Paragrafen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Onder deze tegel treft u zeven paragrafen aan. Deze paragrafen geven met een andere dwarsdoorsnede informatie over het jaar 2021 weer. Het betreft de volgende zeven paragrafen: 

  • Lokale heffingen;
  • Weerstandsvermogen en risicobeheersing;
  • Onderhoud kapitaalgoederen;
  • Financiering;
  • Bedrijfsvoering;
  • Verbonden partijen;
  • Grondbeleid

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft inzicht in het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen met betrekking tot de lokale heffingen van de gemeente.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Wij hebben voor het tarievenbeleid een aantal uitgangspunten geformuleerd. De volgende uitgangspunten liggen ten grondslag aan de berekeningen van onze tarieven en heffingen:

  • de lokale lastendruk dient in overeenstemming te zijn met de bestuurlijke ambities en het voorzieningenniveau in de gemeente;
  • lokale heffingen zijn kostendekkend;
  • lokale heffingen worden vastgesteld conform de uitgangspunten die zijn vastgesteld in het bestuursakkoord en de kaderbrief. In de Kaderbrief 2021 is voor de trendmatige stijging van de tarieven een percentage van 1,7% afgesproken.

 

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Voor de beoordeling van kwijtscheldingsverzoeken hanteren wij de wettelijke normen overeenkomstig de bepalingen in de Invorderingswet 1990 en de Leidraad invordering bestuursrechtelijke geldschulden Coevorden. De kwijtscheldingsnorm die wij hanteren bedraagt 100%. Dit betekent dat aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau voor kwijtschelding in aanmerking kunnen komen indien zij aan de normen voldoen. Kwijtschelding kan worden verleend voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing (gebruikersdeel).

KWIJTSCHELDING
(Bedragen x € 1.000)
2020 2021
Begroot 319 319
Werkelijk 287 276
Verschil 32 43
Aantallen
Ontvangen kwijtscheldingsverzoeken 1.034 1.149
Gehonoreerd 863 962

Belastingopbrengsten en tarieven

Terug naar navigatie - Belastingopbrengsten en tarieven

In deze tabel geven wij de verschillen tussen de geraamde en de werkelijke opbrengsten uit belastingen en heffingen weer.

Belastingopbrengsten Begroot Werkelijk Verschil
Ozb 8.991 9.039 48
Afvalstoffenheffing 4.408 4.446 38
Rioolheffing 3.484 3.527 43
Bedrijven Investeringszone (BIZ) 237 250 13
Toeristenbelasting 1.934 1.605 -329
Forensenbelasting 99 71 -28
Totaal 19.153 18.938 -215

Toelichting
De belastingopbrengsten laten in 2021 een tekort zien van € 215.000. Dit wordt veroorzaakt door verwachte tekorten op de Toeristenbelasting en Forensenbelasting. Tegenover deze tekorten staan voordelen op de OZB, Afvalstoffenheffing, Rioolheffing en de inkomsten uit de BIZ. Het voordeel op de OZB wordt veroorzaakt door inkomsten die betrekking hebben op 2020 en eerder.

Toeristenbelasting
De Corona-pandemie heeft ook in 2021 een effect op het aantal overnachtingen in onze gemeente. De definitieve cijfers over 2021 zijn nog niet beschikbaar. Vooralsnog houden daarom rekening met een vergelijkbaar aantal overnachtingen als in 2020 (definitieve cijfers). Dit leidt voor 2021 tot een verwacht nadeel van € 385.000 op basis van het vastgestelde tarief 2021. Het Rijk heeft toegezegd dat er ook over 2021 een compensatie van gederfde inkomsten van toepassing zal zijn. Het Rijk verwacht hier in haar Najaarsnota 2022 meer duidelijkheid over te kunnen geven. Omdat de hoogte van deze compensatie nog niet duidelijk is leidt dit in de jaarrekening 2021 tot een tekort.

Zoals bij de halfjaarrapportage reeds aangegeven is de opbrengst uit toeristenbelasting over 2020 per saldo € 56.000 hoger uitgevallen. Dit voordeel valt nu vrij in het resultaat. 

Wij hebben de tarieven voor de diverse belastingen en heffingen van het afgelopen jaar in beeld gebracht in onderstaande tabel. Daarbij hebben we ook de tarieven van het jaar er voor (2020) weergegeven. 

OVERZICHT BELASTINGTARIEVEN
2020 2021
Onroerende-zaakbelastingen
Eigenaren woningen 0,1797% 0,1797%
Eigenaren niet-woningen 0,2023% 0,2095%
Gebruikers niet-woningen 0,1686% 0,1746%
Rioolheffing
Op basis van een voorbeeld: eigenaar en gebruiker van een woning,
met een WOZ-waarde van € 180.000 in 2020 en € 189.360 in 2021,
met een waterverbruik van 120 m3
Gebruikers:
rioolheffing afvalwater categorie 0 t/m 500 m3 waterverbruik €100,28 €101,53
Eigenaren:
Rioolheffing hemel- & grondwaterafvoer, vastrecht €57,93 €58,65
Rioolheffing hemel- & grondwaterafvoer, 0,0183% 0,0185%
0,0183% resp. 0,0185% van de WOZ-waarde €32,94 €35,03
Afvalstoffenheffing
Eenpersoonshuishouden €239,02 €255,03
Meerpersoonshuishouden €287,91 €307,20
Extra container GFT €68,81 €73,42
Extra container PMD €68,81 €73,42
Extra container Rest €137,62 €146,84
Toeristenbelasting €1,25 €1,30
Forensenbelasting
Forensenbelasting WOZ-waarde kleiner dan € 120.000 €325,60 €331,14
Forensenbelasting WOZ-waarde groter dan € 120.000 €390,45 €397,09
Terug naar navigatie - Toelichtingen
EXPLOITATIEOVERZICHT RIOLERING
(Bedragen x € 1.000)
Begroot Werkelijk Verschil
Kosten taakveld riolering, incl. rente en directe personeelskosten 3.162 3.187 25-
Inkomsten taakveld, excl. Heffingen -
Storting voorziening riolering 25- 7- 18-
Directe kosten 3.137 3.180 43-
Toe te rekenen kosten
Overhead, inclusief rente 347 347 -
BTW -
Totale kosten 3.484 3.527 43-
Opbrengst heffingen 3.484 3.527 43
Saldo 0 0 0
Dekkingspercentage 100% 100% 0%

Door onzekerheid over het tarief voor vergoeding van de inzameling van oud-papier en over de afkeur van de inzameling van PMD is er bij de Programmabegroting 2021 behoudend begroot. Mede hierdoor heeft het product afvalverwerking- en verwijdering in 2021 een positief resultaat. Dit effect wordt met name veroorzaakt door een voordeel op de inzameling van oud-papier en de hogere inkomsten vanuit de stichting Afvalfonds voor inzameling PMD dan begroot. Tevens hebben wij vanuit het Rijk een coronacompensatie van € 58.000 ontvangen voor de extra kosten inzake afvalverwerking.

EXPLOITATIEOVERZICHT REINIGING
(Bedragen x € 1.000)
Begroot Werkelijk Verschil
Kosten taakveld reiniging, incl. rente en directe personeelskosten 3.946 4.086 140-
Inkomsten taakveld, excl. Heffingen 435- 645- 210
Directe kosten 3.511 3.441 70
Toe te rekenen kosten
Overhead, inclusief rente 103 103 -
BTW 793 808 15-
Totale kosten 4.408 4.352 55
Opbrengst heffingen 4.408 4.446 38
Saldo -0 93 93
Dekkingspercentage 100% 102% 2%

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Onze visie ten aanzien van het weerstandsvermogen is:

‘Streven naar een goede beheersing van de risico’s en een goede balans tussen de bestuurlijke ambitie en de daarmee gepaard gaande risico’s. Uitgangspunt hierbij is een positief weerstandsvermogen’.

Onze doelstelling is:

  • het behouden van een gezonde financiële positie;
  • het voorkomen van ingrijpende beleidswijzigingen die noodzakelijk worden bij het zich voordoen van niet afgedekte risico’s. Dit wordt gerealiseerd door middel van beheersing van de risico’s en een positief weerstandsvermogen.

Risicoprofiel

Terug naar navigatie - Risicoprofiel

Onderstaand treft u in een tabel het risicoprofiel aan. Onder de tabel wordt het risicoprofiel per onderwerp beschreven. Hieronder worden de in het risicoprofiel weergegeven risico’s nader omschreven. Wij maken hierbij onderscheid in incidentele en structurele risico’s.

Risico in € Verantwoordelijke bestuurslaag
€ 1.000.000 en hoger 1,2 5
€ 500.000 - € 1.000.000
€ 200.000 - € 500.000
€ 50.000 - € 200.000 6
€ 1 - € 50.000
€ 0, geen financiële consequenties
kans kans kans kans kans
<1% <10% <25% <50% >50%
Team B&W
CMT Raad

Incidentele risico's

Terug naar navigatie - Incidentele risico's

Op een drietal onderwerpen lopen wij een incidenteel risico. Het risico wordt berekend over het totaalbedrag van het betreffende onderwerp waarover wij risico lopen, afgezet tegen de kans dat het risico zich daadwerkelijk voor doet. De risico’s worden hieronder toegelicht.

INCIDENTELE RISICO'S
Bedragen x € 1.000
Totaal Kans 2021 2022 2023 2024
1. Europark 3.500 15% 525 525 525 525
2. Grondexploitaties 9.234 15% 1.423 1.121 905 387
3. Faillissement CQ pm
4. (grond)saneringen & aansprakelijkheden pm
Totaal 12.734 1.948 1.646 1.430 912

1. Europark

Terug naar navigatie - 1. Europark

GVZ Europark Coevorden-Emlichheim GmbH heeft een financieringsfaciliteit van maximaal € 7 miljoen bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) afgesloten. Het uitgangspunt is dat Europark GmbH zich zonder een extra financiële bijdrage van onze gemeente ontwikkelt. Mocht zij op enig moment onverhoopt toch een beroep op de gemeente moeten doen voor financiële steun dan is het door ons ingeschatte maximale risico € 525.000 (15% kans x 50% van € 7 miljoen).

2. Grondexploitaties

Terug naar navigatie - 2. Grondexploitaties

Ieder jaar herijken wij bij de samenstelling van het Jaarverslag de risico’s van de grondexploitaties. Wij hanteren een risico van 15% over de boekwaarde (minus voorziening) van circa € 9,2 miljoen. Dit percentage is een gewogen gemiddelde van alle risico’s van alle grondexploitaties. De opbouw staat weergegeven in paragraaf Grondbeleid. In de periode tot en met 2024 voorzien wij een geleidelijke afname van de totale boekwaarde tot een niveau van circa € 2,6 miljoen. In de bovenstaande tabel houden wij rekening met deze afname.

Het financiële risico neemt af als gevolg van de daling van de boekwaarde. Omdat wij geen actief grondbeleid meer voeren zal het financiële risico de komende jaren afnemen naar een niveau van circa € 400.000. Voor een uitgebreide uiteenzetting over de grondexploitaties verwijzen wij u naar de paragraaf grondbeleid. De effecten van de vernieuwde Woonvisie zijn hierin nog niet opgenomen. 

3. Faillissement CQ

Terug naar navigatie - 3. Faillissement CQ

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 31 maart 2021 uitspraak gedaan inzake CQ. Het betrof twee dagvaardingsprocedures. De Kunstenbond heeft een bedrag van (afgerond) 5,6 miljoen euro gevorderd vermeerderd met wettelijke rente wegens onrechtmatig handelen omdat bepaalde garanties niet zouden zijn nagekomen. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen en de Kunstenbond veroordeeld in de vergoeding van de proceskosten.

