Onze financiële positie is gezond en dat willen wij zo houden. Dat geeft ruimte om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en invulling te geven aan ambities. Ook stelt dit ons in staat om tegenvallers op te vangen, zonder dat de uitvoering van ons bestaande beleid in het gedrang komt. Van de structurele ruimte die er in onze begroting is, storten wij daarom elk jaar € 2 miljoen in de algemene reserve. De structurele ruimte die daarnaast nog beschikbaar is, staat op de stelpost vrije begrotingsruimte en is de structurele financiële ruimte om in te zetten voor ambities en om mee- en tegenvallers mee op te vangen.
De doelstellingen die wij op financieel vlak hebben geformuleerd, komen onder andere tot uitdrukking in voorliggende begroting. In de voorbereiding en samenstelling houden wij, net als in ons dagelijks werk, vast aan onze strakke begrotingsdiscipline. Wij hebben zo actueel mogelijke cijfers verwerkt in onze begroting, bijvoorbeeld de septembercirculaire van het Rijk en de budgetten voor uitkeringverstrekking zoals deze in september bekend zijn gemaakt. Wij hebben budgetten op het gewenste niveau gebracht of gehouden, zoals de stelpost voor vervangingsinvesteringen en onvoorziene kosten. Wij begroten conform de landelijke richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en geven, waar dit passend is, invulling aan aanbevelingen op dit vlak. Wij monitoren frequent de ontwikkeling van onze algemene reserve en onze solvabiliteit en betrekken dit bij besluitvorming bij nieuwe, financieel omvangrijke, projecten.
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse voeding van het gemeentefonds (positief of negatief) wordt het accres genoemd. Schommelingen als gevolg van het accres en een actualisatie van maatstaven, bijvoorbeeld rondom het Sociaal Domein kunnen grote financiële gevolgen hebben. Voor de gemeente Coevorden heeft de septembercirculaire vanaf 2020 een positief resultaat.
Vanaf 2021 is er een herziening van het totale Gemeentefonds op komst. Dit kan per gemeente grote gevolgen hebben. Gemeente Coevorden heeft zitting genomen in een werkgroep die namens de Verenging Drentse Gemeenten de belangen behartigd van de Drentse gemeenten bij de herstructurering van het Gemeentefonds.
In lijn met onze nota financieel beleid koersen wij op een solvabiliteitsratio tussen de 30% en 40%. Dit doen wij door af te lossen op onze bestaande leningenportefeuille en structureel toe te voegen aan ons eigen vermogen. Wij verwachten in 2020 onze uitgaven en investeringen op te kunnen vangen met een langlopende lening van € 5 miljoen. Doordat onze aflossing op bestaande leningen circa € 9 miljoen, daalt ons saldo vreemd vermogen ook verder in 2020.
Wij willen onze financiële situatie gezond en stabiel houden. Dit doen wij door de algemene reserve te blijven versterken door jaarlijks structureel toe te voegen en incidentele voordelen in deze reserve te storten. Ook willen wij onze minimale solvabiliteit van 30% behouden.