1239,16%
€ -29.075
x €1.000

Bestuurlijke samenvatting

Terug naar navigatie - Bestuurlijke samenvatting

In de halfjaarrapportage 2020 hebben we aangegeven dat we met het uitvoeren van de voornemens zoals we die hebben opgenomen in de begroting 2020 goed op weg waren. Er waren weinig tot geen doelstellingen die wegvielen, hoogstens is de realisatie hiervan wat vertraagd. Dat is in heel 2020 zo gebleven. Inmiddels kunnen we de balans opmaken van een jaar waarin uiteraard de Corona-crisis op veel punten centraal stond. We zien dat die crisis op dit moment nog geen grote gevolgen heeft gehad op onze begroting en beleidsuitgangspunten. Het verloop van de uitkeringen laat geen sterke stijging (of daling) zien en hetzelfde geldt voor de verstrekkingen in het sociaal domein in het algemeen. Ook blijven de BaanAfspraakBanen en beschut Werkplekken niet achter bij de doelstellingen. De steunmaatregelen van het Rijk zijn allemaal verlengd en deze lijken hun werk te doen. Hoe dit zich het komend begrotingsjaar ontwikkelt moeten we bezien, wij houden dit nauwlettend in de gaten. Het feit dat de effecten van de Corona-crisis voor de gemeente in 2020 beperkt lijken te zijn, is niet alleen te danken aan de gemeente zelf. Al onze partners verdienen waardering voor de manier waarop zij binnen de beperkte mogelijkheden die er zijn, hun werk zoveel mogelijk zijn blijven doen. Ook in moeilijke tijden weten we elkaar te vinden en dat geeft vertrouwen voor de toekomst.

De druk op de uitgaven Wmo en jeugd blijven echter hoog. Dit heeft onder meer te maken met het in 2019 ingevoerde abonnementstarief binnen de Wmo. Er is opnieuw sprake van een stijging in aantal voorzieningen, deze is echter niet zo fors als in 2019. Bij de uitgaven voor jeugdhulp zien we dat jongeren langer in zorg zijn en dat de intensiteit van die zorg toeneemt. Voor wat betreft de jeugdhulp wordt dit beeld ook bevestigd in het onlangs verschenen AEF-rapport (‘Stelsel in groei’). U bent eerder over deze ontwikkelingen geïnformeerd. Maar de gemeente investeert ook, onder meer in het programma Kansrijk Opgroeien. In het najaar 2020 is dit programma vastgesteld. Het programma heeft als doel het voorkomen en doorbreken van intergenerationele armoede. Met dit programma wordt een extra impuls gegeven aan 'Voorkomen'. Het programma wordt samen met partners zoals onderwijs, kinderopvang, Icare JGZ, GGD en Domesta uitgevoerd. De aanpak vindt plaats in de wijken Tuindorp, Poppenhare en Lootuinen om vervolgens te leren voor de hele gemeente. Daarnaast zijn we steeds verder met de monitoring in het sociaal domein, dat krijgt in 2021 en verder zijn beslag. Ook is de gemeente betrokken bij de Regiodeal waar goede dingen gebeuren: in de kamerbrief van 20 januari 2021 wordt Coevorden, samen met Hardenberg, aangehaald als het gaat om de start van Fablabs om kinderen en ondernemers een plek te bieden skills en nieuwe producten te ontwikkelen. De implementatie van de nieuwe wet Inburgering ligt nog steeds goed op schema en de samenwerking in de arbeidsmarktregio op dit thema heeft consistent beleid in onze regio tot gevolg. Ook blijven we werken aan de veiligheid van onze kinderen in Coevorden. In 2020 zijn 3 functionarissen kindermishandeling en huiselijk geweld opgeleid, is de verscherpte meldcode ingevoerd en heeft het college de regiovisie en het actieprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’ vastgesteld. In 2021 wordt verder gewerkt in de uitvoering hiervan.