De curator heeft de gemeente aangesproken voor het faillissementstekort. De hoogte van het faillissementstekort is nog niet bekend omdat het faillissement nog afgehandeld moet worden. Ook deze vordering is door de rechtbank afgewezen en de curator is veroordeeld voor de vergoeding van de proceskosten.

Het faillissement van de stichting CQ is dus nog niet afgewikkeld. Dat proces moet nog plaatsvinden. Op 18 juni 2021 heeft de curator hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank van 31 maart 2021. De curator heeft een memorie van grieven ingediend en hierop hebben wij gereageerd met een memorie van antwoord. Op 28 december 2021 heeft het Gerechtshof bepaald dat er een mondelinge behandeling zal plaatsvinden. Dit staat gepland op 20 september 2022. De procedure loopt nog. 

Structurele risico's

Terug naar navigatie - Structurele risico's


Er zijn twee onderwerpen waarover wij een structureel risico lopen. Dit betreffen het sociaal domein en de Emco-groep. Het risico wordt berekend over het totaalbedrag van het betreffende onderwerp waarover wij risico lopen, afgezet tegen de kans dat het risico zich daadwerkelijk voor zal doen. De risico’s worden hieronder toegelicht.

STRUCTURELE RISICO'S
Bedragen x € 1.000
Totaal Kans 2021 2022 2023 2024
5. Sociaal Domein 500 500 500 500
Jeugdwet 750 50% 375 375 375 375
Wmo 500 25% 125 125 125 125
Participatie pm
6. EMCO-groep 100 25% 25 25 25 25
7. Herijking gemeentefonds pm
Totaal 1.350 525 525 525 525

5. Sociaal domein

Terug naar navigatie - 5. Sociaal domein

In 2021 zijn de kosten voor Jeugdhulp en Wmo opnieuw gestegen. Het effect is echter niet zo groot als in 2020. Maatschappelijke ontwikkelingen kunnen resulteren in financiële effecten. Hierbij kan gedacht worden aan de invoering van het abonnementstarief in de Wmo in 2019, de aanstaande herijking van het Gemeentefonds, wijziging van het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet, correcties uit voorgaande jaren en andere onvoorziene situaties zoals (nasleep van) de Corona-pandemie.  Wij proberen hier zo goed mogelijk op te anticiperen, onder andere door aanpassing van bestaande beleidskaders en inkoopcontracten en een beweegprogramma voor ouderen om  de instroom in de Wmo af te remmen of uit te stellen. Hoe de kosten binnen het Sociaal Domein zich ontwikkelen ligt niet in alle gevallen binnen onze invloedssfeer. In principe is daarbij ook nog steeds sprake van open-einde-regelingen.  Het kostenniveau lijkt zich enigszins te stabiliseren. Vanwege de kostentoename in de afgelopen jaren, nemen wij in de risico-inventarisatie voor het Sociaal Domein een bedrag op van € 750.000 voor het gedeelte Jeugdwet, met een kans van 50% en € 500.000 voor het gedeelte Wmo, met een kans van 25%.

6. EMCO-groep

Terug naar navigatie - 6. EMCO-groep

De EMCO-Groep is een gemeenschappelijke regeling (GR) die uitvoering geeft aan de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Naast onze gemeente nemen de gemeenten Emmen en Borger-Odoorn deel aan deze GR. Alle bevoegdheden en taken met betrekking tot de uitvoering van de Wsw zijn door onze gemeente overgedragen aan de GR. De EMCO-groep heeft de afgelopen jaren een aantal efficiencyslagen doorgevoerd. Het exploitatieresultaat blijft voor de komende jaren onder druk staan. Het is daarnaast nog onduidelijk wat het Rijk op termijn gaat doen met de Rijksbijdrage. Wij verwachten echter wel dat de EMCO-Groep in staat is hier voldoende op te anticiperen. Zij heeft ook tijdens deze Corona-pandemie wederom laten zien over veerkracht te beschikken. Het financiële risico hebben voor onze gemeente schatten wij om deze reden in op € 100.000. De kans dat het risico werkelijkheid schatten wij in op 25%.

7. Herijking gemeentefonds

Terug naar navigatie - 7. Herijking gemeentefonds

Voor gemeenten is de grootste bron van inkomsten het gemeentefonds. Hoe het gemeentefonds vanuit het Rijk wordt verdeeld over gemeenten, zal worden herzien. De fondsbeheerders (de Minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Financiën) onderzoeken hoe het gemeentefonds het beste verdeeld kan worden. De herziening was beoogd voor 2021, maar is uitgesteld. Invoering van het nieuwe verdeelmodel gemeentefonds zal per 1 januari 2023 plaatsvinden.

Op basis van de uitkomsten van de onderzoeken en een voorlopige doorrekening lijkt het effect voor Gemeente Coevorden mee te vallen. Aangezien de cijfers nog niet definitief zijn geven wij een winstwaarschuwing dat de algemene uitkering mogelijk lager voor ons uit kan vallen. 

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, op te vangen. Hierbij zetten wij eerst het gedeelte van onze weerstandscapaciteit in dat geen of minimale effecten heeft op ons beleid en onze begroting.
In onze weerstandscapaciteit hebben wij geen bestemmingsreserves en  stille reserves opgenomen. Het tijdsbestek waarin stille reserves vrijgespeeld kunnen worden ter dekking van risico’s ligt hieraan ten grondslag. Voor bestemmingsreserves is het argument dat bij de inzet van deze reserves de uitvoering van het beleid mogelijk onder druk komt te staan.

WEERSTANDSCAPACITEIT
Bedragen x € 1.000
Bestanddeel weerstandscapaciteit 2021 2022 2023 2024
Algemene reserve 34.267 38.801 40.348 42.116
Resultaat + reserve mutaties 4.534 1.547 1.768 3.005
Reserve grondexploitaties 1.286 1.299 1.313 1.327
Onbenutte belastingcapaciteit 187 89 89 89
Post onvoorzien 100 100 100 100
Totaal weerstandscapaciteit 40.374 41.836 43.618 46.637

Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Ratio weerstandsvermogen

Een gemeente is vrij om te bepalen welk deel van de weerstandscapaciteit wordt aangewend voor het weerstandsvermogen. Conform de nota Risicomanagement en Weerstands­vermogen zetten wij alleen onze algemene reserve in ter dekking van de mogelijke risico’s. Het weerstandsvermogen wordt als volgt bepaald:

Beschikbare weerstandscapaciteit : benodigde weerstandscapaciteit (risicoprofiel). Hieruit vloeit een ratio voort, die in te delen is in één van de categorieën A tot en met F.

RATIO WEERSTANDSVERMOGEN
Waarderingscijfer Ratio weerstandsvermogen Betekenis
A 2,0 < X Uitstekend
B 1,4 < X < 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 < X < 1,4 Voldoende
D 0,8 < X < 1,0 Matig
E 0,6 < X < 0,8 Onvoldoende
F X < 0,6 Ruim onvoldoende



WEERSTANDSVERMOGEN
Bedragen x € 1.000
2021 2022 2023 2023
Weerstandscapaciteit 40.374 41.836 43.618 46.637
Te verwachten risico’s 2.473 2.171 1.955 1.437
Weerstandsvermogen 37.901 39.665 41.663 45.200
RATIO WEERSTANDSVERMOGEN
2021 2022 2023 2023
Ratio weerstandsvermogen 16,33 19,27 22,31 32,45

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Op grond van het BBV nemen wij in deze paragraaf een aantal kengetallen op die de  beoordeling van onze financiële positie ondersteunen. Daarmee wordt beoogd uw raad in staat te stellen gemakkelijker inzicht te krijgen in de financiële positie van onze  gemeente. De kengetallen maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken en op te vangen. Zij geven zodoende inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. Het gaat daarbij om de volgende kengetallen:

  • de netto schuldquote;
  • de netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen;
  • de solvabiliteitsratio;
  • de grondexploitatie;
  • de structurele exploitatieruimte, en
  • de belastingcapaciteit.

Deze kengetallen moeten altijd in samenhang worden bezien omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van de gemeente.

Toelichting op de betekenis van de kengetallen

Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. De schuldquote daalt als gevolg van reguliere aflossingen op de leningenportefeuille. 

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De ratio stijgt omdat wij blijven werken aan de versterking van onze vermogenspositie door middel van structurele stortingen in de algemene reserve. 

Grondexploitatie
Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Het is belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is dat de grondexploitatie kan bijdragen aan verlaging van de schuld van de gemeente.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, door het saldo van de stelpost vrije begrotingsruimte te delen op het totale saldo van de begroting (begrote lasten en stortingen in de reserves). 

Belastingcapaciteit
Het kengetal belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een zich voordoende financiële tegenvaller in het volgend begrotingsjaar kan worden opgevangen en of er ruimte is voor nieuw beleid. De benutte belastingcapaciteit is gestegen als gevolg van de indexatie van de Ozb-opbrengst. 

Ontwikkeling van onze kengetallen
In de periode 2014 – 2018 is zwaar ingezet op het herstellen en weer toegroeien naar een gezond financieel evenwicht. Wij creëren  op deze manier ruimte voor nieuw beleid en een gezonde financiële basis. De bestuurlijke lijn van de afgelopen jaren zien wij terug in de ontwikkeling van alle indicatoren en de uitkomsten onderschrijven het gevoerde beleid.

Kengetallen Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie
2018 2019 2020 2021
- Netto schuldquote 70% 69% 66% 60%
- Idem gecorrigeerd voor verstrekte leningen 65% 64% 59% 53%
- Solvabiliteitsratio 31% 31% 33% 37%
- Grondeploitatie 14% 13% 11% 9%
- Structurele exploitatieruimte 2% 2% 2% 2%
- Belastingcapaciteit 92% 86% 94% 98%


De provincie hanteert voor de kengetallen de volgende signaleringswaarden, waarbij categorie A als 'minst risicovol' en categorie C als 'meest risicovol' wordt geduid.

 

SIGNALERINGSWAARDEN PROVINCIE
Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote a. zonder correctie doorgeleende gelden <90% 90-130% >130%
b. met correctie doorgeleende gelden <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte Begr >0% Begr = 0% Begr <0%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Voor alle activiteiten die binnen onze gemeente plaatsvinden - zoals wonen, werken en recreëren - zijn kapitaalgoederen nodig. Hierbij valt te denken aan wegen, riolering, groen, openbare verlichting en gebouwen. De kwaliteit van deze goederen en het niveau van onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau van de gemeente. In deze paragraaf gaan wij in op de beleidskaders en de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen voor wat betreft de grotere kapitaalgoederen van de gemeente. De in deze paragraaf opgenomen bedragen zijn exclusief de kosten voor de inzet van ons eigen personeel en materieel.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Afstoten van niet kernbezit
Het afstoten van niet kernbezit, zoals is opgenomen in de vastgoedvisie, is in 2021 voortgezet. In 2020 is de voormalig Mijndert van der Thijnenschool, Dr. Picardtlaan 5 in Coevorden gesloopt. De verkoop van het perceel heeft in 2021 plaatsgevonden.

