Portefeuillehouder
Jan Zwiers

Een groot deel van de vakantieparken is van goede kwaliteit en eigenaren hebben de investeringscapaciteit om te blijven vernieuwen en investeren om ook in de toekomst toeristen te blijven trekken. Door het grote aanbod en sterke concurrentie in kwaliteit worden verouderde parken soms uit de toeristische markt gedrukt. Een deel van deze parken is niet zelfstandig in staat zich aan te passen aan deze veranderende omstandigheden. De vraag naar dit specifieke park valt daardoor weg, maar het park zelf blijft bestaan. Ook is er een groep vakantieparkondernemers die hun bedrijf willen beëindigen, maar daar verschillende hindernissen in ondervinden. Op vakantieparken treedt daarom soms een verschuiving op van de functies en het gebruik, bijvoorbeeld naar verschillende vormen van wonen. Dit is vaak in strijd met de ruimtelijke bestemming op grond van het bestemmingsplan. Voor de ondernemers of de Vereniging van Eigenaren is niet-recreatieve verhuur echter een manier om het hoofd boven water te houden of, in ongunstiger gevallen, een aantrekkelijk verdienmodel.

Een vakantiepark kan in een dergelijke situatie dienst gaan doen als laatste uitwijkplaats voor mensen die op de reguliere woningmarkt niet terecht kunnen. Mensen komen om uiteenlopende redenen terecht op een vakantiepark; als (tijdelijke) oplossing voor een urgente woonvraag, vanuit een wens om dichtbij de natuur te wonen of als laatste toevluchtsoord. Daarnaast zijn er mensen die vakantieparken gebruiken of misbruiken om ‘onder de radar’ te blijven. Deze bewoning wordt extra complex doordat wij als gemeente zowel letterlijk als figuurlijk weinig zicht hebben op deze parken en bewoners.

In het project VVPCoevorden hebben wij onder andere als doel gesteld een andere bestemming te vinden voor de niet-vitale parken met als effect dat illegale situaties worden beëindigd,  sociaal-maatschappelijke problematiek wordt opgelost, (verdere) verpaupering wordt tegengegaan en dat aanwezige criminaliteit en ondermijning kan worden gestopt. Aangezien wij nu niet (voldoende) in beeld hebben wat er allemaal achter die slagboom plaatsvindt, starten we met het in kaart brengen van de feitelijke situatie, vaststelling nul-situatie. Dit is nodig om te weten welke koers gevaren gaat worden. Wat is de huidige feitelijke situatie en hoe wordt de toekomst van het park gezien? Waar is draagvlak voor en is haalbaar?
Aan het project nemen 17 parken deel.  Gezien de opgave is het onmogelijk om met alle parken tegelijk aan de slag te gaan. We hebben een bepaalde prioritering aangebracht in de volgorde  en een planning in het moment waarop met welk park aan de slag gegaan wordt.
Dit heeft geleid tot dat  in 2020 gestart wordt met 5 parken. Voor 2020 hebben wij als doel gesteld om op 5 parken de nul-situatie in kaart te brengen.  Het betreffen de parken: Ermerstrand, Primo, Secundo, Ermerzand en De Tip.