In het kader van preventie staat ook gezondheid nog steeds hoog op de agenda in Coevorden: het sport- en preventieakkoord is afgesloten en er zijn buurtsportcoaches aangesteld die zijn ondergebracht bij Maatschappelijk Welzijn Coevorden. Maar ook vanuit regionaal perspectief werken we aan gezondheid en preventie: met het Drents project ‘Aan de slag met preventie’ is in 2 wijken in Coevorden een woonkern gestart waarin professionals, organisaties, bewoners, verenigingen en ondernemers samen denken over interventies rondom thema’s zoals eenzaamheid, fitter worden en het bevorderen van beweegactiviteiten. De JOGG aanpak is gestart en Schoonoord, hierin staan leefstijl en bewegen centraal. Deze aanpak wordt verder uitgerold in de wijken Poppenhare, Lootuinen en Tuindorp.

Verder hebben we als trekker van de themagroep ‘Sport en Preventie’ van de VDG in 2020 een ambitieus meerjaren-beleidsprogramma “Drenthe, Samen Gezond in Beweging” opgeleverd. Het doel is de ervaren gezondheid van Drenten te verhogen in een omgeving die uitnodigt tot een gezonde leefstijl. In 2021 komt volgt het concrete Drentse uitvoeringsprogramma met daarin ook ruimte voor lokale invulling.

De afgelopen jaren hebben wij stevig geïnvesteerd in ons minimabeleid. De VoorzieningenWijzer wordt steeds meer ingezet, ondanks dat dit tijdens de pandemie een periode niet mogelijk was. De collectieve zorgverzekering voorziet in een behoefte en de deelname aan de Doe-Mee-Pas vertoont een stijgende trend. Wij zijn verheugd dat begin 2021 de webwinkel live ging. Ook wordt gekeken of schuldhulpverlening voor (ex)ondernemers vaker ingezet kan worden door onze eigen afdeling schuldhulpverlening. Vanaf 2021 is de nieuwe wet gemeentelijke Schuldhulpverlening van kracht, waar we ons in 2020 op hebben voorbereid.

We sluiten het bijzondere jaar 2020 op beleidsmatig vlak positief af. We hebben vertrouwen in onze partners en onze inwoners, om ondanks het feit dat de Corona-crisis nog niet voorbij is, er in 2021 een positief jaar van te maken.

Kwaliteitsimpuls sport
Samen met de organisaties streven wij ernaar om de betreffende sportaccommodaties te laten voldoen aan de huidige en toekomstige eisen/wensen, zodat de activiteiten de komende 25 jaar in/op een functioneel, kwalitatief en duurzame accommodatie uitgevoerd kunnen worden. In de gesprekken met de organisaties is er tot dusver voor gekozen om de voorbereiding en uitvoering in twee fases te verdelen. Voor de eerste fase is de prioriteit voor de uitvoering gelegd bij de verbetering van de velden, aanleg van led-veldverlichting en de toegankelijkheid van de accommodaties. De offertes hiervoor zijn aangevraagd en uitvoering van de velden en LED-verlichting vindt momenteel plaats, waarbij enkele velden en verlichting worden doorgeschoven naar 2021. Voor toegankelijkheid zijn in de 2e helft van 2020 de offertes opgevraagd, waarna uitvoering in 2021 zal plaatsvinden. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doorbreken generatie-armoede

Terug naar navigatie - Doorbreken generatie-armoede

Een belangrijk deel van de armoede die in dit deel van het land bestaat, wordt al decennialang van generatie op generatie doorgegeven. Kenmerkend voor deze gezinnen is dat armoede zich niet beperkt tot het niet beschikken over voldoende geld, maar ook alle andere levensdomeinen raakt. Wij willen generatie-armoede bestrijden.  In het kader van de Regiodeal Zuid- en Oost-Drenthe gaan we aan de slag om een structurele vermindering van dit maatschappelijke probleem te realiseren door samen met de gezinnen in een periode van drie jaar de ‘ingrediënten’ te vinden om deze generatie-armoede te doorbreken.