Onderhoud
In 2021 is uitvoering gegeven aan het beheer en onderhoud van ons gemeentelijk vastgoed. Het onderhoud wordt uitgevoerd op basis van een meerjarenonderhoudsprogramma. In 2021 is doorgegaan met het actualiseren van de meerjarenonderhoudsprogramma’s. Daarin worden de uitkomsten van het verduurzamingsonderzoek voor het gemeentelijk kernbezit meegenomen. De komende jaren wordt in samenhang met het onderhoud de verduurzamingsopgave bij het gemeentelijk kernbezit zoveel mogelijk meegenomen.

Onderhoudslasten in 2021
De totale onderhoudslasten in 2021, voor zowel dagelijks onderhoud als planmatig/groot onderhoud, komen uit op € 521.000.

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Het totaal van de te beheren oppervlakte groen in de gemeente beslaat circa 898 hectare. In deze hoeveelheid zit een grote variëteit. Wij onderhouden sierplantsoenen, bermen, maar bijvoorbeeld ook sloten, bossen en natuurterreinen. In onderstaande tabel geven wij de verdeling van het areaal groen.

In de grafiek hieronder kunt u de verdeling van het areaal zien.

Met het bermbeheerplan is vastgesteld om het natuurtechnisch/ecologisch bermonderhoud te bevorderen. Binnen het bermonderhoud lopen sinds 2018 acht pilots om ervaring op te doen. Deze pilots zullen vijf jaar gemonitord worden 2021 was het 4e jaar.  In totaal wordt er 30 locaties gemonitord. Tot nu toe zijn de bermen dus vier keer gemonitord. Uit de resultaten van de afgelopen vier jaar blijkt dat gemiddeld genomen een lichte toename in de biodiversiteit van vegetatie en van insecten is te zien. Hoewel het op dit moment nog te vroeg is om harde conclusies te trekken lijkt het aangepaste maaibeheer een positief effect op de ontwikkeling van de bermen te hebben. In 2022 zal een eindevaluatie worden aangeboden gelijktijdig met een voorstel voor continuering van deze monitoring.

Het bermonderhoud is in 2021 voor 75 % natuur technisch/ecologisch uitgevoerd. In het komende jaar zal dit conform het bermbeheerplan opgeschaald worden naar 90% .

Daarnaast heeft u middelen beschikbaar gesteld voor het ergste achterstallige  boomonderhoud weg te nemen en herstel van de biodiversiteit in de (bos) singels. Ten aanzien van het ergste achterstallige boomonderhoud is in 2021 groot onderhoud uitgevoerd aan circa 3.700 bomen in Coevorden, Dalen, Zwinderen, Steenwijksmoer, Stieltjeskanaal, Den Hool, Wezup, Oosterhesselen, Sleen, Schoonoord, Meppen en Noord Sleen. Daarnaast is er circa 21ha aan (bos) singels onderhouden. Dit komt neer op circa 42 km aan (bos)singel (uitgaande dat een singel circa 5 meter breed is). Om de biodiversiteit in de (bos) singels te verbeteren zijn na de dunning meerdere lokaal inheemse struiken aangeplant, circa 7.100 struiken. De locaties die zijn gesnoeid en aangeplant Coevorden, Dalen, Den Hool, Diphoorn, Wezup, Schoonoord, Sleen, en Meppen. 

Lasten in 2021
In 2021 hebben wij € 967.000 uitgegeven aan het onderhoud van het openbaar groen en € 275.000  aan het onderhoud van de begraafplaatsen. Dit betreffen de kosten van goederen en diensten van derden (waaronder de inhuur van medewerkers van de EMCO-groep). De inzet van onze eigen man- en tractie-uren maken geen onderdeel uit van deze kosten.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

De functie van de openbare verlichting is het verlichten van de openbare ruimte op een manier die past bij het gebruik van die ruimte. Het primaire doel van de openbare verlichting is het verlengen van de daglicht periode om op deze wijze de maatschappelijke groei te bevorderen. 

In 2017 is het beleidsplan “Openbare Verlichting” door uw raad vastgesteld. Sociale veiligheid en duurzaamheid zijn belangrijke thema’s in dit beleidsplan. In 2018 zijn wij gestart met het verwijderen van de openbare verlichting, daar waar wij deze niet nodig achten. Dit is voornamelijk op projectbasis beoordeeld. Goede verlichting op schoolroutes achten wij daarentegen juist van groot belang. Hierover zijn gesprekken gevoerd met belangenorganisatie om overeenstemming te krijgen over waar de schoolroutes lopen. De volgende stap is om te kijken hoe de verlichting langs deze routes vorm gegeven gaat worden en hoe wordt omgegaan naar verlichting buiten deze routes. 

In het beleidsplan is opgenomen dat wij de komende jaren inzetten op het vervangen van verouderde armaturen en het besparen op energie en onderhoud. Het overgrote deel van oude armaturen (20 jaar en ouder) bestaat uit armaturen met SOX en TL lampen. Door het vervangen van armaturen met SOX en TL lampen wordt er dus niet alleen gewerkt aan het vervangen van oude armaturen, maar wordt ook gewerkt aan de besparing op onderhoud en energie.

Zoals aangeven is het beleidsplan  "Belicht beleid" hebben we in 2021 in de kernen Sleen, Zweeloo en Aalden de armaturen vervangen door LED-armaturen. Het gaat met name om het vervangen van  de TL armaturen de zogenaamde energie slurpers.  In het kader hiervan hebben we ook een groot aantal hele oude stalen masten vervangen. 

Lasten in 2021
In 2021 is € 199.000 uitgegeven aan het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Hiermee zijn de vervangingen, het beheer en onderhoud, de (nood)reparaties en de remplace bekostigd. Bij onderhoud en defecten is zoveel mogelijk rekening gehouden met de voortgang en uitvoering van het beleidsplan.

Investeringskrediet 2021
Voor het vervangingsplan van de openbare verlichting is in 2021 een investeringskrediet van €  428.300 beschikbaar gesteld. De gerealiseerde kosten in 2021 zijn € 460.600.

Oeververbindingen

Terug naar navigatie - Oeververbindingen

Beheer en onderhoud van de openbare ruimte is een kerntaak van de gemeente. Daaronder valt ook onze verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van de civiele kunstwerken. In het Burgerlijk Wetboek is de aansprakelijkheid van beheerders van openbare voorzieningen bij ontstane (letsel)schade geregeld. Wij dienen bij geschillen aan te tonen dat de inspecties en het onderhoud met optimale zorg zijn uitgevoerd. Het is dan ook van groot belang het beheer van de civiele kunstwerken op orde te hebben. Onder civieltechnische kunstwerken verstaan wij de volgende objecten:

- Bruggen;
- Steigers;
- Kademuren;
- Tunnels;
- Duikers.

Om de kwaliteit van de civiele kunstwerken te monitoren dienen deze regelmatig geïnspecteerd worden. Dit is in 2017 gebeurd. Op basis van deze inspecties is een beheerplan opgesteld.  In het beheerplan wordt inzicht gegeven in de bestaande kwaliteit, de planning van de werkzaamheden en de daaraan gekoppelde financiële gevolgen.

Het groot onderhoud aan de bruggen is conform het beheerplan uitgevoerd. De bruggen  Verlengde Hoogeveense Vaart NZ, Brinkstraat en Ruimsloot zijn inmiddels vervangen of hersteld.  De Klenckebrug in Oosterhesselen wordt in 2022 vervangen in samenwerking met het Waterschap Vechtstromen en Vereniging Natuurmonumenten binnen het project Nieuwe Drostendiep . Bij het vervangen van De Brugstaat in Wezuperbrug wordt, na samenspraak met Plaatselijk Belang Wezup, ook de verkeerssituatie betrokken. Hierdoor zal de uitvoering enigzins vertraagd worden.  In 2022 gaan we alle civiele kunstwerken opnieuw  inspecteren om inzicht te krijgen in de onderhoudstoestand.

Lasten in 2021
In 2021 hebben wij een bedrag van € 205.000 uitgegeven aan het onderhoud van oeververbindingen.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

De gemeentelijke riolering is een van de belangrijkste voorzieningen voor de bescherming van de volksgezondheid en het milieu. Ook heeft de riolering een belangrijke functie als het gaat om het tegengaan van wateroverlast in de openbare ruimte.

Gemeentelijk rioleringsplan
De Wet milieubeheer schrijft voor dat de gemeente moet beschikken over een actueel vastgesteld Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Een GRP is het gemeentelijke beleidsplan voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Het GRP Coevorden 2022-2028, eind 2021 afgerond en begin 2022 vastgesteld, beschrijft het beleid voor de gemeentelijke zorgplicht voor de drie watertaken (afvalwater, hemelwater en grondwater). Het beschrijft welke activiteiten en middelen nodig zijn om de watertaken uit te voeren. Dit plan is in afstemming met de samenwerkingspartners in de Noordelijke Vechtstromen opgesteld. Het samenwerkingsverband bestaat uit de gemeenten Borger- Odoorn, Coevorden, Emmen, Hardenberg en Ommen de waterschappen Hunze en Aa’s en Vechtstromen en Waterleidingmaatschappij Drenthe.
Er wordt intern altijd gekeken naar mogelijkheden voor eventuele combinaties met andere werken. Ook met projecten die niet perse riool gerelateerd zijn zoals projecten vanuit het wegonderhoud.

We volgen met dit nieuwe GRP de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties, de Sustainable Development Goals (SDG’s). Deze geven aan hoe we willen komen tot een duurzame samenleving. Door werkzaamheden uit te voeren op het gebied van stedelijk water en waar mogelijk aanpassingen in te voegen in het kader van klimaatadaptatie.
Ook vanuit het Raadsakkoord ’’Samen levend’’ (2018 – 2022) heeft uw gemeenteraad zichzelf de opdracht gegeven om actief met een aantal onderwerpen aan de slag te gaan. Het onderwerp duurzaamheid is hier onderdeel van met als focus o.a. klimaatadaptatie.

Uitgevoerde werkzaamheden 2021
Tegelijk met de aanpassing van de verkeerssituatie in de Bente in Dalen hebben we  een infiltratieriool aangelegd  en de verharding van het vuilwaterriool afgekoppeld. Dit hebben we ook gedaan met de Schoolstraat in Coevorden  als gevolg van de opwaardering van de winkelstraten. In de Markeweg in Noord Sleen is het riool vervangen en een infiltratieriool aangelegd. In 2021 zijn we begonnen met de rioolvervanging in Dalerpeel. In de Gautiersingel zijn we begonnen met het opwaarderen van de openbare ruimte, doordat de praktijkruimtes omgevormd worden naar appartementen. Hierbij wordt ook een infiltratieriool aangelegd.

Lasten en rioolheffing in 2021
De exploitatie- en kapitaallasten die samenhangen met het onderhoud van het rioleringsstelsel worden grotendeels bekostigd uit de rioolheffing. In 2021 bedroegen de totale kosten voor het beheer en onderhoud van het rioolstelsel € 3.497.000. De opbrengsten uit de rioolheffing was in 2021 € 3.527.000 . Per saldo hebben wij € 30.000 teruggestort aan de voorziening riolering.

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Binnen onze gemeente hebben wij circa 730 kilometer aan verharde wegen in beheer. Net als alle civieltechnische constructies zijn wegen onderhevig aan slijtage en veroudering. Zonder regelmatig onderhoud zal een weg op een bepaald moment niet meer in staat zijn om zijn primaire functie (het veilig afwikkelen van verkeer) te vervullen. De wegbeheerder heeft op grond van de Wegenwet de zorgplicht voor de wegverhardingen. Dit betekent dat wij ervoor moeten zorgen dat de verhardingen in een goede staat verkeren. Bij dit beheerproces spelen tal van randvoorwaarden een dwingende rol, die voortvloeien uit wet- en regelgeving. Wij hebben diverse soorten verhardingen in onze gemeente: 

Asfalt
Binnen onze gemeente gaat het om geasfalteerde rijbanen, fietspaden, parkeerplaatsen en enkele voetpaden. Het totale oppervlak aan asfaltverharding beslaat ultimo 2021 2.265.046 m².

