Waarderen

Waarderingsgrondslag

Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslag

In dit hoofdstuk wordt invulling gegeven aan de BBV-regels op het gebied van waarderen. 

Met de invoering van het BBV is alleen de bruto methode toegestaan. Reden hiervoor is dat de bruto methode een beter inzicht in de financiële positie van de gemeente geeft.

Bij de bruto methode worden de vermogensbestanddelen die betrokken zijn bij een actief afzonderlijk op de balans gepresenteerd. Het gaat hierbij om de werkelijke investeringslasten en de bijdragen van derden (subsidieverstrekkers) en/of onttrekkingen uit de reserves. De voorschriften geven aan dat bijdragen van derden in mindering mogen worden gebracht op de investering. Onttrekkingen uit reserves moeten bruto verantwoord worden en mogen niet in mindering gebracht worden. In het BBV wordt voor investeringen met een maatschappelijk nut een uitzondering gemaakt. Deze mogen netto worden gewaardeerd; hierbij mag een reserve op de investering in mindering worden gebracht. 

Componentenbenadering

Terug naar navigatie - Componentenbenadering

Het is denkbaar dat een investering bestaat uit bestanddelen, waarvoor verschillende afschrijvingstermijnen gelden. In dat geval wordt de zogenoemde componentenmethode toegepast. De componentenmethode houdt in dat verschillende samenstellende delen van een materieel vast actief afzonderlijk worden afgeschreven op basis van het individuele waardeverloop en de individuele afschrijftermijn van die delen.

Reeds afgeschreven activa

Terug naar navigatie - Reeds afgeschreven activa

Het kan voorkomen dat activa, die feitelijk al ‘afgeschreven' zijn, toch nog in gebruik zijn. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij gebouwen. Deze afgeschreven gebouwen blijven dan wel in de activastaat opgenomen ten behoeve van eigendomsregistratie.