Visie en wettelijke kaders

Visie

Terug naar navigatie - Visie

In dit hoofdstuk wordt onze visie aangaande reserves en voorzieningen weergegeven. Daarnaast worden de relevante artikelen uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) behandeld.

Op het gebied van reserves en voorzieningen hebben wij de volgende visie:
“Wij streven naar een structureel gezonde financiële uitgangspositie. Onze reserve- en voorzieningenpositie stelt ons in staat incidentele tegenvallers op te vangen, te sparen voor de toekomst, schommelingen in uitgaven te egaliseren en bestuurlijke ambities te realiseren.”

Wettelijke kaders

Terug naar navigatie - Wettelijke kaders

In deze paragraaf zijn de belangrijkste artikelen uit het BBV aangaande reserves en voorzieningen opgenomen.

Reserves
In artikel 42 van het BBV is aangegeven dat reserves behoren tot het eigen vermogen van de gemeente. Reserves worden onderscheiden naar:
a. algemene reserves;
     Een algemene reserve is een reserve zonder specifiek benoemd bestedingsdoel die is bedoeld als buffer om onverwachte tegenvallers en fluctuaties in de exploitatie op te kunnen vangen.
b. bestemmingsreserves.
     Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan door de gemeenteraad een specifiek bestedingsdoel (bestemming) is gegeven.

Voorzieningen
Voorzieningen zijn passiefposten op de balans, die een schatting geven van de voorzienbare lasten in verband met risico’s en verplichtingen, waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker is, en die oorzakelijk samenhangen met de periode voorafgaand aan die datum. Het vormen van een voorziening is niet toegestaan voor een algemeen bedrijfsrisico; bij een voorziening dient er sprake te zijn van een specifiek risico. De algemene reserve is bedoeld voor het opvangen van algemene bedrijfsrisico’s.

In artikel 44 van het BBV is een voorgeschreven indeling van de voorzieningen opgenomen. In grote lijnen komt deze op het volgende neer:
a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;
b. risico’s inzake te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
c. kosten die betrekking hebben op het lopende of voorgaande begrotingsjaren die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;
d. de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven.

Tot de voorzieningen worden ook gerekend: van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. In bijlage 2 van deze nota zijn de artikelen uit het BBV die betrekking hebben op reserves en voorzieningen opgenomen.