Beton
In de gemeente ligt ook een bescheiden hoeveelheid aan betonwegen. Het betreft hier voornamelijk oude rijks- of provinciale wegen, die zijn overgedragen aan de gemeente en een aantal fietspaden. Het totale oppervlak aan betonverhardingen is ultimo 2021 137.871 m². 

Elementen
De derde soort verharding is de elementenverharding. Dit is een verharding die bestaat uit losse elementen die in hun geheel een verharding vormen. De meest toegepaste elementen zijn gebakken klinkers, betonklinkers en betontegels. Het totale oppervlak aan elementenverhardingen beslaat ultimo 2021 1.657.385 m².

Onverhard
De onverharde wegen bestaan hoofdzakelijk uit zandwegen. Deze liggen voornamelijk in het noordelijke deel van de gemeente. De zandwegen dienen voor de ontsluiting van bospercelen en landerijen. In het zuidelijke deel van de gemeente komt dit soort wegen nauwelijks voor vanwege het feit dat de ondergrond daar veel veen bevat. Ultimo 2021 omvat het totale oppervlak van de onverharde wegen 329.900 m².

Areaal verharding
De oppervlakte asfaltverharding neemt door de jaren heen af en de hoeveelheid elementenverharding neemt toe. Steeds vaker worden asfaltwegen in de bebouwde kom vervangen door wegen met elementenverharding. De kwaliteit van beide types is nogal verschillend. Zo heeft asfaltverharding veel te lijden van zware vorstperioden, terwijl vorst geen invloed heeft op de kwaliteit van elementenverharding.

In 2021 hebben we onderhoud aan de wegen uitgevoerd. Door de droogte van de afgelopen 2 jaren is de kwaliteit van de elementverharding sterk achteruit gegaan. Hierdoor hebben we in 2021 een grote deel van het budget besteed aan het onderhoud van de elementverharding. Voorbeelden hiervan zijn de Looweg tussen Coevorden en Dalen en de Dorpsstraat in Gees.

Lasten in 2021
In 2021 hebben wij op het product verhardingen € 1.616.000 uitgegeven aan het onderhoud aan de gemeentelijke wegen

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf geven wij inzicht in en leggen wij verantwoording af over het gevoerde treasurybeheer in 2021. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

Saldobeheer en intern liquiditeitsbeheer

Terug naar navigatie - Saldobeheer en intern liquiditeitsbeheer
Met een liquiditeitsplanning houden wij inzicht in het verloop van onze liquiditeitspositie gedurende het jaar, we stemmen onze inkomende en uitgaande geldstromen op elkaar af. We streven er naar zo weinig mogelijk langlopende financieringsmiddelen aan te trekken. Hierbij zien wij er op toe dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat wij onze verplichtingen tijdig kunnen nakomen.

Financieringsrisico's en rentebeheer

Terug naar navigatie - Financieringsrisico's en rentebeheer

Om vooral de financieringsrisico’s te beperken staan in de wet fido twee instrumenten: de rente risiconorm en de kasgeldlimiet.

Kasgeldlimiet
Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag dat de gemeente mag financieren met kortlopende financieringsmiddelen, dat wil zeggen negatieve stand op de rekening-courant en leningen met een looptijd van maximaal één jaar. De norm is 8,5% van het begrotingstotaal. Voor het jaar 2021 bedraagt de kasgeldlimiet € 8.953.000  (2020: € 9.644.000).

TOETSING AAN KASGELDLIMIET
Bedragen x € 1.000
Limiet 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw
Begrotingstotaal 2021 115.630
Toegestane kasgeldlimiet
- in procenten van de grondslag 8,5%
- in bedragen 9.829
Omvang vlottende korte schuld
Opgenomen gelden, korter dan 1 jaar 0 0 0 0
Schuld in rekening-courant -6.205 -5.870 -3.178 -4.423
Gestorte gelden door derden, korter dan 1 jaar 0 0 0 0
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld 0 0 0 0
Totaal -6.205 -5.870 -3.178 -4.423
Vlottende middelen
Contante gelden in kas 2 2 2 2
Tegoeden in rekening-courant 994 988 1.066 1.016
Overige uitstaande gelden, korter dan 1 jaar 0 0 0 514
Totaal 996 990 1.068 1.533
Toets kasgeldlimiet
Totaal netto vlottende schuld 5.209 4.880 2.110 2.890
Toegestane kasgeldlimiet 9.829 9.829 9.829 9.829
Ruimte (+)/overschrijding (-) 4.619 4.948 7.718 6.939

Renterisiconorm
Het tweede instrument om de rente- en de financieringsrisico’s te beperken is de zogenaamde renterisiconorm. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen mogen niet meer zijn dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.

De berekening van de renterisico’s op de vaste schuld vindt plaats volgens het onderstaande model. Het overzicht bevat eveneens de toetsing aan de voor ons geldende norm. Hieruit blijkt dat wij in 2021 ruimschoots onder de gestelde norm zijn gebleven. 

TOETSING AAN RENTERISICONORM
Bedragen x € 1.000
Begroting Werkelijk
Berekening renterisico
Renteherzieningen 0 0
Aflossingen 10.029 10.067
Renterisico 10.029 10.067
Berekening renterisiconorm
Begrotingstotaal 115.630 115.630
Percentage conform regeling 20% 20%
Renterisiconorm 23.126 23.126
Toetsing renterisico aan norm
Renterisico 10.029 10.067
Renterisiconorm 23.126 23.126
Ruimte 13.097 13.059

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

Bij het opstellen van de begroting hadden wij verwacht een nieuwe lening van € 5 miljoen te moeten aantrekken. Uiteindelijk hebben wij in 2021 geen leningen aangetrokken. De afwijking van het begrote bedrag heeft verschillende redenen. Zo zijn er veel geplande investeringen vertraagd, deze kredieten zijn meegenomen naar 2022. Daarnaast is er op het moment van schrijven in 2022 al een nieuwe lening aangetrokken. 

In het volgende overzicht geven wij het verloop van de opgenomen langlopende geldleningen weer. Een gedetailleerd overzicht van de portefeuille vindt u in bijlage 3 van dit jaarverslag.

OPGENOMEN LANGLOPENDE GELDLENINGEN
Bedragen x € 1.000
Boekwaarde Opname Aflossing Boekwaarde
01-01 31-12
Algemeen 72.248 0 9.919 62.329
Verzorgingstehuizen 148 0 148 0
Waarborgsommen 13 1 0 14
Totaal 72.409 1 10.067 62.343

Onderstaand volgt een overzicht van de door de gemeente aan derden verstrekte langlopende geldleningen.

AAN DERDEN VERSTREKTE LANGLOPENDE GELDLENINGEN
Bedragen x € 1.000
Boekwaarde Verstrekking Aflossing Boekwaarde
01-01 31-12
Woningbouwcorporaties 288 0 140 148
Nutsbedrijven 0 519 0 519
ROC 2.500 0 0 2.500
St. Glasvezel Zuidenveld 0 1.646 0 1.646
Personeel 1.101 0 470 631
Overige instellingen 727 130 92 765
Totaal 4.616 2.295 702 6.209

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

In 2021 is de regelgeving inzake schatkistbankieren gewijzigd. Op 1 juli van dit jaar is de ondergrens van het drempelbedrag verhoogd van € 250.000 naar € 1 miljoen. Daarnaast is het percentage begrotingstotaal, waarmee het drempelbedrag wordt berekend, verhoogd van 0,75% naar 2%. Voor onze gemeente betekent dit dat we in het eerste halfjaar van 2021  rekenen met 0,75% van ons begrotingstotaal; in 2021 is dit € 790.000. In de tweede helft van het jaar berekenen we het drempelbedrag met het nieuwe percentage 2%; in 2021 is dit € 2.106.700.

Dagelijks worden de saldi van onze bankrekeningen geraadpleegd. Alle tegoeden boven het drempelbedrag worden afgestort in de schatkist bij het ministerie van Financiën. Deze afroming wordt automatisch door BNG geregeld. Indien de stand van de liquide middelen het toelaat worden deze tegoeden weer teruggehaald. Blijft ons liquiditeitssaldo beneden het drempelbedrag, dan hoeft er geen bedrag gestort te worden in de schatkist. In 2021 hadden wij enkel kortstondig een bedrag in 's Rijks schatkist staan. We hebben de norm niet overschreden in 2021.

TOETS SCHATKISTBANKIEREN
Bedragen x € 1.000
Omvang begroting 115.630
Bedragen ultimo
1e kw 2e kw 3e kw 4e kw
Drempelbedrag
- in percentage 0,75% 0,75% 2% 2%
- in bedragen 867 867 2.313 2.313
Omvang beschikbare middelen
Saldi middelen buiten 's Rijks schatkist -3.881 -1.556 -1.389 -5.975
Drempelbedrag
Ruimte onder het drempelbedrag 4.748 2.423 3.702 8.288
Overschrijding van het drempelbedrag n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Saldo schatkistbankieren 0 0 0 0

Renteresultaat

Terug naar navigatie - Renteresultaat

Voor de toerekening van rente aan investeringen op de programma’s hanteerden wij in 2021 een voorgecalculeerd omslagpercentage van 1,5%. Dit is een gewogen gemiddelde waarbij wij in lijn met de landelijke notitie Rente van de commissie BBV bewegen binnen een bandbreedte van plus en min 0,5%.

Voor 2021 was het berekende rentepercentage 1,85%. Ten opzichte van de interne rekenrente van 1,5% blijft dit binnen de toegestane afwijking (bandbreedte) van 0,5%.  Doordat wij geen 1,85% maar 1,5% rente toerekenen aan de programma's, blijft een deel van de rentekosten centraal (in programma 6) staan. Dat is een nadeel. Dit nadeel, het renteresultaat, was begroot op € 310.000 en komt in werkelijkheid uit op € 315.000. 

RENTETOEREKENING 2021
De externe rentelasten over de korte en lange financiering 1.904.741
De externe rentebaten -/- 37.768
Saldo door te rekenen externe rente 1.866.973
De aan grondexploitatie doorberekende rente -/- 358.187
De rente van projectfinanciering die aan het desbetreffende
programma moet worden toegerekend -/- 8.380
De rentebaat van doorverstrekte leningen die aan het
desbetreffende programma moet worden toegerekend + 8.380
Aan programma's toe te rekenen externe rente 1.508.786
Rente over eigen vermogen 145.792
Rente over voorzieningen 0
Totaal aan programma's toe te rekenen rente 1.654.578
De werkelijk aan programma's toegerekende rente (renteomslag) -/- 1.339.444
Renteresultaat -315.134

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

Het EMU-saldo is het verschil van inkomsten en uitgaven van de overheid. Om te voorkomen dat de overheidsfinanciën van EMU-landen ontsporen, hebben de lidstaten van de Europese Unie afgesproken dat het EMU-tekort maximaal 3% van het bruto binnenlands product (bbp) mag bedragen. In dit maximale tekort hebben, naast de Rijksoverheid, ook gemeenten en provincies een aandeel. Voor de jaren 2019-2022 is afgesproken dat de gezamenlijke ruimte voor de decentrale overheden 0,4% van het bbp bedraagt. Het collectieve aandeel van de gemeenten is 0,27% van het bbp.

