Voor de toerekening van de rente aan de vaste activa mag met een afgerond percentage worden gerekend. Deze interne rekenrente mag maximaal 0,5% afwijken van de omslagrente. Het gebruik maken van een interne rekenrente heeft als doel een meerjarig stabiele toerekening van rente. Bestaande investeringen en nieuwe investeringen kunnen dankzij deze interne rekenrente met een vast percentage worden berekend. Dit schept duidelijkheid over de kosten van investeringen en voorkomt jaarlijkse fluctuaties in de kosten van investeringen.
Omdat de omslagrente een percentage is dat fluctueert en de interne rekenrente een vast percentage is, leidt dit tot renteresultaten. Deze voor- en nadelen ten opzichte van de interne rekenrente willen we niet van invloed laten zijn op onze meerjarenraming. De verschillen vangen wij daarom op in een zogenaamde stelpost renteresultaat. Over zowel de omslagrente, de interne rekenrente en de omvang van de stelpost renteresultaat wordt u geïnformeerd bij de planning- en controldocumenten in de paragraaf financiering.
Als na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de werkelijke rentelasten afwijken van de begrote lasten wordt het omslagpercentage niet nacalculatorisch aangepast. Het verschil met de begrote rentelasten wordt in de jaarrekening gepresenteerd als rentevoordeel of –nadeel.
Als na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de werkelijke rentelasten (in absolute zin) afwijken van de begrote rentelasten, dan zullen wij de doorbelasting aan de programma’s en producten nacalculatorisch aanpassen indien het werkelijke bedrag meer dan 25% afwijkt van het voorcalculatorische bedrag. Dit is conform de richtlijn commissie BBV, notitie rente 2017, stellige uitspraak C.