Activiteiten

Voorkomen van financiële problemen

Terug naar navigatie - Voorkomen van financiële problemen

Het kabinet heeft in 2019 een voorstel voor een wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening aan het parlement voorgelegd. De verwachting is dat deze wetswijziging in 2020 van kracht wordt. Vroegsignalering wordt daarmee een wettelijke taak van de gemeente. Wij kunnen dan vanuit een wettelijke grondslag inwoners met betalingsachterstanden benaderen. De wetswijziging faciliteert onder andere de uitwisseling van persoonsgegevens met woningbouwcorporaties, nutsbedrijven en zorgverzekeraars met als doel vroegsignalering van schulden. De wetswijziging geeft ons veel meer mogelijkheden om vroegtijdig ondersteuning te bieden aan inwoners met (beginnende) schulden. Financiële problemen vormen vaak een basis voor meervoudige problematiek. Om deze reden is onze ondersteuning vooral gericht op het zoveel mogelijk wegnemen van stress bij inwoners die leven in armoede en/of met schulden. Daarnaast bieden wij gerichte en laagdrempelige financiële ondersteuning aan de minima in onze gemeente, en hebben daarbij bijzondere aandacht voor de kinderen die opgroeien in deze gezinnen. Wij stimuleren het gebruik van de Doe-Mee-Pas. Daarnaast zetten wij ons in om financieel gezond gedrag te bevorderen, in het bijzonder onder jongeren.

Activiteiten

Toelichting op de belangrijkste verschillen

Terug naar navigatie - Toelichting op de belangrijkste verschillen
Verschillen programma werk, jeugd en inkomen
Bedragen x € 1.000
Saldo voor reservemutaties Reservemutaties Saldo na reservemutaties
Algemene voorzieningen 100 -96 4
Gezondheidszorg 193 0 193
Individuele voorzieningen -1.437 0 -1.437
Inkomen 1.520 0 1.520
Participatie 789 0 789
Preventie 14 0 14
Sport 112 -103 9
Totaal 1.292 -199 1.092

Ter inleiding
In dit jaarverslag lichten wij per programma de verschillen van meer dan € 50.000 na reservemutaties toe. De verschillen die u in bovenstaande tabel ziet, is het saldo van de lasten en de baten. Vanuit het oogpunt van begrotingsrechtmatigheid kijken wij bij het samenstellen van het jaarverslag naar de begrotingsrechtmatigheid. Dat houdt in dat wij beoordelen of de hogere uitgaven in lijn zijn met vastgesteld beleid, of zij een gevolg zijn van een open-einde regeling, of dat zij worden gecompenseerd door extra inkomsten.

In 2020 zijn de uitgaven op programma 2 overschreden met € 2,8 miljoen. Daarom lichten wij in dit programma deze hogere uitgaven toe. Ook al staan er € 4,0 miljoen aan extra inkomsten tegenover, wij dienen op grond van de verslaggevingsrichtlijnen deze overschrijding toe te lichten.

Gezondheidszorg, incidenteel voordeel € 193.000
Buurtsportcoaches, incidenteel voordeel € 135.000
Wij hebben het jaar 2020 als pilotjaar voor de buurtsportcoaches gebruikt. Stichting Maatschappelijk Welzijn heeft op basis van incidentele subsidies het werkveld van de buurtsportcoach verkend en vorm gegeven. Eind 2020 is de beleidsnotitie ‘Samen voor een Gezonder Coevorden’ vastgesteld en daarmee ook de opdracht voor het werkgeverschap van de buurtsportcoach. Vanaf 2021 hebben wij weer een team met buurtsportcoaches. In het jaar 2020 hebben we hier alle voorbereidingen voor getroffen. Uitvoering vindt plaats vanaf 2021.

