Tarievenbeleid

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het tarievenbeleid van belastingen en rechten. 

Via rechten kunnen de kosten van dienstverlening en taken worden doorberekend aan burgers en bedrijven. De volgende kosten mogen op basis van wet- en regelgeving worden doorberekend: directe kosten, toerekening van overige activiteiten, perceptiekosten en compensabele btw. 

Directe kosten
Deze kosten hangen direct samen met de verrichte dienstverlening. Ook de in redelijkheid toe te rekenen kosten van overhead mogen worden meegenomen.

Toerekening van overige activiteiten
Activiteiten die geheel of gedeeltelijk dienstbaar zijn aan het product mogen doorberekend worden.  

Perceptiekosten
De perceptiekosten van de belastingheffing mogen doorberekend worden. Het betreft hier de kosten voor:
•    het opleggen van aanslagen
•    gemeente brede  activiteiten zoals de gemeentelijke belastinggids. Deze kosten kunnen  over de verschillende heffingen worden verdeeld. 
•    bezwaar en beroep tegen de aanslagen 
•    Kwijtschelding, oninbare vorderingen en verlagingen naar aanleiding van bezwaarschriften

Compensabele btw en de Wet op de Omzetbelasting (Wet OB)
De compensabele btw,  die kan worden toegerekend aan activiteiten waarvan de kosten worden verhaald, mag doorberekend worden.  

Overhead 
Onder overhead verstaan wij alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Voorts wordt verwezen naar de toelichting in het Wijzigingsbesluit vernieuwing BBV.

Wij bepalen de hoogte van de overhead op tariefproducten op basis van de ‘Handleiding overheidstarieven’ van het Ministerie van Financiën. Omdat wij sinds 2015 geen gebruik meer maken van een kostenverdeelsystematiek, bepalen wij alleen nog voor de tariefproducten in welke mate wij personeelskosten toe moeten rekenen om kostendekkend te zijn. Voor overhead wordt naar rato een opslag op de personeelskosten gehanteerd op basis van het bedrag zoals genoemd in de (bij de begroting geldende) Handleiding overheidstarieven. 

Onder paragraaf 5.2 Kostendekkendheid is een voorbeeld opgenomen waarin per tariefproduct tevens de toegerekende overhead inzichtelijk wordt gemaakt.

	Afvalstoffenheffing	J/N	Rioolheffing	J/N
Lasten
Directe kosten	Kosten uitvoering afvalinzameling en -verwijdering	J	Kapitaallasten van investeringen	J
	Straatvegen	J	Exploitatielasten	J
Indirecte kosten	Perceptiekosten	N	Perceptiekosten	N
	Compensabele btw	J	Compensabele btw	N
Baten
	Opbrengst leges	J	Opbrengst leges	J
	Opbrengst milieustraten	J

Jaarlijks worden in de begroting voorstellen gedaan inzake trendmatige verhogingen en eventuele andere wijzigingen in de tarieven. De lokale doelheffingen worden 100% kostendekkend geheven. 

In onderstaande tabel wordt een voorbeeld gegeven van de wijze waarop de kostendekkendheid per tariefproduct inzichtelijk wordt gemaakt. 

KOSTENDEKKENDHEID PRODUCT X		bedragen x € 1.000
Kosten taakveld x, incl. rente en directe personeelskosten		-3.500
Inkomsten taakveld, excl. Heffingen		400
	directe kosten	-3.100
Toe te rekenen kosten
Overhead, incl. rente		-100
BTW		-700
	Totale kosten	-3.900
Opbrengst heffingen		3.900
Dekkingspercentage		100%

De tarieven voor de rioolheffing zijn gebaseerd op de meerjarig begrote kosten. Om fluctuaties van het investeringsvolume in het rioleringsstelsel op te kunnen vangen, is een voorziening riolering ingesteld. De voorziening dient als schommelfonds.  Dit voorkomt dat inwoners worden geconfronteerd met sterke fluctuaties in de rioolheffing. 
Indien de opbrengsten uit de rioolheffing lager zijn dan de kosten zal het verschil worden onttrokken aan de voorziening riolering. Wanneer de  opbrengsten  hoger zijn dan de kosten zal het verschil worden gestort in de voorziening riolering. 

De geraamde opbrengst van de diverse belastingen en rechten voor het begrotingsjaar wordt verhoogd met een prijsindexcijfer. Het prijsindexcijfer dat gehanteerd wordt, is de ‘prijs overheidsconsumptie netto materieel (IMOC)’ uit de actuele kortetermijnraming, die jaarlijks wordt gepubliceerd door het Centraal Planbureau (CPB). Dit indexcijfer is de gemiddelde stijging van de prijzen van de netto materiële consumptie van de collectieve sector. 

De geïndexeerde opbrengst van de belastingen en rechten is leidend bij het berekenen van de diverse tarieven. De te realiseren opbrengst per belastingsoort wordt over de belastingplichtigen verdeeld op basis van het meest actuele volume, zoals de WOZ-waarde. Zo wordt bijvoorbeeld de te realiseren opbrengst uit de Ozb gedeeld door de totale WOZ-waarde in onze gemeente en is de uitkomst hiervan het tarief voor het nieuwe jaar. 

Bij de jaarlijkse hertaxatie in het kader van de WOZ is er sprake van een stijging of daling van de economische waarde. Als gevolg hiervan fluctueert de totale OZB-opbrengst van de gemeente. Wij passen de tarieven van de OZB zodanig aan dat de begrote opbrengst wordt gerealiseerd. Het tarief is ook in deze situatie, evenals hier boven geschetst in paragraaf 5.3., een resultante van de opbrengst gedeeld door de totale WOZ-waarde.