Visie en kaders

Visie

Terug naar navigatie - Visie

Wij hebben op het gebied van lokale heffingen de volgende visie:
“Wij streven naar een juiste en maatschappelijk verantwoorde balans tussen de lastendruk voor inwoners en het voorzieningenniveau in onze gemeente, de bestuurlijke ambities en de kostendekkendheid van de gemeentelijke diensten.”

Op gebied van lokale heffingen hebben wij de volgende doelstellingen geformuleerd:
1.  De lokale lastendruk dient in overeenstemming te zijn met de bestuurlijke ambities en het voorzieningenniveau in de gemeente;
2.  Lokale heffingen dienen kostendekkend te zijn;
3.  Lokale heffingen worden vastgesteld conform de uitgangspunten die zijn vastgelegd in het bestuursakkoord en de kaderbrief.

Kaders

Terug naar navigatie - Kaders

De wettelijke kaders zijn vastgelegd in:
•    de Gemeentewet (GW);
•    de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ);
•    de Wet Milieubeheer
•    de Wet op de Bedrijveninvesteringszones

Wettelijk kader 
Op grond van de Gemeentewet kan een gemeente de volgende belastingen en rechten heffen: 
•    onroerendezaakbelastingen (artikel 220); 
•    belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten (artikel 221); 
•    baatbelasting (artikel 222); 
•    forensenbelasting (artikel 223); 
•    toeristenbelasting (artikel 224); 
•    parkeerbelastingen (artikel 225); 
•    hondenbelasting (artikel 226); 
•    reclamebelasting (artikel 227); 
•    precariobelasting (artikel 228); 
•    rioolheffing (artikel 228a); 
•    rechten, waaronder leges en begrafenisrechten (artikel 229); 

Op grond van de Wet Milieubeheer en de Wet op de Bedrijveninvesteringzones kunnen geheven worden: 
•    afvalstoffenheffing en reinigingsrechten (artikel 15.33 Wet Milieubeheer, artikel 219 en 229 Gemeentewet); 
•    BIZ-bijdrage (artikel 1 Wet op de Bedrijveninvesteringszones , artikel 219 Gemeentewet).

De BIZ-bijdrage wordt geheven op basis van de Experimentenwet/Wet op de bedrijveninvesteringszones. Deze belasting valt onder de bestemmingsheffing en wordt vanaf 2018 ingevoerd voor een bepaald gebied in Coevorden.

In deze nota benoemen wij de relevante wetgeving bij de beschrijving van de belastingen en rechten in de hoofdstukken 2 tot en met 4. 

Belastingen, bestemmingsheffingen en rechten
De lokale heffingen kunnen in drie categorieën worden verdeeld: 

Belastingen 
Belastingen zijn limitatief opgesomd in de Gemeentewet. Tegenover een belasting hoeft geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid te staan. Belastingen zijn onder andere de onroerendezaakbelastingen (OZB) en toeristenbelasting. De opbrengst van belastingen gaat naar de algemene middelen van de gemeente. Deze opbrengst is dus vrij aanwendbaar door de gemeente. 

Bestemmingsheffingen 
Bestemmingsheffingen zijn belastingen die dienen ter bestrijding van specifieke kosten. Er is een verband tussen de heffing en het profijt voor de groep belastingplichtigen. Er hoeft bij de bestemmingsheffing geen concreet bewezen dienst tegenover de heffing te staan. De geraamde opbrengsten van deze heffingen mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten. Voorbeelden hiervan zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. 

Tegenover de afvalstoffenheffing staat een direct aanwijsbare tegenprestatie (het ophalen van huisvuil), maar toch heeft de afvalstoffenheffing het karakter van een belasting omdat de bereidwilligheid om gebruik te maken van de dienstverlening niet bepalend is voor de belastingplicht. Ook degene die geen gebruik wil maken van deze dienst ontvangt een aanslag. Deze belasting valt net als de rioolheffing onder de bestemmingsheffingen.

Rechten (of retributies) 
Een recht is een betaling die de gemeente op grond van algemene regels vordert ter zake van een concreet bewezen dienst. De geraamde opbrengst mag niet hoger zijn dan de geraamde kosten en de opbrengst mag uitsluitend gebruikt worden voor het doel waarvoor de rechten zijn ingesteld. Uit artikel 229b van de Gemeentewet blijkt dat de tarieven van rechten zodanig moeten worden vastgesteld dat de baten niet uitgaan boven de lasten. Het gaat hier om de geraamde opbrengsten en de geraamde kosten. Dit betekent dat voor het beoordelen van de kostendekkendheid dient te worden uitgegaan van gegevens uit de begroting en niet uit de jaarrekening. 

Beleidsruimte
De vaststelling van de belastingverordeningen is een bevoegdheid van uw raad. Dit onderstreept het autonome karakter van het belastinggebied dat toebehoort aan de gemeente. 

Uw raad heeft verschillende keuzemogelijkheden om invulling te geven aan de kaderstellende en controlerende rol op het gebied van de lokale heffingen. In de volgende hoofdstukken wordt dit behandeld.