Interventiebudgetten, incidenteel voordeel € 29.000
Het interventiebudget ingezet voor diversie projecten zoals de FC Emmen Streetleague, Kindermenu 2.0 en wat kleinere projecten. Omdat we de functie van buurtsportcoach nog niet volledig hadden ingevuld in 2020 hebben we dit budget ook niet volledig kunnen inzetten. Door de corona pandemie zijn veel activiteiten niet doorgegaan, waaronder de ‘Week voor de Gezonde Jeugd’ en de samenwerking met Noaberschap United / FC Emmen. Doordat deze activiteiten niet door zijn gegaan, zijn de verwachte kosten niet gemaakt.

Gezond in de Stad middelen, incidenteel voordeel € 18.000
Vanwege corona zijn een aantal subsidieaanvragen die waren verleend in 2020, ook in 2020 weer ingetrokken. Daarnaast hebben we bij een aantal subsidievaststellingen over 2019 een gedeelte van de subsidie in 2020 retour ontvangen. Hierdoor ontstaat een voordeel van € 18.000.
Daarnaast is er nog sprake van een voordeel van € 11.000 als gevolg van kleine verschillen binnen dit product.

Individuele voorzieningen, nadeel € 1.437.000

Op dit product zijn de verschillen als volgt:
Lasten: nadeel € 1.621.000
Baten: voordeel € 184.000 
Saldo: nadeel € 1.437.000

Deze verschillen doen zich voor op de uitvoering van de volgende wetten/beleidsterreinen:

Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo
Jeugd -1.017 0 -1.017
Wmo -507 143 -364
Ondersteuning minima -63 13 -50
Kleine verschillen  -34 28 -6
Totaal  - 1.621 184 -1.437



Bij de Halfjaarrapportage 2020 hebben wij voor Jeugd en Wmo het budget verhoogd. Daarmee zijn de op dat moment verwachte stijgende zorgkosten en dalende inkomsten opgevangen.
Tot medio november - december leek deze verhoging van het budget voldoende. Daarna hebben zorgaanbieders een inhaalslag gemaakt op de facturatie over de laatste maanden van 2020. De oorzaak hiervoor was dat sommige zorgaanbieders achterliepen in de facturatie door softwareproblemen en de verwerking van zorgtoewijzingen, onder andere bij enkele crisissituaties. Deze ontwikkelingen waren ten tijde van de samenstelling van de laatste begrotingswijziging voor 2020 (vastgesteld in uw raad in december 2020) nog niet bekend.

Jeugdhulp, nadeel € 1.017.000
De kosten van de Jeugdhulp staan onder grote druk. De uitgaven voor jeugdhulp zijn met ongeveer 7% gestegen ten opzichte van 2019. Een deel van deze stijging was in de begroting voorzien, zoals de kostentoename van € 95.000 voor Veilig Thuis Drenthe. We zien verder dat kinderen en jeugdigen gemiddeld langer in zorg zijn en dat de intensiteit van zorg toeneemt. Op het totaal is sprake van een overschrijding van ruim € 1 miljoen. Hieronder lichten wij dit bedrag verder toe.

Naast enkele kostenverschuivingen zien wij met name een forse kostenstijging bij ambulante behandeling en dagbehandeling in een medisch Orthopedisch centrum. Dit leidt tot een nadeel van ongeveer € 300.000. Daarnaast zie we een forse kostenstijging bij de Gesloten Jeugdhulp en de zorg door Gecertifieerde instellingen (Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, Ondertoezichtstellingen). Dit  is eveneens een nadeel van ongeveer € 300.000. Verder zijn met name de kosten voor maatwerkoplossingen en crisissituaties in 2020 fors gestegen. Dit betreft een nadeel van ongeveer € 190.000.  De kosten voor opgroei/opvoedondersteuning en echtscheidingsproblematiek laten een lichte daling zien. Dit leidt tot een voordeel van ongeveer € 100.000. Op de overige zorgcategorieën binnen de jeugdhulp (waaronder PGB, Dyslexie, Pleegzorg, Gezinshuizen en Begeleiding) is sprake van enkele, relatief beperkte voor- en nadelen. In totaliteit monden deze uit in een nadeel van ongeveer € 65.000. Tot slot is er over de boekjaren 2018 en 2019 nog sprake van enkele voor- en nadelen. Per saldo leidt dit tot een nadeel van ongeveer € 200.000. In dit bedrag is tevens de definitieve afwikkeling van de solidariteitsafspraak uit 2018 verwerkt. 