De berekening in het hierna opgenomen overzicht resulteert in een positief totaalbedrag. Dit betekent dat wij een positieve bijdrage leveren aan de beperking van het EMU-tekort in Nederland.

BEREKENING EMU-SALDO
Bedragen x € 1.000
Omschrijving 2021
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves
(zie BBV, artikel 17c) (bij "-" is saldo nadelig) 5.498
Mutatie (im)materiele vaste activa 526
Mutatie voorzieningen 54
Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) -1.259
Verwachte boekwinst bij verkoop van effecten en verwachte
boekwinst bij verkoop (im)materiele vaste activa 0
Berekend EMU-saldo 6.285

Ontwikkeling van de financieringspositie

Terug naar navigatie - Ontwikkeling van de financieringspositie

In onderstaand overzicht geven we het verloop en de ontwikkeling van onze financieringspositie weer. Het eerste overzicht geeft weer in welke mate wij onze vaste activa hebben gefinancierd met eigen vermogen en langlopende schulden. Er is sprake van een financieringstekort: wij hebben meer langlopend eigen en vreemd vermogen dan bezittingen met een lange gebruiksduur Dit tekort betekent dat wij een deel van onze vaste activa met 'kort geld' (rekening courant) financieren. 

Ontwikkeling financieringspositie 2020 2021
bedragen * € 1.000
Boekwaarde investeringen
- immateriële vaste activa 0 0
- materiële vaste activa 98.718 99.244
- financiële vaste activa 9.112 10.383
A 107.831 109.627
Financiering
- eigen vermogen 41.277 44.587 *
- voorzieningen 1.750 1.804
- langlopende schulden 72.410 62.344
- rekeningresultaat 2.346 0
B 117.783 108.735
Financieringsoverschot B - A 9.951 -892
Investeringen grondexploitatie 10.493 9.234
Financieringspositie incl. grondexploitatie -541 -10.127
Afname financieringspositie -9.586
* Het verschil met het eigen vermogen op de balans is het rekeningresultaat 2021.

Herkomst en besteding middelen

Terug naar navigatie - Herkomst en besteding middelen

Onderstaand overzicht laat de veranderingen op de balans en onze liquiditeitspositie zien. Daarmee geven we inzicht waar onze financiële middelen vandaan komen en waarvoor ze zijn ingezet.
De afname van posten die rechts op de balans staan (passivaposten) worden gezien als bestedingen, bijvoorbeeld de onttrekking aan reserves en voorzieningen en het aflossen van leningen. Daarnaast wordt de toename van van activaposten (links op de balans) gezien als bestedingen, zoals investeringen. Het tegenovergestelde daarvan wordt gezien als middelen, zoals de afschrijving en aflossing op activa en het aantrekken van nieuwe leningen. 

Herkomst en besteding middelen 2021
Herkomst
- afschrijving / aflossing 4.421
- storting in reserves 5.843
- storting in voorzieningen 96
- opname geldleningen 9
- desinvesteringen grondexploitatie 2.443
- toename rekeningresultaat 0
A 12.812
Besteding
- saldo investeringen / desinvesteringen 6.217
- onttrekking aan reserves 2.532
- onttrekking aan voorzieningen 42
- aflossing opgenomen leningen 10.076
- investeringen grondexploitatie 1.185
- afname rekeningresultaat 2.346
B 22.398
B - A -9.586

Bedrijfsvoering

ICT/ Informatiemanagement

Terug naar navigatie - ICT/ Informatiemanagement

Ons doel is dat inwoners kunnen vertrouwen op een stabiele, moderne en veilige digitale omgeving, waarin zij op een open en transparante manier hun zaken kunnen regelen met de gemeente op een moment waarop het hen past. Inwoners verwachten daarin kwaliteit. Als i-organisatie zorgen we voor een informatiehuishouding die dat mogelijk maakt. 

In 2021 hebben we op vele fronten een bijdrage geleverd aan het doorlopend versterken en vervangen van onze informatiesystemen. Ook zijn er nieuwe systemen bijgekomen, denk aan de webshop voor minima en de verdere ingebruikname van het regiesysteem in het Sociaal Domein. Voor het ondersteunen van het VTH-domein (vergunningen, toezicht en handhaven rondom bouwen) is gestart met een nieuwe applicatie die de samenwerking met ketenpartners makkelijker maakt, toezicht op locatie ondersteunt en voorbereid is op de Omgevingswet.

In BOCE-verband is het gezamenlijk informatiseren hoog op de agenda gezet met de start van het BOCE I-Programma, waarin we complexere intergemeentelijk opgaven samen oppakken, zoals de transitie van ons zaaksysteem naar het Common Ground platform van Dimpact en een gezamenlijke I-visie en koers. Ook de voorgenomen professionalisering heeft vorm gekregen en geleid tot een BOCE-project waarin gewerkt gaat worden aan uniforme registratie van onze totale informatie- en applicatielandschap. Dat maakt een betere beheersing, besturing en aanpassingen mogelijk. Dit project loopt door in 2022.

De Archiefwet verplicht ons onze gemeentelijke informatie ongeacht de vorm op een goede, geordende en toegankelijke manier te bewaren. Dat kan betekenen dat informatie voor eeuwig toegankelijk, benaderbaar en leesbaar moet zijn, zowel in fysieke vorm als in digitale of andere vorm. Dit kan via een e(lektronisch)-depot dat is gericht op het preserveren, zoeken en vinden van informatie. In 2021 is de de aansluiting op het e-depot gerealiseerd, zodat (o.a. historische) informatie direct digitaal toegankelijk wordt gemaakt voor inwoners.

Zo blijven we de ontwikkelingen volgen en sluiten we er, vanuit informatiemanagement en -technologie, op aan om de gemeentelijke dienstverlening te kunnen verbeteren en verbinden aan de behoeften in de samenleving.


Informatieveiligheid

Terug naar navigatie - Informatieveiligheid

Informatieveiligheid heeft in sterke mate te maken met het afwegen van risico's en de bewuste omgang met informatie in de organisatie. Met ons informatieveiligheidsbeleid en onze procedures willen we borgen dat informatie beschikbaar, vertrouwelijk en betrouwbaar is. In 2021 heeft de verschuiving doorgezet van werken op kantoor naar werken thuis. Dit heeft invloed op de veiligheid van informatie en gegevens die medewerkers thuis kunnen benaderen.

In 2021 is er begonnen met een doorlopend bewustwordingstraject op het gebied van informatieveiligheid. Er hebben diverse phishingtests plaatsvonden, er zijn voor medewerkers presentaties gegeven, medewerkers hebben een e-learningplatform aangeboden gekregen en er was een bezoek van een mysteryguest. Ook voor 2022 zal dit bewustwordingstraject worden voortgezet.

Sinds 1 januari 2020 is de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) van kracht. Dit normenkader geldt voor de gehele overheid en is gebaseerd op de internationale standaard voor informatieveiligheid, de NEN-ISO 27000 serie. Het normenkader gaat uit van risicomanagement en de rol en verantwoordelijkheid van leidinggevenden en bestuurders daarin. Afgelopen jaar is er verdere invulling gegeven aan de BIO zodat de informatieveiligheid naar een nog hoger niveau wordt getild.

Verantwoording ENSIA
Jaarlijks wordt er middels de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) een zelfevaluatie op de informatieveiligheid uitgevoerd. Deze zelfevaluatie is onder meer gericht op de wet- en regelgeving en beveiligingsnormen.

Middels de collegeverklaring inzake DigiD en Suwinet en diverse rapportages wordt verantwoording afgelegd aan de verticale toezichthouders over informatiebeveiliging. Voor de horizontale verantwoording worden deze documenten ondersteund met een aparte toelichtingsrapportage. In de collegeverklaring inzake DigiD en Suwinet over 2021 wordt aangegeven dat alle drie DigiD aansluitingen voldoen aan alle normen. 

Naast deze specifieke verantwoordingsrapportages geeft de zelfevaluatie ENSIA ons inzicht in de activiteiten die we nog kunnen uitvoeren om onze informatiebeveiliging te verbeteren. Uit de zelfevaluatie ENSIA 2021 blijkt dat de borging van het Information Security Management System (PDCA cyclus) om risico’s en maatregelen te monitoren een aandachtspunt is. Een ander aandachtspunt is dat veel maatregelen worden genomen, maar niet schriftelijk zijn vastgelegd. Er is met een daadwerkelijke audit geen bewijsmateriaal dat aantoont dat de maatregel ook daadwerkelijk plaatsvindt. Wij zijn bezig deze processen te verbeteren door meer schriftelijk vast te leggen en te sturen op controle van deze maatregelen. Ook is ons autorisatiebeheer voor verbetering vatbaar. Autorisaties dienen alleen uitgegeven of aangepast te worden na schriftelijke toestemming van een systeemeigenaar of gemandateerde. Dit punt komt vaker terug in meerdere audits. In 2021 zijn we begonnen het autorisatiebeheer strakker in te richten. Hier geven we in 2022 een vervolg aan. Uit ENSIA komt naar voren dat wij goed scoren op de beveiliging van apparatuur en beveiligingsbeleid.

Van data naar informatie

Terug naar navigatie - Van data naar informatie

In de voorgaande periode is gewerkt aan de professionaliseren van het BI team, haar producten en het proces van BI-projecten. 2020 was voor het BI team een periode waarin projecten werden opgestart en de meerwaarde van BI ontdekt werd. De werkzaamheden van 2020 gaven richting voor de activiteiten in 2021. 

Zo is in 2021 onder andere de professionaliseringsslag die nodig was om datagedreven werken in te bedden in de organisatie ingezet. Tevens is er een aanzet gedaan voor de totstandkoming van een datastrategie welke in 2022 zal worden opgeleverd. Zijn er diverse BI-projecten afgerond en producten opgeleverd die inzicht geeft in de geleverde prestaties. Daarnaast heeft het BI team een beeld gevormd over een toekomstbestendige teamopbouw welke bij gaat dragen aan een uniforme aanpak van BI-projecten, hoogwaardige advisering en de implementatie van de werkwijze datagedreven werken.  

Gegevensbescherming

Terug naar navigatie - Gegevensbescherming

In de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is vastgelegd dat wij een Functionaris Gegevensbescherming in onze organisatie aanwijzen. De taak van deze functionaris is onder andere het informeren en adviseren van medewerkers over naleving van de AVG. De FG voert de dagelijkse werkzaamheden uit samen met de Privacy Officer van Juridische Zaken en de CISO (Chief Information Security Officer) die zich richt op de informatiebeveiliging.

