De wettelijke kaders zijn grofweg op te delen in twee groepen:
• formele wetgeving;
• materiële wet- en regelgeving.
Formele wetgeving
De formele wetgeving, de regelgeving vanuit het rijk waarmee de gemeente binnen deze nota in aanraking komt, is opgenomen in de:
• Wet ruimtelijke ordening;
• Huisvestingswet;
• Milieuwetgeving;
• Wet voorkeursrecht gemeente;
• Grondexploitatiewet.
In de verschillende wetten zijn regels opgenomen over zaken als: de exploitatie, verdeling van de schaarste in woonruimte en de totstandkoming van overeenkomsten.
Materiële wet- en regelgeving
Naast de formele wetten zijn er beleidskaders die door het rijk en de provincie worden gegeven. Hierbij gaat het met name om de Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte (In deze nota worden de kaders geschetst inzake de ruimtelijke inrichting van Nederland) en de Omgevingsvisie Drenthe (provinciaal omgevingsplan). De invulling van de ruimtelijke structuur wordt mede bepaald aan de hand van deze kaders.
Naast de kaders op regionaal en nationaal niveau zijn er ook de eigen gemeentelijke kaders. Deze zijn bijvoorbeeld opgenomen in de Structuurvisie Coevorden, Woningbouwstrategie Coevorden, Woningbouwstrategie grote en kleine kernen en het Waterplan.
Voor een verdere toelichting op de wet- en regelgeving wordt verwezen naar bijlage 2 Wettelijk kaders, waar de verschillende wettelijke regels en beleidskaders nader zijn uitgewerkt.