In bovengenoemde kosten zijn vanwege de Coronapandemie ook enkele continuïteitsbijdragen als voorschot aan zorgaanbieders opgenomen. Daarnaast hebben diverse aanbieders meerkosten bij ons in rekening gebracht. Dit bedraagt voor 2020 ongeveer € 65.000. Wij ontvangen hiervoor een compensatie van het Rijk. De inkomsten van deze compensatie worden verantwoord in Programma 6. Met inbegrip van deze compensatie is de overschrijding bij de Jeugdhulp daarmee ongeveer € 950.000 (waarvan circa € 200.000 effect uit voorgaande jaren). 

Voor de volledigheid merken wij op dat in dit tekort de aanvullende bijdrage van het Rijk van € 645.000 is verwerkt. Deze Rijksbijdrage daalt: in 2019 was de extra Rijksbijdrage nog € 850.000. Dit verschil hebben wij niet op voorhand vanuit de algemene middelen aangevuld in de begroting. Daarnaast merken we op dat de stijging van de tarieven, als gevolg van CAO-onderhandelingen, groter is geweest dan de prijsindexatie die in de begroting was meegenomen. Op het totaal van de kosten is dit een effect van ongeveer € 100.000.

Wmo, nadeel € 364.000
De uitgaven voor de Wmo zijn € 507.000 hoger dan begroot. Hier staat een bedrag van € 143.000 aan extra inkomsten tegenover. Per saldo is het nadeel € 364.000.

Het nadeel wordt grotendeels veroorzaakt door overschrijdingen op de kosten van de voorzieningen Hulp bij het Huishouden en Schoonmaakhulp. Deze kosten overschrijden met ongeveer € 420.000. Dit betreft voor € 50.000 kosten uit 2019. Door de invoering van het abonnementstarief in de Wmo per 1 januari 2019 is het aantal voorzieningen de afgelopen twee jaar fors gestegen.  Wij ontvangen van het Rijk compensatie, in de basis bedoelt voor het verlies van inkomsten voor bestaande voorzieningen op 1 januari 2019.  Deze compensatie is ontoereikend. De stijging lijkt in 2020 wel af te vlakken. In 2019 was sprake van een toename in de voorzieningen van ongeveer 7%, in 2020 is dit ongeveer 3%. Mede als gevolg van het beweegprogramma voor ouderen (Powerfull Aging) is de instroom in de Wmo enigszins afgeremd. 

We zien bij Begeleiding een verschuiving van kosten Zorg in Natura naar PGB. Op de kosten van Begeleiding is per saldo sprake van nadeel van € 95.000. Deze overschrijding is vrijwel volledig het gevolg van nagekomen PGB-facturen uit 2019 die niet waren voorzien. 

Op kosten van het Wmo-vervoer is sprake van een voordeel van € 73.000. Door de Corona-pandemie zijn minder ritten uitgevoerd. Met de vervoerders is regionaal afgesproken om tot 80% van het omzetverlies te compenseren.

Daarnaast is sprake van een geringe overschrijding op de kosten van woonvoorzieningen en hulpmiddelen. Dit is samen € 31.000. Ook hier zien wij een aanzuigende werking van het abonnementstarief.