In 2021 hebben wij ingezet op de volgende onderdelen om te voldoen aan de eisen van de AVG:

1.    Bewustwording
In samenwerking met de CISO en de Privacy Officer is er binnen de organisatie veel aandacht gevestigd op bewustwording. In 2021 zijn structureel digitale sessies georganiseerd, waarbij verschillende aspecten van privacy zijn uitgelicht. De intranetpagina is verder uitgebreid over hoe om te gaan met informatieveiligheid met betrekking tot het thuiswerken.
2.    Gegevens effectbeoordelingen (DPIA)
In 2021 hebben wij op twee onderdelen een DPIA uitgevoerd, te weten de implementatie van het regiesysteem binnen het sociaal domein en het inzetten van de webwinkel voor o.a. de Doe Mee Pas.
3.    Privacy by design en privacy by default
Dit betreft het betrekken van privacyaspecten als dataminimalisatie en opslagbeperkingen (beginselen AVG art. 5) bij het ontwerpen van nieuwe processen en systemen. Onlangs is een regiesysteem binnen het sociaal domein aanbesteed, hierin zijn deze aspecten meegewogen. 
4.    Functionaris Gegevensbescherming
Deze is aanwezig binnen onze gemeente en werkt nauw samen met de Privacy Officer en de CISO. Daarnaast is deze aangesloten bij het FG netwerk binnen de Drentse gemeenten.
5.    Meldplicht Datalekken
Er is een vastgestelde procedure voor het onderzoeken en registreren van meldingen van mogelijke datalekken (incidenten). De FG houdt daarvan een register bij. 
6.    Verwerkersovereenkomsten
Het standaard format, geadviseerd door VNG, wordt gehanteerd binnen onze gemeente. Bij het aangaan van inkoopopdrachten wordt er kritisch gekeken of een verwerkersovereenkomst eveneens moet worden toegepast.  Afgesloten verwerkersovereenkomsten worden opgenomen in het contractenregister binnen de gemeente. 

Feiten en cijfers 2021
Incidenten opgenomen in het lokale register: 6
Incidenten gemeld bij de AP: 4 van de 6
Verzoek tot inzage (bekend bij het privacy team): 1

Rapportage juridische procedures

Terug naar navigatie - Rapportage juridische procedures

Vanaf 2017 verstrekken wij informatie over klachtbehandeling en Wob-verzoeken in het jaarverslag. De bezwaarschriftencommissie bracht jaarlijks separaat een jaarverslag uit met betrekking tot het aantal ingediende bezwaarschriften. De bezwaarschriftenverordening is op dit punt gewijzigd en dit betekent dat de commissie niet langer een jaarverslag uitbrengt, maar dat over bezwaarschriftafhandeling wordt gerapporteerd in de planning- en controldocumenten. 

Hierna geven wij het aantal ingekomen klachten, Wob-verzoeken en bezwaarschriften weer. In de tabellen is de verdeling per team en afdeling weergegeven waarbij een vergelijk wordt gemaakt met de afgelopen vijf jaren. 

Geregistreerde klachten
Ten opzicht van 2021 is het aantal klachten licht gestegen. Wel blijft het aantal klachten relatief laag in vergelijking met voorgaande jaren. Wij blijven het aantal klachten monitoren. 

 

klachten JV21


Nationale ombudsman

Er zijn 17 verzoeken bij de Nationale ombudsman ingediend. De ombudsman heeft één zaak nog in behandeling. De andere 16 zijn afgedaan zonder onderzoek. Dit houdt in dat het verzoek is terugverwezen naar de gemeente of dat er is doorverwezen naar een eventuele andere procedure. Bijvoorbeeld de bezwaarschriftprocedure.


Geregistreerde Wob-verzoeken

Het aantal Wob-verzoeken daalt sinds enkele jaren. Dit heeft ermee te maken dat niet langer een dwangsom wordt uitgekeerd bij het niet tijdig beslissen op een Wob-verzoek. In vergelijking met 2020 is het aantal Wob-verzoeken gelijk gebleven.  

Intern controleplan

Terug naar navigatie - Intern controleplan

Het optimaliseren van de interne controles betreft een dynamisch, steeds terugkerend proces.  In 2021 heeft de focus gelegen op afronding van de optimalisatie van het proces inzake subsidieverstrekking. Middels de projectgroep is hier uitvoering aan gegeven. Proces is geoptimaliseerd, uitwerkt en onder de aandacht gebracht bij de betrokken. Gezien de complexiteit van het proces zal er door middel van interne controles continu aandacht zijn voor de kwaliteit.

Invoering rechtmatigheidsverantwoording
In de huidige situatie geeft de accountant in de controleverklaring een oordeel over de rechtmatigheid van het handelen van de gemeente. In de toekomstige situatie legt het College van B&W rechtstreeks verantwoording af over de (financiële) rechtmatigheid van het gevoerde bestuur, aan de hand van de rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening. De accountant controleert vervolgens de rechtmatigheidsverantwoording op getrouwheid. De accountant kijkt dus of hetgeen het College meldt in de rechtmatigheidsverantwoording, juist en volledig is.

In 2021 hebben wij de eerste stappen gezet ter voorbereiding op de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording. Binnen onze uitgevoerde interne controles houden wij rekening met de invoering van de gewijzigde verantwoording.

De invoering van de rechtsmatigheidsverantwoording is met één jaar uitgesteld. De reden hiervoor is dat door de corona-crisis het kabinet andere prioriteiten heeft moeten stellen. Hierdoor zullen gemeenten naar verwachting over het verslagjaar 2022 voor de eerste keer een rechtmatigheidsverantwoording op moeten nemen in de jaarrekening.

Ontwikkelingen personeelsbeleid

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen personeelsbeleid

Corona heeft onze manier van werken veranderd. Dat vraagt iets van onze medewerkers, maar ook van ons als organisatie. Het project Werken Beweegt heeft door middel van onderzoek in beeld gebracht wat we als organisatie te doen hebben op dit gebied en welke keuzes er gemaakt moeten worden. Dat heeft geleid tot een visiedocument dat in 2022 verder uitgerold zal worden. Dit o.a. met als doel om een aantrekkelijk werkgever te blijven, nu en in de toekomst.

Het hybride werken heeft ook gevolgen voor nieuwe medewerkers. Het kennismaken met de organisatie en met de collega's, het wegwijs worden in systemen, processen en procedures, het eigen maken van de werkzaamheden, het hybride werken maakt dit er niet eenvoudiger op. Gelukkig is er ook het afgelopen jaar weer het nodige gerealiseerd op het gebied van digitalisering van P&O processen. Niet alleen leidinggevenden, maar ook medewerkers kunnen steeds meer online regelen. Daarnaast zorgt de ingevoerde onboarding app bij nieuwe medewerkers voor een laagdrempelige eerste kennismaking en verbinding met de organisatie.

De huidige verschuivingen in de arbeidsmarkt werden het afgelopen jaar steeds meer voelbaar. Het steeds moeilijker kunnen invullen van vacatures levert op sommige plekken in de organisatie extra werkdruk op. Vooral ook in combinatie met de veel kortere doorstroomtijd die de huidige arbeidsmarkt kenmerkt en de hoge pieken in Corona besmettingen. Dat heeft op een aantal plekken in de organisatie tot spanning geleid tussen enerzijds de taken en verantwoordelijkheden die er liggen en nog op ons afkomen en anderzijds de beschikbare capaciteit om dit mee in te vullen. Om die spanning te verlichten en nog beter in beeld te krijgen wat er nodig is om als organisatie ook in de toekomst goed te kunnen blijven functioneren is het programma Toekomstbestendige Organisatie opgestart. In 2022 zal er aan de hand van een analyse op processen, data en systemen enerzijds en organisatie en inzet van personeel anderzijds, gekeken worden waar we knelpunten zien ontstaan. Vervolgens kan op basis van die analyse gericht worden ingezet op het voorkomen of verminderen van die knelpunten. Dat is geen eenmalig proces. De wereld om ons heen staat immers niet stil. Het is dan ook de bedoeling om ook na de analyses die in het kader van dit programma vorm krijgen, te blijven monitoren of er moet worden bijgestuurd. Dit gebeurt onder andere in de vorm van de Strategische Analyse Personeelsbeleid (SAP-cyclus) waarin diverse HR-instrumenten en informatiebronnen worden gebruikt om ontwikkelingen en knelpunten op HR-gebied tijdig te signaleren. Daarmee kunnen het HR-beleid en de inzet van de HR instrumenten nog gerichter worden ingezet ter versterking van de organisatie. 

Om ons daarbij te ondersteunen werken we op diverse gebieden nauw samen met partners. Na de afronding van de aanbesteding op Verzuimbegeleiding in 2020 is er in 2021 verder vorm en inhoud gegeven aan de samenwerking met onze nieuwe partner WerkFijn. Ook op het gebied van E-HRM en Externe inhuur zijn er, na een zorgvuldig aanbestedingstraject nieuwe samenwerkingspartners gevonden. Samen met hen gaan wij 2022 met vertrouwen tegemoet. 

Personeelsbegroting

Terug naar navigatie - Personeelsbegroting

In onderstaande tabel zijn per organisatieonderdeel de vastgestelde formatie en loonsom opgenomen voor 2021 . Het betreft hier de begrote en werkelijke kosten voor salarissen en sociale lasten.

OVERZICHT PERSONELE STERKTE EN PERSONEELSLASTEN 2021
Bedragen x € 1.000
Begroting 2021 Begroting 2021 Jaarrekening
primitief na wijziging 2021
Formatie in fte Lasten in € Lasten in € Bezetting in fte* Lasten in €
Afdelingen
Directie 8,46 940 940 7,89 968
Bedrijfsvoering 70,45 5.068 5.068 67,63 4.776
Leefomgeving 118,61 8.016 8.016 121,40 7.397
Publieksservice 77,12 5.672 5.672 78,81 5.879
TOTAAL AFDELINGEN 274,64 19.696 19.696 275,73 19.020
Overig
B&W en voormalig bestuur - 649 649 4,00 681
Raad - 366 366 25,00 391
Griffie en Rekenkamer 2,39 209 209 2,39 202
Gastdames en BABS-en - 34 34 - 20
TOTAAL OVERIG 2,39 1.258 1.258 31,39 1.294
TOTAAL GENERAAL 277,03 20.954 20.954 307,12 20.314
* peildatum 31-12-2021

Verbonden Partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Gemeenten werken steeds meer en steeds vaker samen met andere organisaties. Taken worden uitbesteed via inkoop, uitgevoerd met een subsidie of worden via verbonden partijen uitgevoerd. Als gemeente zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van en controle op deze verbonden partijen. 

