Omschrijving (toelichting)

Het programma Kansrijk opgroeien is een belangrijk middel om een impuls te geven aan de ambitie Voorkomen.
Wij willen het verschil maken voor kinderen die in situaties leven waarin armoedeproblematiek van generatie op generatie wordt doorgegeven. De hele omgeving moet zich bewust zijn van de invloed van (intergenerationele) armoede en de mogelijkheden om dit te doorbreken. Als professionele organisaties willen we in een programma van 4 jaar samen leren van en met de kinderen, hun ouders en hun omgeving wat wel en niet werkt en ons handelen aanpassen waar dat nodig is. We doen dit in Poppenhare, Lootuinen en Tuindorp om vervolgens te leren voor de hele gemeente. We werken hierin samen met MWC, onderwijspartners, kinderopvangorganisaties, jeugdgezondheidszorg, woningcorporatie en onderzoeksinstellingen en breiden dit verder uit. Samen leren met en van de inwoners is in ieder project een uitgangspunt.

In 2021 zetten we in op het herkennen van (intergenerationele) armoedeproblematiek. We onderzoeken of we met voorzieningen kinderen en hun ouders die in een situatie met intergenerationele armoede leven voldoende bereiken en wat daarin verbeterd kan worden. We willen meer weten over problematiek achter schoolverzuim, zodat we vroeger kunnen signaleren. De pilot met de gezinscoaches, medegefinancierd voor de regiodeal, wordt voortgezet. We zetten met in op leefstijl en bewegen en het ontdekken van talenten, samen met de partijen van het sport- en preventieakkoord. We gaan voor de Doe Mee-pas en het Kindpakket na welk aanbod toegevoegd kan worden om te komen tot meer inclusie. We willen met het onderwijs en bedrijfsleven de basisvaardigheden van kinderen en hun ouders verbeteren en de kans vergroten op het vinden en behouden van werk door jongvolwassenen. Kennis uit de gebiedsagenda en proeftuin Tuindorp wordt benut om de behoeftes in de fysieke woon- en leefomgeving te leren kennen. Monitoring vindt plaats om te weten of de doelen van het programma worden gerealiseerd en om de resultaten van de inspanningen te meten.

Portefeuillehouder

J. Brink