De stijging van het aantal voorzieningen leidt ook tot € 88.000 meer inkomsten uit Eigen Bijdrage. Daarnaast is nog ongeveer € 55.000 eigen bijdrage uit 2019 ontvangen. Dit is leidt in totaliteit tot € 143.000 aan hogere inkomsten. Daarbij moet ook opgemerkt worden dat de hoogte inkomsten uit deze eigen bijdragen onzeker is. Op basis van de overzichten van het CAK kunnen wij de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met onze eigen Wmo-administratie. Door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten, is de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend om de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. De Kadernota Rechtmatigheid 2018 van de commissie BBV zegt hierover het volgende: door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kan worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht.

In de voornoemde kosten zijn in het kader van Corona ook enkele continuïteitsbijdragen als voorschot aan zorgaanbieders opgenomen. Daarnaast hebben diverse aanbieders meerkosten bij ons in rekening gebracht. Wij ontvangen hiervoor een compensatie van het Rijk. Dit bedraagt voor 2020 ongeveer € 115.000. De inkomsten van deze compensatie worden verantwoord in Programma 6.

Ondersteuning Minima, nadeel € 50.000
Op de kosten van het Minimabeleid is sprake van een overschrijding van de kosten met € 50.000. Dit is het gevolg van een kostenstijging bij de Bijzondere bijstand en bij de Kinderopvang. Ook op de kosten van Schuldhulpverlening is sprake van een stijging. Wij ontvangen hiervoor een compensatie van het Rijk. Dit bedraagt voor 2020 in totaal € 32.000. Deze inkomst verantwoorden wij in Programma 6.

Er zijn nog kleine verschillen op schuldhulpverlening en overige maatschappelijke ondersteuning. De uitgaven zijn € 34.000 hoger. Hier staan € 28.000 aan hogere inkomsten tegenover, per saldo een nadeel van € 6.000.

Samenvattend is op de Individuele voorzieningen sprake van een nadeel van € 1.437.000. Hiervan is per saldo ongeveer € 300.000 toe te schrijven aan nadelige effecten uit 2018 en 2019. Daarnaast worden wij voor ongeveer € 210.000 gecompenseerd voor extra kosten als gevolg van de corona-pandemie. Netto is het nadeel over 2020 daar mee circa € 925.000.

Inkomen, incidenteel voordeel € 1.520.000

Op dit product zijn de verschillen als volgt:
Lasten: nadeel € 2.081.000
Baten: voordeel € 3.601.000
Saldo: voordeel € 1.520.000

Bedragen x € 1.000 Lasten  Baten Saldo
Reguliere taken  747 773 1.520
TOZO -2.828 2.828 0
Totaal  -2.081 3.601 1.520

 



Uitkeringsverstrekking, voordeel € 1.520.000

Het resultaat op onze reguliere taken bedraagt € 1,52 miljoen positief. Dit is een voordeel van € 1.431.000 op de verstrekking van uitkeringen en € 89.000 op de uitvoeringskosten door gemeente Emmen.
Het voordeel is veroorzaakt door hogere inkomsten vanuit het Rijk en lagere uitgaven voor uitkeringen. De stijging van het aantal uitkeringen gedurende 2020 is lager dan verwacht. Dit leidt tot een voordeel van ongeveer € 747.000 op de kosten en een voordeel van € 773.000 op de inkomsten.

Wij zagen in de voorgaande jaren dat het aantal uitkeringen daalde. In de begroting 2020 hadden wij om deze reden 2,5% eigen risico (het aandeel van de kosten wat niet door het Rijk vergoed wordt) afgedekt in plaats van de voorheen gebruikelijke 10%. Vervolgens werden wij gedurende 2020 met ruim € 400.000 door het Rijk op onze inkomsten gekort en deed tevens de Corona-crisis haar intrede. Omdat de effecten van de Corona-crisis op de uitkeringen onzeker waren, hebben wij in de halfjaarrapportage het bedrag van het eigen risico in de begroting verhoogd naar 6,5% (ca. € 700.000).