Tabel verbonden partijen

Terug naar navigatie - Tabel verbonden partijen
OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN
Bedragen x € 1.000
Verbonden partij Bijdrage / opbrengst Zeggen- Gegevens vermogen en resultaat
schap 1-1-2021 31-12-2021
1. Gemeenschappelijke regelingen
Recreatieschap Drenthe (programma 1)
Bijdrage: € 126 8% EV € 1.386 EV € 1.161
VV € 829 VV € 1.073
Resultaat € 1
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van recreatie en toerisme
EMCO-groep (programma 2)
Bijdrage Rijk: € 4.023 25% EV € - EV € -
Bijdrage in tekort exploitatie: € 342 VV € 15.843 VV € 15.112
Resultaat € -2.548
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeentenop het gebied van de sociale werkvoorziening.
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Drenthe (GGD Drenthe) (programma 2)
Bijdrage: € 1.141 8% EV € 2.913 EV € 2.956
VV € 6.672 VV € 11.208
*cijfers jaarrekening 2021, bijdrage is inclusief bijdrage VTD Resultaat € 108
Doel: Het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de volksgezondheid in brede zin.
Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD) (programma 5)
Bijdrage: € 919 8% EV € 91 EV € 335
VV € 4.628 VV € 5.213
Resultaat € 273
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: Het uitvoeren van de gemeentelijke taken van de deelnemende gemeenten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving
van de milieuvoorschriften krachtens de Wabo en overige milieuwet- en regelgeving.
Veiligheidsregio Drenthe (VRD) (programma 5)
Bijdrage: € 2.119 EV € 3.483 EV € 3.293
VV € 33.226 VV € 29.055
Resultaat € 119
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: Veiligheidsregio Drenthe is een netwerkorganisatie ter ondersteuning van de gemeentelijke taken op het brandweer, crisisbeheersing
en geneeskundige hulpverlening voor twaalf Drentse gemeenten
Euregio Enschede/Gronau (programma 5)
Bijdrage: € 9 2% EV € 2.305 EV € 2.305
VV € 23.389 VV € 12.189
Resultaat € 218
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: Het bevorderen van grensoverschrijdende ontwikkelingen op het terrein van infrastructuur, economie, cultuur, recreatie en andere maat-
schappelijke taken en het behartigen van de belangen van haar gebied en de inwoners daarvan bij de bevoegde overheidsinstanties en instellingen.
Eems Dollard Regio (EDR) (programma 5)
Bijdrage: € 5 1% EV € 727 EV € 727
VV € 2.425 VV € 3.022
Resultaat € 2
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: Het adviseren van deelnemers, burgers, ondernemers, verenigingen, overheden en anderen bij grensoverschrijdende activiteiten en
problemen. Het uitvoeren van projecten, verzoeken om en verdeling van subsidies.
Bedrijfsvoeringsorganisatie Publiek Vervoer Groningen Drenthe (programma 2)
Bijdrage: € 25 3% EV € 41 EV € 165
VV € 352 VV € 191
Resultaat € 124
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: Het bewerkstelligen van een kwalitatief goede en doelmatige uitvoering door de Bedrijfsvoeringsorganistatie van de
uitvoerende taken in het kader van doorontwikkeling en contractmanagement van vervoer in het gebied van de deelnemers.
2. Vennootschappen en coöperaties
GVZ Europark Coevorden-Emlichheim GmbH (programma 1)
Bijdrage: 29% EV € 877 EV € 943
VV € 5.972 VV € 5.907
Resultaat € 66
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: Ontwikkeling en promotie van het grensoverschrijdend industrie- en bedrijvenpark 'GVZ Europark Coevorden-Emlichheim GmbH'
met als doel de structuurverbetering in het grensgebied Drenthe/Grafschaft Bentheim. Bevordering en ondersteuning van alle regionale
maatregelen die als doel hebben dit te bereiken. Voor het risico van onze borgstelling verwijzen wij naar de paragraaf risico's en
weerstandsvermogen.
N.V. Area reiniging (programma 4)
Bijdrage: 33% EV € 6.680 EV € 7.783
Dividend: VV € 13.976 VV € 13.850
Resultaat € 1.747
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: De inzameling, verwerking en recycling van (huishoudelijke) afvalstoffen, straatreiniging en kolkenzuigen
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) (programma 6)
Dividend: 4,13% EV € 48.098 EV € 51.448
VV € 122.219 VV € 129.427
Resultaat € 4.111
*cijfers jaarrekening 2020
Doel: De zorg voor en de instandhouding van de (drink)watervoorziening in haar verzorgingsgebied en het verrichten van alle werkzaamheden
die daarmee in verband staan.
N.V. Rendo Holding (programma 6)
Dividend: 4,14% EV € 74.944 EV € 77.245
VV € 92.340 VV € 98.275
Resultaat € 9.555
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: Het transporteren en distribueren van energie; beheer en onderhoud vaneen gas en elektriciteitsnetwerk.
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) (programma 6)
Dividend: 0,17% EV € 5.097.000 EV € 5.062.000
VV € 155.262.000 VV € 143.995.000
*cijfers jaarrekening 2021 Resultaat € 236.000
Doel: Het uitoefenen van het bedrijf van bankier voor overheden, waaronder gemeenten.
Glasvezel Zuidenveld B.V. (programma 6)
Dividend: 40,00% EV € 1.568 EV € 3.018
VV € 1.745 VV € 7.108
*cijfers jaarrekening 2020 Resultaat € -15
Doel: Aanleg glasvezelnetwerk.
3. Deelnemingen verkoop aandelen Essent
Enexis Holding N.V. (programma 6)
Dividend: 0,16% EV € 4.116.000 EV € 4.241.000
VV € 4.635.000 VV € 5.154.000
Resultaat € 199.000
*cijfers jaarrekening 2021
Doel: Het transporteren en distribueren van energie; het in stand houden van een betrouwbaar distributie en transportnet voor energie.
Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. (50 % belang EPZ) (programma 6)
Dividend: 0,16% EV € 1.569 EV € 1.535
VV € 20 VV € 7
*cijfers jaarrekening 2021 Resultaat € -34
Doel: In deze b.v. was het 50%-belang van Essent in de N.V. Elektriciteit Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) ondergebracht.
Deze was onder meer eigenaar van de kerncentrale te Borssele. PBE is belast met de afwikkeling van zaken
die voortvloeien uit de verkoop en verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van de borging van het publiek belang.
CSV Amsterdam B.V. (voorheen Claim Staat Vennootschap B.V.) (programma 6)
Dividend: 0,16% EV € 393 EV € 312
VV € 27 VV € 23
*cijfers jaarrekening 2021 Resultaat € -43
Doelstellingen: a) namens verkopende aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure
voeren tegen de staat als gevolg van de invoering van de WON; b) namens de verkopende aandeelhouders eventuele garantieclaim-
procedures voeren tegen RECYCLECO B.V. (Waterland) naar aanleiding van de verkoop van de aandelen Attero aan Waterland;
c) het geven van instructies aan de escrow-agent voor wat betreft het beheer van het bedrag dat op een escrow-rekening is gestort.
4. Overige verbonden partijen
Regionaal Overslag Centrum (ROC) (programma 1)
EV - EV -
VV € 2.500 VV € 2.500
Resultaat -
Doel: het ontwikkelen van een Regionaal Overslag Centrum (ROC) in Coevorden. De gemeente en een
combinatie van drie aannemers werken samen in een PPS-constructie samen in het ROC-project.

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Algemeen en koppeling met programma’s

In de gemeentelijke Nota Grondbeleid is onze visie op het gebied van grondbeleid als volgt verwoord: Binnen de kaders van wet- en regelgeving willen wij de vastgestelde ruimtelijke visie realiseren door middel van faciliterend grondbeleid. Door middel van het grondbeleid willen wij bijdragen aan de volgende ruimtelijke doelstellingen:
• het komen tot een evenwichtige ontwikkeling van woningbouw;
• het realiseren van werkgelegenheid door het ontwikkelen van industrieterreinen;
• het geven van een kwaliteitsimpuls aan de leef-, woon-, en werkomgeving.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Binnen de kaders van wet- en regelgeving willen wij de vastgestelde ruimtelijke visie realiseren door middel van faciliterend grondbeleid. De omvangrijke(financiële) inspanningen die wij de afgelopen jaren hebben gedaan om het risicoprofiel van het ‘gemeentelijk grondbedrijf’ tot aanvaardbare proporties te reduceren, werpen hun vruchten af; onze financiële risico’s zijn fors teruggelopen en het “grondbedrijf” kent naar ons oordeel op dit moment een alleszins aanvaardbaar en voor ons behapbaar risicoprofiel. Dat neemt niet weg, dat de gemeente nog steeds een aantal risicodragende grondposities in ontwikkeling heeft, lopende ontwikkelafspraken met private partijen heeft gemaakt die ook nu nog nakoming behoeven en de uitwerking van de woonvisie van invloed zal zijn op de plannen.

Ondanks onze minder actieve en meer terughoudende gemeentelijke rol houden wij de verplichtingen van de bestaande projecten en de daarbij behorende risico’s. Bij nieuwe projecten wegen wij goed af wat onze rol het best kan zijn en welke instrumenten (zelf aankopen, pps-constructie / andere samenwerkingsvorm, exploitatieplan / anterieure overeenkomst) hiervoor kunnen worden ingezet. Voor nieuwe projecten kopen wij slechts in uitzonderlijke situaties gronden aan en zal onze rol in de regel meer faciliterend en regisserend zijn. Omvangrijke nieuwe woningbouwprojecten zullen zich – mede gelet op de nog resterende plancapaciteit voor nieuwbouw én gelet op de demografische ontwikkelingen- naar verwachting niet of nauwelijks nog voordoen. Ondanks de onzekere marktomstandigheden hebben in 2021 meerdere grondtransacties plaatsgevonden. Wij hebben het afgelopen jaar:
• 10.195 m² woonkavels verkocht en geleverd (16 kavels);
• 25.933 m² grond op bedrijventerreinen verkocht.

In december 2021 is de vernieuwde Woonvisie vastgesteld. De effecten vanuit deze woonvisie zijn nog niet verwerkt in de grondexploitaties per 31/12/2021. Het grondbeleid is uiteraard volgend op de woonvisie.

Prognoses

Terug naar navigatie - Prognoses

De in deze tabel opgenomen aantallen zijn de in de grondexploitaties opgenomen kavels na actualisatie die volgt uit de woonvisie. De aantallen kunnen afwijken van het huidige aanbod in verband met de faseringen in sommige plannen.

Project Nog beschikbaar
B.001 Aalden Aelderhooghe 1
B.005 Dalerpeel Steigerwijk 2
B.011 Dalen Molenakkers II 14
B.100 Coevorden Ossehaar 3
B.017 Sleen Jongbloed 10
Totaal 30

Resultaatverwachting – systematiek en aannames
 
Voor gronden in exploitatie zijn de verwachte resultaten per project weergegeven. De resultaten worden weergegeven in een netto contante waarde. Hiermee wordt het verwachte resultaat weergegeven op dit moment. Bij de bepaling van de netto contante waarde zijn de volgende variabelen meegenomen:
1. gerealiseerde kosten en opbrengsten in de boekwaarden;
2. rente;
3. verwachte kosten;
4. verwachte opbrengsten.
 
In overleg met de projectleiders van deze projecten zijn bij de actuele waardebepaling de volgende criteria meegewogen:
 
1. Gerealiseerde kosten en opbrengsten in de boekwaarden
• De gerealiseerde kosten en opbrengsten van een project zijn beoordeeld door de projectleider en na goedkeuring op basis van een uniforme codering in de projectadministratie geboekt.
 
2. Rente
• De interne rekenrente is toegepast voor de toerekening van de financieringslasten per project en om de kasstromen contant te maken.
 
3. Verwachte kosten
• De geplande kosten en opbrengsten zijn vergeleken met de werkelijke bedragen en zijn geactualiseerd;
• De hoogte van de kosten in de toekomst is gebaseerd op het huidige niveau vermeerderd met inflatie;
• De inflatie voor de verwachte kostenstijging is gebaseerd op extrapolatie van het langetermijngemiddelde van de inflatie.
 
4. Verwachte opbrengsten
• De verkoop van bouwkavels gebeurt tegen marktconforme prijzen;
• De hoogte van de grondprijzen wordt jaarlijks bepaald op basis van vastgestelde methoden; deze methoden zijn per categorie vastgelegd in de Nota Grondprijzen;
• De hoogte van de opbrengsten in de toekomst is gebaseerd op het huidige niveau en is vermeerderd met inflatie;
• De inflatie voor de verwachte opbrengstenstijging is gebaseerd op extrapolatie van het lange-termijngemiddelde van de inflatie.
 
Hieronder volgt een overzicht van de verwachte resultaten van de bestemmingsplannen die in exploitatie zijn gebracht. Voor de waardering van het resultaat hanteren wij de netto contante waarde met als peildatum 31 december 2021.

Grondexploitaties
bedragen * €1.000
Realisatie tm boekjaar Netto Contante Waarde
2021 (inclusief rente) per 31-12-2021
Projectsoort
Woningbouw Aalden Aelderhooghe -50 102
Aalden Paardelandsdrift 0 0
Dalerpeel Steigerwijk 0 37
Geesbrug uitbreiding II -191 1
Dalen Molenakkers II 740 274
Schoonoord Ellert & Brammert II 0 0
Sleen Jongbloed -119 267
Coevorden Holwert Zuid 0 0
Coevorden Ossehaar 26 29
406 710
Bedrijventerreinen Coevorden Europark 3.025 42
Coevorden Leeuwerikenveld II 7.622 1
Coevorden ROC -508 1.383
10.139 1.426
Totaal 10.545 2.136

Winst- en verliesnemingen per 31 december 2021
 
Het realiseren van winsten en verliezen op grondexploitatieprojecten is conform de nota Grondbeleid gebaseerd op het voorzichtigheidsprincipe. Dit houdt in dat wij:
• verliezen nemen zodra zij voorzienbaar zijn, en
• winsten pas nemen als zij daadwerkelijk gerealiseerd zijn;
 
De resultaten worden toegevoegd of onttrokken aan de bestemmingsreserve grondexploitatie. Indien de bestemmingsreserve grondexploitatie niet op voldoende niveau is zal de algemene reserve worden aangesproken. De verwachte projectresultaten zijn gebaseerd op een exploitatieopzet per project waarin schattingen zijn opgenomen van de kosten en de te realiseren verkoopopbrengsten gedurende de geplande looptijd van het project. Jaarlijks passen wij deze aan indien daar aanleiding toe is.

GRONDEXPLOITATIES IN 2021
Bedragen x € 1.000
Omschrijving Winst Verlies
Winst- en verliesnemingen afgesloten projecten
Verkoop snippergroen/overige 114
Aalden Paardelandsdrift 15
Schoonoord Ellert & Brammert 17
Subtotaal winst- en verliesnemingen 146 -
Actualisaties lopende grondexploitaties
Aalden Aelderhooghe 29
Dalerpeel Steigerwijk 20
Geesbrug uitbreding II 56
Sleen Jongbloed 160
Leeuwerikenveld II 46
Toekomstige effecten bedrijventerreinen 136
Subtotaal actualisaties 345 102
Totaal 491 102
Saldo winst- en verliesnemingen 389
Dekking
Inzet verliesvoorziening 0
Storting bestemmingsreserve grondexploitatie 389
Totaal 389

Toelichting op projecten

Terug naar navigatie - Toelichting op projecten

Woningbouw
De uitwerking van de woonvisie uit 2017 is in de afgelopen jaren verwerkt in de grondexploitaties. De plannen zijn naar beneden bijgesteld in aantallen zoals in Geesbrug en Ossehaar. En toekomstige fases zijn toen uitgesteld zoals in Molenakkers II in Dalen en Sleen Jongbloed.

Voor Sleen Jongbloed is als gevolg van nieuwe vraagontwikkeling vanuit de markt in 2021 gekozen om voorbereidingen te treffen voor de ontwikkeling van fase III. Naar verwachting komen de laatste 10 kavels in het plan Jongbloed Sleen in 2022 in verkoop. Voor Ossehaar is de plancapaciteit reeds sterk gereduceerd en verwerkt in de grondexploitaties. Door de snelle ontwikkelingen op de woningmarkt en de grote belangstelling voor kavels is er gewacht met de invulling van fase C totdat de nieuwe woonvisie is vastgesteld. Op basis van deze vaststelling wordt in 2022 een voorstel gemaakt voor de invulling van Ossehaar fase C. Deze invulling zal worden verwerkt in de grondexploitatie van 2022.

Een aantal projecten, waaronder Holwert Zuid, zijn in een afrondende fase. 

Bedrijventerreinen
Op basis van de uitkomsten uit een rapport van een onafhankelijk adviesbureau (april 2020) was de veronderstelling dat verkopen in 2020 en 2021 zouden achterblijven bij de verwachting. Niets is echter minder waar.

In het afgelopen jaar is er een continue en gestage vraag naar gronden geweest. Dit heeft geresulteerd in een groot aantal opties, zowel op Leeuwerikenveld II alsmede het Europark. Een aantal van deze opties heeft inmiddels tot verkoop geleidt. Op Europark Coevorden-Emlichheim is het Nederlandse gedeelte zo goed als uitverkocht.

Ook de vraag naar kavels op het bedrijventerrein Leeuwerikenveld II bleef in 2021 groot. De vraag is hierbij grofweg in twee groepen te verdelen: vraag naar kleine kavels tot ca. 2.500 m² en vraag naar meerdere tientallen hectares. Een opvallende constatering hierbij zijn de vele aanvragen voor het bouwen van zogenaamde bedrijfsverzamelgebouwen. Veel bedrijven en particulieren zien dit als een goede investering en zijn op zoek naar kavels tussen de 1.000-1.500 m². Bij de vraag naar kavels van meerdere tientallen hectares handelt het vaak om tussenpersonen of makelaars die in opdracht van bedrijven op zoek zijn naar nieuwe locaties.

Door de verkopen en het grote aantal opties is de resterende ruimte op de bedrijventerreinen beperkt. Om te voorkomen dat er in de toekomst geen gronden meer kunnen worden uitgegeven, zal er in 2022 een onderzoek worden opgestart om te kijken naar uitbreiding van de huidige bedrijventerreinen of de mogelijkheid van nieuwe terreinen. De verwachting is dat dit eind 2022 zal leiden tot een rapport met opties voor raad en college om tot een besluit te komen. 

Daarnaast zijn we in DTZ-verband aan het kijken naar een nieuw, regionaal bedrijventerrein. Dit zal een terrein zijn dat gericht is op de zogenaamde grote-ruimtevragers. Een onderzoek hiervoor zal worden opgestart na publicatie van de resultaten van het onderzoek over de provinciale behoefteraming. 

Reserve en risico's

Terug naar navigatie - Reserve en risico's

Risicobeheersing
Aan het voeren van een actief grondbeleid zijn risico’s verbonden. In algemene zin onderkennen wij de volgende risico’s:
• de grond voldoet niet aan de wensen van de toekomstige gebruiker (wonen, recreëren, industrie, werken);
• de geplande verkoopprijzen zijn niet haalbaar;
• de tijdsplanning is niet haalbaar;
• het tijdstip van aankoop ten opzichte van de planontwikkeling;
• de kwaliteit van de gerealiseerde gronden/het openbaar gebied is onvoldoende.
 
De belangrijkste instrumenten die wij hanteren om deze risico’s te inventariseren en tot een aanvaardbaar niveau terug te dringen zijn:
• de exploitatieopzet; wij maken gebruik van een in de tijd uitgezette schatting van opbrengsten en kosten per project op basis van te realiseren onderdelen;
• een scenarioanalyse; door het benoemen van criteria voor de grondexploitaties is het mogelijk om door middel van een scenarioanalyse voortdurend de effecten te meten van externe  ontwikkelingen en risico’s;
• planning & control; een doorlopende analyse van projectkansen en -risico’s is nodig om aanpassingen in planning, kwaliteit en kosten tijdig te kunnen maken. Een periodieke financiële analyse van gerealiseerde en verwachte kosten en opbrengsten om tijdig bij te kunnen sturen is hier een onderdeel van;
• omgevingsanalyse; wij maken onder andere gebruik van onderzoeken omtrent ruimtelijke haalbaarheid, bevolkingsgroei en -samenstelling, woningbehoefte en marktprijzen om onze uitgangspunten in de exploitatieopzetten te onderbouwen.
 
De risico’s binnen de grondexploitaties bepalen wij op basis van de volgende  onderdelen:

1. Marktrisico
Dit risico wordt bepaald door voor alle in exploitatie genomen  plannen een negatief scenario te bepalen. Hierin worden factoren als verkooptempo en prijsniveau veranderd en worden de gevolgen ervan, indien deze leiden tot een negatief resultaat, als risico opgenomen. Dit is bepaald door voor alle plannen door te rekenen wat het betekent als alle verkopen drie jaar worden uitgesteld. Dit komt neer op een risico van in totaal € 988.000.

2. Indicatoren uit de grondexploitaties
Door het veranderen van rente en inflatie in onze grondexploitatiemodellen kan het resultaat veranderen. Het verhogen van de rente en de inflatie en het verlagen van de prijsstijgingen van de opbrengsten leiden samen tot een lager resultaat. Dit komt neer op een risico van € 255.000.

3. Projectspecifieke risico’s
Naast de marktrisico’s en de risico’s van verandering van rente en inflatie kunnen zich in projecten risico’s voordoen die specifiek betrekking hebben op het project. Deze worden op de volgende manier bepaald. Eerst wordt de mogelijke schade per project bepaald. Deze wordt bepaald door de volgende formule:

Schade = (kans op een onverwachte gebeurtenis met schade) x schadebedrag.

De risico’s die kunnen ontstaan hangen samen met de demografische ontwikkelingen in onze gemeente. Deze kunnen voor meerdere projecten aanzienlijke gevolgen hebben. Zowel in volume als in soort woningen die mogelijk niet gebouwd gaan worden. Hierdoor wordt ook de onderliggende grond niet verkocht. Daarnaast bestaat het risico dat de gronden op werklocaties niet matchen met de vraag vanuit de markt waardoor wij terreinen niet meer kunnen verkopen en bestaat een risico op het niet realiseren van de gehanteerde verkoopprijzen.

De risico’s in woningbouwprojecten nemen het grootste deel van de projectrisico’s voor hun rekening. Het totaal van de projectrisico’s komt neer op € 180.000. Zoals eerder aangegeven kan de herijking van de woonvisie in de toekomst ook effect hebben op de gemeentelijke grondexploitaties.

De bovenstaande risico’s zijn bepaald door voor ieder risico-onderdeel te bekijken hoeveel verlies ontstaat indien het worst-case scenario zich voordoet. De bovenstaande risico’s bedragen in totaal € 1.423.000.

De komende jaren zullen wij ons, om de gemeentelijke grondpositie te versterken en beheersbaar te houden, vooral richten op:

• Strategie voor projecten
In de ontwikkeling van nieuwe en bestaande projecten worden de risico’s afgewogen en zoveel mogelijk beperkt. Wij gaan niet meer altijd zelf ontwikkelen maar kunnen ook een ontwikkeling faciliteren. In de bestaande plannen zullen verkopen niet meer altijd alleen door ons worden gedaan maar worden daarbij ook marktpartijen betrokken om de risico’s te delen. De woonvisie biedt de basis voor de ontwikkelstrategie voor de gemeentelijke grondexploitaties/projecten.
• Grote terughoudendheid bij nieuwe verwervingen
Wij zullen slechts in zeer uitzonderlijke situaties gronden aankopen. De krimp van de bevolking en de bestaande overcapaciteit aan nieuwbouwplannen maakt nieuwe aankopen van
gronden ook niet of nauwelijks noodzakelijk. Zoals wij in ons beleid voor de ontwikkeling van werklocaties/bedrijventerrein hebben aangegeven, beschikken wij vooralsnog over voldoende uitgeefbare grond voor bedrijven en zal het accent in de komende jaren vooral liggen op herstructurering van de bestaande terreinen.
• Terughoudendheid bij nieuwe uitgaven
Bij de gebiedsontwikkelingen gaan wij kritisch om met uitgaven. Wij proberen waar mogelijk pas geld uit te geven indien wij ook reëel verkopen kunnen verwachten.