Aanvankelijk werd landelijk grote effecten op de bijstand- en inkomensvoorziening verwacht. In het najaar heeft het Rijk de Rijksbijdrage daarom verhoogd met een bedrag van ruim € 800.000. De verwachting is dat de overheidsmaatregelen de financiële effecten van de Corona-crisis vertraagd hebben. De steunmaatregelen van de overheid (NOW en TOZO) en de verlengingen hiervan, hebben hierdoor een voordelig effect op het resultaat van 2020. De werkloosheidscijfers stegen in de eerste maanden van 2020. In de loop van 2020 zijn de cijfers weer gedaald. Ook het aantal faillissementen in 2020 gedaald. Tegen de verwachting in zijn daardoor de totale kosten voor de uitkeringen (Wwb, Ioaw, Ioaz en Bbz) slechts licht gestegen ten opzichte van het niveau van 2019. Ook de afschrijving op de post Dubieuze debiteuren is hierdoor in 2020 lager geweest dan voorheen.

TOZO
Naast de reguliere inkomensvoorzieningen is in de loop van 2020 de TOZO gestart. Hiervoor heeft het Rijk ons ruim bevoorschot, in totaal voor een bedrag van € 6,6 miljoen. De som van de uitkeringen die hier tegenover stond bedroeg ruim € 2,7 miljoen. Per saldo resteert een bedrag van ongeveer € 3,9 miljoen. Dat bedrag betalen wij in 2021 terug aan het Rijk.
De lasten van de TOZO-regeling inclusief uitvoeringkosten bedraagt ruim € 2,8 miljoen. De geboekte inkomsten van € 2,7 miljoen inclusief het gedeelte terugvordering/verhaal bedraagt vervolgens ook ruim € 2,8 miljoen. Per saldo is het effect van de TOZO in deze jaarrekening nihil.

Participatie, incidenteel voordeel € 789.000

Emco, incidenteel voordeel € 324.000
Dit voordeel wordt voor een groot gedeelte veroorzaakt door een beter resultaat bij Sociale Werkvoorziening Emco. Het totale Emco-resultaat komt naar verwachting uit op een tekort van ongeveer € 1,8 miljoen. In de begroting was rekening gehouden met een tekort van ongeveer € 4,2 miljoen. Het relatieve voordeel wordt mede veroorzaakt door de steunpakket van de overheid om gedurende de Corona-crisis de bedrijfsvoering op gang te houden. Emco heeft echter mogelijkheden gezien om gedurende deze periode grotendeels open te blijven en heeft hiermee het productieverlies sterk kunnen beperken. Verder heeft het Rijk besloten de resterende middelen aan de gemeenten uit te keren die gereserveerd stonden voor Beschut werk. Onze bijdrage in het exploitatietekort van de Emco wordt hierdoor per saldo ongeveer € 324.000 lager dan begroot.

Re-integratie, voordeel € 423.000
Naast het voordelige resultaat op de Emco is er sprake van een voordeel op het onderdeel Re-integratie. Op de reguliere bedrijfsvoering is sprake voordeel van ongeveer € 250.000. Ook hier heeft Corona vooralsnog een geringer effect gehad dan verwacht. Daarnaast is er sprake van twee incidentele voordelen uit voorgaande jaren. Dit betreft enerzijds een voordelige eindafrekening van een ESF-subsidie van ongeveer € 90.000. Daarnaast hebben wij op grond van een uitspraak die de Hoge Raad in juni 2020 heeft gedaan, een bedrag van ongeveer € 75.000 aan btw op re-integratietrajecten teruggevraagd van de Belastingdienst.

Naast de voornoemde voordelen is er nog sprake van een klein voordeel op de uitvoering van in de inburgeringstaken.